Tekst / tekeningen : Lewelyn / Lereculey
Daedalus, 56 blz., SC + HC Game of Thrones met dieren Op het einde van het eerste deel (sorry…spoiler alert!) vermoordt de doodzieke Tijgerkoning Cyrus zijn eigen dochter Miteria voor hij zelf zijn laatste adem uitblaast. Cyrus had immers vernomen dat Miteria een compromis had gesloten met de Beren om een oorlog te vermijden. Cyrus wou (bij gebrek aan een eigen zoon) zijn troon schenken aan de zijn ambitieuze neef Hirus. Na deze trieste gebeurtenis blijft nog één dochter achter: de zwangere Astrelia. Zij zint op wraak. Astrelia wil kost wat kost weten wie haar zus verraden heeft en dus onrechtstreeks verantwoordelijk is voor haar dood. Het zal niet simpel zijn om hierachter te komen want ze is alle macht kwijt. Haar drie neven heersen nu in Angleon. De sluwe Hirus wordt de nieuwe koning maar de vraag is of de drie broers wel aan hetzelfde zeel trekken… Iemand die nog leeft is het tweede album uit dit wel heel prestigieus stripproject. Scenarist Lewelyn (verzamelnaam voor drie stripmakers: David Chauvel, Andoryss en Patrick Wong) en artistieke leider Didier Poli voorzien immers vijf cycli met zes albums per cyclus. Dat zijn dus dertig albums die binnen tien jaar zouden moeten verschijnen. Een uitgavetempo van drie albums per jaar… Tekenaar Jérôme Lereculey zal de komende jaren niet zonder werk komen te zitten. Iedere vier maanden moet dus een nieuwe album afgewerkt worden. Een titanenwerk! Hij wordt gelukkig geholpen door Didier Poli (die bij ons vooral bekend is voor zijn albums Kind van het Onweer). Poli zorgt voor decors, kostuums en algemeen design. Elke cyclus speelt zich af in één van de vijf Rijken. Elk Rijk wordt bevolkt door een andere diersoort. Zo zijn er de Katachtigen, de Apen, de Beren, de Hertachtigen en tenslotte de Reptielen. Ambitie, trouw, liefde, verraad… het zijn thema’s die allemaal aan bod komen in dit verhaal dat Shakespeariaanse trekjes heeft en mij ook deed denken aan de HBO-fantasyserie Game of Thrones. Per deel vermenigvuldigt het aantal personages. Het wordt voor de lezer belangrijk om er het hoofd bij te houden en per nieuw album best de vorige albums te herlezen (al staat de korte inhoud van het eerste deel wel samengevat op de achterkant van de titelpagina). Voor een reeks die gepland is om gedurende tien jaar in de rekken te liggen, is dat niet meteen een voordeel. Nieuwe lezers kunnen niet zo makkelijk in het midden instappen. Het voorstellen van de verschillende personages en diersoorten is in dit tweede album stilaan voorbij. De karakters van de personages worden verder uitgediept. Dat is heel interessant. Net als in het eerste deel blijf je als lezer met heel veel vragen achter en krijg je maar weinig antwoorden. Maar ook de cliffhanger is opnieuw heerlijk onverwacht… en bloederig. Hopelijk weten de scenaristen waar ze naartoe willen en is de volledige synopsis van dit project mooi uitgeschreven. Zo zouden alle draadjes van de intrige in 2030 moeten samenkomen… Tekenaar Lereculey is een klasbak. Niet evident om dieren menselijke emoties te geven. Maar daar slaagt hij met grote glans in. Ook het verschil weergeven tussen tijgerkoppen en leeuwenkoppen lijkt me geen sinecure. Zijn elegante gedetailleerde tekenwerk is echt een lust voor het oog. Ga die reeks ontdekken. In het Frans is deel 4 al verschenen. Ik popel om het vervolg te lezen.
