Tekst / tekeningen : Jean-Pierre Pécau / Lajos Farkas
Daedalus, 64 blz., HC : 21,95 euro Demonische moordenaar September 1440. Het einde van de Honderdjarige Oorlog is in zicht. In Anjou en Poitou verdwijnen veel kinderen. De bange bevolking denkt eerst nog dat hun kroost door kwade feeën en boze geesten worden aangevallen. Maar al snel gaan de verdenkingen een andere kant uit. Er zwerft immers al een tijdje een gesluierde vrouw, ene Perrine Martin, rond aan de rand van het bos. Zou zij de kinderen niet meelokken en doen verdwijnen? Of zit de mysterieuze baron Gilles de Rais er voor iets tussen? Beiden kennen schieten wel heel goed met elkaar op. De bisschop van Nantes gaat op zoek naar iemand die een eind kan maken aan alle verdachtmakingen en met harde bewijzen komt wie nu achter die kinderverdwijningen zit? De lokale bevolking weet dat hij met chemie en alchemie bezig is en dat hij de vermoorde Jeanne d’Arc verafgoodt, waarvan hij ooit zelf maarschalk was. De adellijke ridder Gwen de l’Hôpital wordt op onderzoek gestuurd. Gwen is een voormalige ridder van Sint-Jan van Jeruzalem. Hij wil echt alles op alles zetten om de waarheid aan het licht te brengen… Het is niet de eerste keer dat het personage van Gilles de Rais alias Blauwbaard in strips opduikt. Jacques Martin himself creëerde met Tristan (19 delen sinds 1984) zelfs een reeks rond dit personage. Er gaapt een grote kloof tussen het sprookje van Blauwbaard van Charles Perrault enerzijds en het historische personage van baron Gilles de Rais die erachter zit anderzijds. Deze interpretatie van de Franse scenarist Jean-Pierre Pécau en de Hongaarse striptekenaar Lajos Farkas kiest resoluut voor de historische kant. Ik kende de man niet. Ik googelde even en ontdekte dat hij bij Dark Dragon Books twee albums heeft gemaakt in de reeks Redemption en ook twee albums in de conceptreeks Uur U zijn van zijn hand. Farkas is overduidelijk een realistische tekenaar. Zijn tekeningen deden me sterk denken aan het werk van de Nederlander Paul Teng. En dat is toch een mooi compliment. Zijn pagina’s komen doordacht over. Hij wisselt close-ups, extreme close-ups (van ogen, likkende tong op blz. 32) en indrukwekkende vogelperspectieven (blz. 42) af. Zijn decors zijn bijzonder gedetailleerd. Elke baksteentje, ieder dakpannetje is effectief getekend. Je kijkt je ogen uit. Veel actie is er niet (op enkele bloederige scènes na). Er wordt vooral heel veel gepraat. Bij een onderzoek naar een misdadiger is dat wel op zijn plaats maar toch had ik graag wat meer actie gezien bij een verhaal over een figuur als ‘Blauwbaard’. Wat er ook van zij, dit album laat je niet onberoerd. Ik had er een wrange nasmaak bij en dat heeft uiteraard met het onderwerp te maken.
0 Comments
Tekst / tekeningen : Istin / Lorusso
Daedalus, 64 blz., HC : 21,95 euro + SC : 10,95 euro Scharnieralbum naar landen van Ogon Rode Elf Lea’saa, halfork Turuk en de jonge cartograaf Irinild vormen een multiraciaal trio. Ze zijn op weg naar de onbekende werelden van Ogon. In de landen van Arran blijven slechts vier Rode Elfen meer over. Het is dus heel belangrijk om daar een nieuwe dynastie Rode Elfen te stichten. Een magiër heeft in oude manuscripten een rijmpje gelezen dat vertelt over de zogenaamde ‘Kulu’, het volk van de hoorns. Ze spreken over hun goden, de ‘Zul Kassaï’, letterlijk vertaald: onsterfelijken met een rode huid. Mag je daaruit afleiden dat er in Ogon wel nog Rode Elfen leven? Tijd om dit uit te zoeken… Op vele vlakken is dit 29ste album een keerpunt. Het is de eerste keer dat een Rode Elf opduikt. Ten tweede is het ook de eerste keer dat we de vertrouwde werelden van Arran verlaten. Verantwoordelijk hiervoor is scenarist Jean-Luc Istin. Hij creëert op deze manier een waaier van nieuwe mogelijkheden en verhalen voor de toekomst. Het tekenwerk van Giovanni Lorusso is als vanouds top. Hij werkte binnen deze conceptreeks al mee aan meerdere albums van Dwergen, Magiërs, Orks & Goblins en nu dus ook Elfen. Het einde is abrupt. Dat is wel jammer want zoals de meesten wellicht weten komt het vervolg pas binnen vijf albums voorbij. In elk album wordt immers gefocust op een andere ‘kleur’ Elfen. In het Frans is het tweede album rond deze Rode Elfen vorig jaar al verschenen. We lopen dus nog enkele albums achter in het Nederlands. Tekst / tekeningen : Jarry / Bordier
Daedalus, 64 blz., HC : 21,95 euro + SC : 10,95 euro Kakkerij! Kloterijlikkers! Vijf Dwergen vormen een gevreesde bende. Het zijn stuk voor stuk zwervers, huurlingen, dieven. Ze zijn vogelvrij. Tadgar is de grofgebekte leider van de groep, Walgrim is de vechtersbaas met een gigantische hamer, Damn is de sexy runenmeesteres, Akab een uitgetreden corpulente priester en Lygdr zorgt dat er gegeten kan worden. Ze nemen het op tegen een allegaartje van orklegers en een necromagiër. Er wordt dus flink wat geknokt in dit album. Er wordt eigenlijk alleen maar geknokt. Daar wringt net het schoentje. De pagina’s zijn echt proppensvol gevechten. Je raakt er als lezer soms het noorden bij kwijt. Een te drukke pagina-opbouw is het gevolg. De vijf Dwergen zijn ook bijzonder karikaturaal. Ze missen elke vorm van diepgang. Het lijkt wel een kinderverhaaltje. En de looks van de personages hebben ook iets manga-achtigs. Nee, genieten heb ik niet gedaan van dit album. Ik vermoed dat scenarist Nicolas Jarry eens iets nieuws wilde uitproberen binnen deze langlopende conceptreeks. Mijn dada is het in geen geval. De kinderlijke ondertoon staat helemaal haaks op de vertrouwde sfeer van de vorige albums. Hopelijk blijft het bij dit ene experimentje… Tekst / tekeningen : Frédéric Campoy / Mathieu Blanchot
Daedalus, 96 blz., HC: 29,95 euro Allereerste vrouwelijke lama uit de geschiedenis Alexandra David-Néel was een Belgische ontdekkingsreizigster. Ze was doordrongen van het boeddhistisch geloof en schreef ook tientallen filosofische boeken bij elkaar. Ze werd vooral bekend door haar bezoek aan de (voor buitenlanders) verboden Tibetaanse hoofdstad Lhasa. Ze was zo de allereerste Europese vrouw die voet zette op Tibetaanse bodem. Uiteindelijk zou ze 14 jaar in India verblijven. Op 8 september 1969 stierf ze op 100-jarige leeftijd in haar huis in Digne-les-Bains. Haar laatste wens was dat haar as, net als de as van haar adoptiezoon Yongden, in de Gangesrivier verspreid zou worden. Voor haar trouwe assistente Marie-Madeleine Peyronnet is dit dé kans om naar de mystieke plaatsen te gaan waar ze zoveel over heeft horen vertellen. In dit laatste album gebeurt er best nog wel wat. Er is het overlijden van Philippe, de echtgenoot van Alexandra, op amper 59-jarige leeftijd. Marie-Madeleine bezoekt nog een aantal plekken die voor Alexandra heel veel betekend hebben