0 Comments
Tekst / tekeningen : Peru / Bileau
Daedalus, 54 blz., HC + SC Wanneer je zelf je grootste vijand bent In album 18 maakten we voor het eerst kennis met Witte Elf Alyana. In dit nieuwe album zien we hoe ze verder evolueert en vooral hoe haar enorme krachten steeds meer toenemen. Voordeel is dat Alyana wellicht de enige Witte Elf is die erin kan slagen om de vernielzuchtige reuzen een halt toe te roepen. Die reuzen werden door haar toedoen bevrijd en richtten nu enorm veel ravage aan. Dat moet stoppen. Nadeel is echter dat haar stamgenoten schrik beginnen te krijgen van Alyana’s krachten. Ze kan gedachten lezen van wezens en van dingen, ze kan geesten binnendringen, illusies opwekken. Behalve de ‘Schurk’, een Orklinhuurling en haar eigen moeder heeft Alyana niemand waarop ze kan rekenen. Alle andere Elfen zien in haar een soort monster. Veel spectaculaire scènes in dit album. Tekenaar Bileau kon zich goed uitleven. Sidekick ‘de Schurk’ draagt ook wel bij tot de nodige fun. Ik houd wel van zijn droge humor. Het maakt het album niet te zwaar op de hand. Al bij al zeker niet het beste album uit de reeks daarvoor vond ik het niet verrassend genoeg behalve de twee laatste pagina’s dan… Tekst / tekeningen : Jarry / Créty
Daedalus, 56 blz., HC + SC Zonder wil kan je niets! Kevoram is de kapitein van de Orde van de Schaduwen. Samen met zijn leerling Eragan trekt hij voor één jaar naar een afgelegen klooster. Eragan moet daar proberen om de magie van de runen onder de knie te krijgen. Hij moet vooral leren hoe hij bij zijn enorme dosis magische energie beter kan kanaliseren. Kort na hun aankomst in het klooster, wordt een klerk waanzinnig. Zijn lichaam staat vol runentekens en er staat een bloederige boodschap op de muren gekrabbeld. Kort erop sterft de klerk. Deze klerk zou normaal de leiding van het klooster overnemen. Kevoram en Eragan kunnen niet anders dan te zoeken wie achter dit bloedbad schuilgaat. Anders riskeren ze om hun verblijf in het klooster zelf niet te overleven… Het scenario van Jarry doet wel heel erg denken aan de klassieker De Naam van de Roos van Umberto Eco. Origineel is het dus niet. Maar ik heb dit album toch heel graag gelezen. Het tekenwerk van Créty zit daar zeker voor iets tussen. Al is hij niet de beste tekenaar uit deze conceptreeks. Zijn decors ogen immers niet altijd even verzorgd. De ene keer zijn ze indrukwekkend gedetailleerd uitgewerkt. De andere keer lijkt het op haastwerk. Er mag wat meer lijn in zijn tekeningen, vind ik. Hij tekende eerder ook al drie albums uit Dwergen en twee albums uit Orks & Goblins. Met dit album zitten we al op de helft van Magiërs. Nog twee paden van de magie te gaan dus: de necromantie (oproepen van doden) en de alchimie. In het Frans is de reeks van vier albums sinds vorige week compleet. Tekst / tekeningen : Nix
Standaard Uitgeverij, 32 blz., 6,50 euro Verzekeringen oplichten is een hobby Al dagenlang komt de regen met bakken uit de hemel. De Turfbeek treedt buiten haar oevers. Wanneer de auto van ene Jules Dezwaere in het water belandt, staan de agenten paf. Er is immers geen spoor te bekennen van de chauffeur. De echtgenote van de vermiste man, Patricia Callens, een bekende operazangeres, is ook helemaal de kluts kwijt. Haar verdriet is echter van korte duur. Ze laat haar man onmiddellijk officieel doodverklaren. Daar moet meer achterzitten… Een fan van de tv-reeks De Buurtpolitie zal ik wel nooit worden. Daarvoor is het acteerwerk te gekunsteld en te gemaakt. De reeks werd voor het eerst op vtm uitgezonden in 2014. De realityreeks volgt een fictief politiekorps in Vlaanderen. Er zijn inmiddels al 13 seizoenen van gemaakt. Zoals wel vaker het geval is, werd een stripversie gemaakt van dit televisiesucces. En die bewerking kan ik wel enorm smaken. Daar heeft het tekenwerk Nix alles mee te maken. Zijn beroemde tweeling Kinky & Cosy vind ik super. De manier waarop hij De Buurtpolitie naar zijn hand heeft gezet vind ik ook heel knap. Hij doet dit sinds 2017. Aan een bijzonder hoog tempo zitten we nu drie jaar later al aan het tiende album. Van kwaliteitsverlies is vooralsnog geen sprake. Het is echt knap om te zien hoe op een dertigtal pagina’s een amusant verhaal wordt verteld dat ook nog goed te volgen is voor de doelgroep. En die doelgroep is pakweg dezelfde als die van FC De Kampioenen. Verdere vergelijkingen ga ik zeker niet maken. De Buurtpolitie lees ik veel en veel liever. De humor is veel beter geslaagd en het tekenwerk is ook verzorgder. Wat bijvoorbeeld te denken van de paginagrote tekening op bladzijde 22: de dorpspastoor die een geïmproviseerde ark van Noach heeft opgezet. En ook de bijna-dood-ervaring van Stafke vond ik hilarisch. Hopelijk blijft de verkoop van deze reeks hoog genoeg en blijven er nieuwe albums verschijnen. Tekst / tekeningen : Léo / Jamar