als het Chinese Peking en het bergmeer van Allos. Ook de ontmoeting van de Dalaï Lama aan het graf van Alexandra krijgt aandacht. Net als in de vorige albums wordt het heden (in zwart-wit tinten) afgewisseld met flashbacks in mooie, warme kleuren. Marie-Madeleine brengt in dit slotdeel een uniek boeddhabeeldje terug naar een Indisch klooster in de Himalaya. Dat beeldje was ooit aan Alexandra toevertrouwd uit bewondering en erkentelijkheid. De boeddhistisch bevolking ervaart de teruggave van dit beeldje als een bijzonder gelukkige gebeurtenis. Daarmee is voor hen de cirkel mooi rond. Na vier delen is het duidelijk geworden dat Alexandra David-Néel een wel heel sterke vrouw was. Een uitzonderlijk sterk karakter dat voortdurend een strijd voerde om de leer van de boeddhisten naar het westen over te brengen. Ze vond dat er te veel onwetendheid heerste over de oosterse filosofie. De belangstelling hiervoor aanwakkeren was één van haar grootste drijfveren. Ik heb zelf niets met boeddhisme. Toch heb ik de hele reeks met veel plezier gelezen. Dat is met een het grootste pluspunt van dit verhaal. Je hoeft geen grote affiniteit te hebben met de Tibetaanse monniken. Het verhaal boeit, vooral door de afwisseling van heden en verleden. Op het einde zit nog een bijlage van acht bladzijden met achtergrondinfo en fotomateriaal. Een commerciële hoogvlieger zal dit vierluik wellicht niet worden. Daarvoor is het onderwerp te niche en de HC-uitvoering te duur. Toch hoop ik dat de aantrekkelijke tekenstijl wel de weg opent naar een zo groot mogelijk lezerspubliek. Mooi dat uitgeverij Daedalus ook dit soort verhalen in hun fonds opneemt. Tekst / tekeningen : Manu Larcenet
Dargaud, 56 blz., HC : 16,99 euro Comeback van de ‘has been’ Stripmaker Manu Larcenet is ook in dit derde en laatste album van deze trilogie op zoek naar inspiratie. Hij blijft proberen om zijn muze te vinden. Bij elke poging begint hij eraan met kinderlijk enthousiasme. Elke keer weer met de overtuiging dat deze poging de ultieme is. Meermaals speelde hij met het idee om de stripwereld definitief de rug toe te keren om zich vervolgens over te geven aan de verwondering. Het zogenaamde ‘contempleren’. Zijn grote queeste naar de extreme vorm van contempleren start in musea en brengt hem ook op grote hoogte bij de Tibetaanse monniken waar hij ondergedompeld wordt in de wereld van de chakra’s en meditatie. Hij zoekt ook zijn heil in het spelen van rockmuziek, zonder enig muzikaal talent weliswaar. Hij mist ook empathie bij zijn vrouw en zijn kinderen. Hij voelt zich mislukt nu hij beseft dat zowel zijn zoon Pim als dochter Lilith aan het puberen zijn. Hij wil tijd inhalen en er weer zijn voor zijn kinderen. Doorheen de drie albums hekelt Larcent de hele stripwereld. Hij lacht met zichzelf, met het isolement van de job als stripmaker, met het cynisme van uitgevers, met de druk om mee op de kar te springen van nieuwe genres als de reportagestrip of beeldromans… Ook in dit album varieert Larcenet zijn tekenstijl. Egyptische hiërogliefen, boeddhistische mandala’s, zwart-witte manga, abstracte tekeningen vanuit het onderbewustzijn, middeleeuwse miniaturen, landschappen à la Van Gogh… ze passeren allemaal de revue. Ik gaf bij mijn besprekingen van het vorige album al een pluim aan handletteraar Frits Jonker. En ook nu verdient deze man een standbeeld. Dit soort album vertalen en omzetten naar een andere taal lijkt me echt geen sinecure. Een groot publiek zal deze trilogie wellicht nooit krijgen maar ik vond dit een bijzonder geslaagd stripproject. Tekst / tekeningen : Astier / Dupré