Dargaud, 64 blz., SC : 8,50 euro Militaire alliantie met walvissen We leerden in de vorige cyclus Mermaid Project (5 albums verschenen na een inhaalbeweging in het Nederlands tussen 2016 en 2018) de twee hoofdpersonen al kennen: de blanke Romane Pennac en de zwarte Brahim El Malik. Ze worden verliefd en als koppel proberen ze multinational Algapower te ontmantelen. Algapower is hoofdproducent van methaangas maar hun echte doel is de VS heroveren en de macht teruggeven aan het blanke ras. Romane en Brahim willen paal en perk stellen aan het genetisch geëxperimenteer tussen mensen en dolfijnen. Ook Lana Okosha duikt in dit album op. Zij is kolonel bij de VN-special forces en ze is ook de ex-vrouw van Brahim. Lana komt met een nieuwe opdracht. Overal ter wereld vinden moorddadige aanvallen van walvisachtigen plaats en dat op een methodische en planmatige manier. Bovendien zijn de dieren uitgerust met torpedo’s. Blijkbaar zijn de walvissen nog intelligenter geworden door de mutaties. Het zogenaamde Witte Leger is een militaire organisatie die via deze aanvallen met walvissen de hele wereldeconomie wil verzwakken. Ze willen de handen in elkaar slaan met Algapower. Hun financiële macht gecombineerd met de militaire macht van het Witte Leger moet wel tot een succes leiden. Ze leveren hiervoor wapens aan orka’s en potvissen in Mozambique en Tanzania. Romane roept de hulp in van twee oude bekenden uit Mermaid Project: het gemuteerde dolfijnenmeisje Oceane en de hoogintelligente dolfijn Delphis. Samen moeten ze proberen het Witte Leger een halt toe te roepen. Wie niet vertrouwd is met Mermaid Project zal wellicht de wenkbrauwen fronsen bij het lezen van bovenstaande tekst. Hoogintelligente zeezoogdieren die gewapend aanvallen en in staat zijn om met de mens te communiceren. Ik snap dat dit allemaal heel vreemd overkomt. En toch werkt het op de een of andere manier. Het verhaal van Léo lijkt vergezocht (en dat is het eigenlijk ook wel) maar toch heb ik dit nieuwe album opnieuw met veel plezier gelezen. Het tekenwerk van Jamar blijft ook op een hoog niveau. Zijn realisme in decors is verbluffend. En ik geraak zelfs gewend aan de lange magere nekken van de personages. Tekst / tekeningen : Astier / Dupré
Casterman, 48 blz., SC : 10,50 euro Geitenbreier! Polderkalf! Zultkop! Flapdrol! Dakduif! Moeraskabouter! Een prijs voor de origineelste scheldwoorden verdient dit album zeker. Het was voor de vertaler wellicht geen sinecure om creatieve Nederlandse vertalingen te vinden van de originele Franse versie. Op het einde van het vorige album lazen we hoe Arthur en zijn gevolg een gigantisch gouden beeld in een ondergronds labyrint hadden ontdekt na weken van ronddolen. In dit vervolgalbum ontdekken we hoe ze er alles aan willen doen om dit gevaarte terug mee naar huis te sjouwen. Het trekken en sleuren is lang niet het enige obstakel. Op hun terugtocht komen Arthur en zijn immer kibbelende volgelingen ook nog oog in oog te staan met basilisken en een magiër die wel een heel bijzondere verzameling heeft. En in die verzameling is best nog wel plaats voor een beeld van Arthur. Als je weet dat de basilisken mensen kunnen verstenen, dan weet je welke snode plannen de magiër heeft… Een nieuw album van Vlaming Steven Dupré is voor mij altijd iets om naar uit te kijken. Als fan van het eerste uur (met reeksen als Wolf en Sarah en Robin) ben ik hem nadien altijd blijven volgen. Zijn Coma en Migard had ik nog heel graag wat langer zien doorlopen. Gelukkig verblijdde hij me met het onderschatte lugubere tweeluik De roofdierenclub en zijn