Casterman, 48 blz., SC : 11,99 euro Hoeveel heldendaden zijn er nodig? Parsifal en Karadoc zijn allebei fiere ridders van de Ronde Tafel. Maar ze zijn ook allebei licht ontvlambaar. Na een zoveelste onderlinge ruzie is koning Arthur hun gekibbel beu en hij gooit ze Kaamelott uit. Ze mogen enkel terugkeren als ze de Heilige Graal hebben gevonden of in een of ander gevecht als uitblinker uit de strijd zijn gekomen. Zowel Parsifal als Karadoc besluiten dan maar om met enkele vertrouwelingen op queeste te vertrekken. De Graal vinden, zit er niet meteen in. Maar ze ontdekken wel een ander mysterieus voorwerp: een roze flikkerende dobbelsteen met twintig zijden, een zogenaamde ‘icosaëder’. Het rare ding blijkt vooral fel te reageren wanneer iemand in de buurt het woord ‘hoeveel’ uitspreekt. Deze reeks vol absurde humor begon al in 2006. De reeks kwam voort uit de (in Frankrijk) immens populaire televisiereeks Kaamelott. Ik ken de reeks helemaal niet. Ik heb nog geen enkele aflevering gezien. Enig opzoekwerk leerde me dat er inmiddels al zes seizoenen van deze reeks zijn gemaakt en de 500ste aflevering stilaan dichterbij komt. Vergelijken met de tv-reeks kan ik dus niet. Toch heb ik alle albums trouw gekocht sinds de opstart. Dat heeft enkel maar met het tekenwerk van Vlaming Steven Dupré te maken. Het is één van de stripmakers waarvan ik blindelings elk nieuw album koop. Ik beweer niet dat er geen enkel scenario van Alexandre Astier is dat me tot nu toe kon bekoren. Maar de hoofdreden waarom ik deze reeks blijf volgen zijn toch de tekeningen. Dupré besteedt heel veel zorg aan zijn tekeningen. Zowel de personages (met bijhorende uiteenlopende smoelwerken) als de decors zijn bijzonder gedetailleerd in beeld gebracht. In dit verhaal speelt de actie zich bijna voortdurend in de bossen af. De precisie waarmee Dupré de bomen, blaadjes, struiken, dieren… in beeld brengt is heel knap. De sfeervolle inkleuring van Roberto Burgazolli wil ik in deze context ook zeker vermelden. Tekenwerk en inkleuring zorgen voor een fijne leeservaring. Op vlak van verhaal is dit wel niet het meest verrassende album. Daarvoor is er te veel van hetzelfde: te veel geruzie, te veel getier en vooral te veel ‘getel’ (= zelfstandig naamwoord afgeleid van ‘tellen’)… Het elfde album staat al vermeld op de achterkant. We moesten drie jaar op dit album wachten. Benieuwd of het elfde deel er sneller aankomt. Tekst / tekeningen : Richelle / Beuriot
Casterman, 56 blz., HC : 17,99 euro Het lange wachten wordt beloond Zomer 1944. Het Derde Rijk staat op het punt om te vallen. De druk van de geallieerden in het westen en de Sovjets in het oosten wordt groter en groter. Hoofdpersoon Martin Mahner is als overtuigd anti-nazist ontsnapt aan de Gestapo. Hij verandert van identiteit en gaat nu als Carl Steiner door het leven. In Beelitz vindt hij bij zijn geliefde Hilda onderdak. Maar is dit onderduikadres wel ideaal nu ook Magrit, Hilda’s zus, samen met haar man en zoontje bij haar intrekken? Ondertussen start Hitler met een wanhoopsoffensief in de Belgische Ardennen en sneuvelen 40 000 mensen tijdens het bombardement van Dresden. Het vorige album van deze oorlogsreeks dateert al van 2015. We hebben dus acht jaar gewacht om dit album. Ik ben een fan van het eerste uur en het verrast me dan ook dat deze reeks alsnog een vervolg krijgt. Ik ben er blij om want het hoge niveau zowel op vlak van scenario als tekenwerk blijft behouden. Scenarist Philippe Richelle blijft de oorlog zowel vanuit psychologisch en sociologisch standpunt bekijken. Geen overdreven gevechten, het bloed spat niet van de pagina’s. Integendeel zelfs. Oorlog en Liefde focust op de mens en hoe de mens (zowel aan Duitse kant als de partij van de geallieerden) de Tweede Wereldoorlog beleeft. Het karakteristieke sobere klare-lijn tekenwerk van Jean-Michel Beuriot blijft heel aangenaam om naar te kijken. De pagina’s zijn overzichtelijk. De decors zijn verzorgd. Er is aandacht voor het historisch correct weergeven van de treinen, vliegtuigen, auto’s en uniformen uit die periode. Dat andere stripmakers als Yslaire, Tripp en Tardi ook fan zijn van deze reeks wordt netjes op de achterkant met bijhorende citaten vermeld. Dat vind ik commercieel gezien best wel een prima zet. Maar wat me nog meer plezier deed was de aankondiging te zien verschijnen van deel 9. |
Archives
April 2024
|