hommages aan Suske en Wiske (in 2018 op scenario van Conz) en aan Jomme(ke) vorig jaar. En last but not least is er dan Kaamelott. De stripreeks begon al in 2006. Bij onze zuiderburen was de tv-reeks van Kaamelott (waarop de strips gebaseerd zijn) een instant succes. Sinds 2005 zijn er inmiddels zes seizoenen gemaakt. Ik heb nog nooit één aflevering van de ruim vierhonderd episodes gezien. Vergelijkingen trekken tussen de tv-versie en de strip kan ik dus niet. Of er knipoogjes naar de tv-reeks in de albums verstopt zitten, weet ik evenmin. Maar dat hoeft geen nadeel te zijn. Lekker onbevooroordeeld elk nieuw album lezen, vind ik ook heel plezant. De zeven eerste albums verschenen mooi regelmatig. Dan leek het even alsof de reeks zou stoppen maar nu zijn we inmiddels weer twee albums verder. Kaamelott moet het hebben van absurde situatiehumor à la Monty Python en de woordgrappen in de lang uitgesponnen dialogen tussen de verschillende hoofdpersonages. Het tekenwerk van Dupré is als vanouds: heerlijk veel details in de decors en een meester in het afwisselen van emoties op de gezichten. Dat is in deze reeks bijzonder belangrijk aangezien er (ook nu) veel over-en-weer gepraat (lees: gekibbel) is. Maar ook hier draait Dupré zijn hand niet voor om. Conclusie: voor mij mag Dupré Kaamelott blijven afwisselen met andere projecten (oneshots, tweeluiken, hommages…). Een fan blijf ik sowieso. Hij verdient sowieso een definitieve doorbraak in Frankrijk. Tekst / tekeningen : Virginie Augustin
Glénat, 61 blz., HC : 18,95 euro Conan door vrouwenogen In de moerassen van Hyrkanië probeert de knappe prinses Olivia te ontsnappen aan de wrede Shah Amurath. Olivia werd aan hem als slavin verkocht door haar eigen vader. Ze had immers een gearrangeerd huwelijk geweigerd. Conan helpt Olivia bij haar ontsnapping. Deze vlucht brengt hen naar een eiland vol ruïnes. Alles lijkt op het eerste zicht heel paradijselijk tot bij volle maan moordlustige beelden tot leven komen… Een ‘Conan’-kenner en/of liefhebber ben ik helemaal niet. Ik ben dan ook heel selectief in het kopen van albums uit deze reeks. Het eerste album was getekend door Pierre Alary. Omdat ik grote fan ben van zijn werk (o.a. Sinbad en Belladonna) kocht ik dat album. Daarna volgden hommages aan Conan door tekenaars Toulhoat, Robin Recht, Anthony Jean en Etienne Le Roux. Deze albums liet ik allemaal links liggen. Voor dit zesde album liet ik mij dan toch weer verleiden. Tekenares van dienst Virginie Augustin heeft hier alles mee te maken. Ik ontdekte haar werk dankzij de reeks Alim de Leerlooier. Het oneshot Had meneer nog iets gewenst? vond ik ook top. Ik was dan ook benieuwd om te zien hoe zij een verhaal van de beroemde barbaar Conan naar haar hand zou zetten. Ze is bovendien ook scenarist van dienst. Voor het eerst maakt Augustin dus een album volledig zelf: tekeningen, scenario en inkleuring. Een nadeel van deze conceptreeks is het beperkt aantal pagina’s waarover de makers mogen beschikken. Een bombastisch verhaal zou beter tot zijn recht komen door een flink aantal extra pagina’s. Zo mocht de ‘relatie’ tussen de barbaar Conan en prinses Olivia wat meer uitgediept worden. De ontknoping wordt wel heel erg snel afgehandeld. Augustin wil sfeer scheppen. Dat doet ze ondermeer door maar liefst twaalf tekstloze pagina’s te gebruiken. Heerlijk maar uiteraard beperk je jezelf dan ook om het tekstuele deel van je verhaal nog af te werken. Het tekenwerk vond ik heel erg geslaagd. Augustin wisselt bloedbaden af met overzichtstekeningen van de dichtbegroeide jungle of close-ups van gezichten of delen van een gezicht. Heel filmisch allemaal. Haar inkleuring moet ik ook zeker vermelden. Augustin wisselt haar kleurenpalet voortdurend af. Zo zijn er pagina’s waar slechts twee kleuren gebruikt worden, inktzwarte pagina’s die de horror van het verhaal uitstralen, enz. Ben ik nu een fan van de verhalen van Conan ? Nee, nog steeds niet. Ik blijf de hommage-albums eruit pikken waarvan het tekenwerk me bevalt. In het Nederlands hinken we trouwens wat achterop in deze ode-reeks. In het Frans verschenen immers al negen albums. Benieuwd of ik mij in de toekomst nog zal laten verleiden. |
Archives
April 2024
|