Tekst / tekeningen : Corbeyran / Montalbano
Daedalus, 56 blz., HC : 21,95 euro (te?) Strak georchestreerde geschiedenisles Op 18 februari 1516 loopt de beroemde Engelse vorst Hendrik VIII zenuwachtig rond. Zijn vrouw, Catharina van Aragon, staat op het punt om te bevallen. Zoals het gebruikelijk was in die tijd hoopt een koning op een zoon, zeker nadat hij eerder al vier kinderen op jonge leeftijd had verloren. Hij wordt voor een vijfde keer vader maar het blijft een dochter te zijn: Mary. Mary wordt opgevoed door haar moeder en in het begin flink verwend door de koning. Dat verandert echter snel wanneer Hendrik VIII scheidt en hertrouwt met Anna Boleyn en later ook nog met Jane Seymour. De jonge Mary wordt verplicht verbannen naar Wales. Maar wegkwijnen wil ze daar in elk geval niet… Scenarist Eric Corbeyran houdt zich in dit eerste deel van de biografie van Mary Tudor heel strikt aan de bekende historische feiten. Hij romantiseert op geen enkel moment. Op zich is daar niets mis mee. We volgen Mary Tudor van haar geboorte tot de geboorte van haar halfbroer in 1537. Alle aandacht gaat dus naar de feiten, de politieke setting en intriges, de ‘Act of Supremacy’, de breuk van Hendrik VIII met de katholieke kerk, de onthoofding van Anna Boleyn… Veelschrijver Corbeyran serveert dus echt een verstripping van de eerste fase uit het leven van Mary Tudor. Het tekenwerk van de voor mij volslagen onbekende Claudio Montalbano is hyperrealistisch. Bij momenten zelfs fotografisch. Dit soort strip in beeld brengen is dan ook geen sinecure. Hij heeft duidelijk heel veel tijd besteed in het uitwerken van zijn decors, kostuums, bestaande historische gebouwen als het Palace of Placentia in Londen, Ludlowcastle maar evenzeer de weidse heuvels van Wales. De expressie op de gezichten zijn duidelijk minder zijn ding. Je voelt aan alles dat hij probeerde om zo realistisch mogelijk alle bestaande personages te tekenen. Maar zijn tekenwerk mist daardoor wat spontaniteit. Het komt bij momenten verkrampt over. Ik heb me ook gestoord aan de digitale inkleuring. Die is erg vlak en koeltjes. De gephotoshopte glasramen en wandtapijten kwamen bij mij soms over als een tang op een varken. Fotografisch hyperrealisme is echt mijn ding niet. Een geschiedenisles in stripvorm dus. Zeker niets minder maar jammer genoeg ook niets meer.
0 Comments
Tekst / tekeningen : Yann / Henriet
Dupuis, 56 blz., HC : 17,99 euro of SC : 9,99 euro Slot van geslaagde reeks Jaren twintig van de vorige eeuw. In de Verenigde Staten heerst de periode van de drooglegging. Niemand mocht alcohol produceren of verkopen. In het vorige album konden we lezen hoe hoofdpersoon Bessie Coleman, een zwarte pilote met indiaans bloed, door de beruchte familie van Al Capone ingezet wordt om zijn illegale dranktrafiek te verzorgen. In dit slotalbum loopt het goed mis. Bessie wordt achtervolgd door Ralph Capone (jawel, broer van) en de Ku Klux Klan. Bessie wordt gecontacteerd door de de geheimzinnige organisatie ‘Secret Six’, een groepje voorbeeldige burgers die genoeg heeft van corruptie, misdaad, afpersing, prostitutie en gokpraktijken met maar één doel: Capone asap achter de tralies van Alcatraz krijgen. Qua scenario is dit slotdeel zeker niet het beste album. Je leert wel wat bij over de jeugd van Bessie maar de rest van het verhaal is nogal dunnetjes. Het tekenwerk van Alain Henriet, gekoppeld aan de inkleuring van zijn geliefde Usagi, zijn voor mij de hoofdredenen geweest om deze reeks te blijven kopen. Op zich best een verrassing want pilotenstrips zijn niet meteen mijn favoriete genre. Black Squaw kon ik wel smaken en dat heeft zeker ook met de hoofdrolspeelster te maken. Bessie Coleman is een stripfiguur van vlees en bloed. Geen stereotype piloot dus. De reeks is dan ook meer dan een aaneenschakeling van luchtgevechten. Henriet moest ook sneeuwlandschappen, treinen, auto’s, het straatbeeld van New York in beeld brengen maar ook veel emotie. En dat maakt deze reeks de moeite waard. Ik las dat Henriet op dit moment werkt aan een lijvig oneshot op scenario van Pierre Dubois voor de Collectie Getekend van uitgeverij Lombard. Geen pilotenstrip deze keer maar wel een western, getiteld Lady’s Valley. Laat maar komen! Tekst / tekeningen : Peter Van Gucht / Romano Molenaar
Standaard Uitgeverij, 40 blz., SC: 7,99 euro Te vroeg einde Het begon allemaal nog zo veelbelovend. In september 2022 werd Galaxa als spinoff van De Rode Ridder gelanceerd. Peter Van Gucht zou zijn eigen ‘bijbel’ mogen ontwikkelen over de jonge jaren van Galaxa. De Fee van het Licht, Romano Molenaar zou zijn ding mogen doen voor het tekenwerk en de topinkleuring zou verzorgd worden door Shirow Di Rosso. De scepsis die ik bij de aankondiging van deze spinoff had, verdween snel. Ik genoot vanaf de start van deze reeks. We zijn inmiddels zes albums later en meteen valt definitief het doek over deze reeks. In de huidige commerciële wereld draait alles rond cijfertjes. En die verkoopcijfertjes waren blijkbaar onvoldoende om nog langer door te gaan met Galaxa. Voor Romano Molenaar is het al de tweede keer dat Standaard Uitgeverij vroegtijdig de stekker trekt uit een spinoff waarvoor hij het tekenwerk maakt. De spinoff J.Rom werd immers ook al na vijf albums (verschenen tussen 2014 en 2016) opgedoekt. In het allerlaatste album raakt Galaxa verslaafd aan pijnverlichtende vruchtjes. De pijn verlichten is voor Galaxa welgekomen na het verlies van haar geliefde Kammon in het vorige album. Het is Andromeda die haar verslaafd heeft gemaakt. Tijd voor wraak dus. Ultieme wraak zelfs… Dat levert veel spectaculaire duels en een verrassend laatste pagina op. Maar daar blijft het dus bij. Jammer. Heel jammer want deze reeks staat volledig op zichzelf en verdiende een ruim lezerspubliek. Maar dat kwam er dus niet blijkbaar… Tekst / tekeningen : Leo & Rodolphe / Marchal
Dargaud, 48 blz., SC : 9,99 euro Nog meer mysterie Kathy Austin verblijft nog altijd in het Schotse dorpje Kilwood. Daar ging ze heen om de manor te bekijken die ze had geërfd van een oudtante en waar ze haar vakantie vaak doorbracht als kind en puber. Bij aankomst bleek er van het landhuis jammer genoeg enkel een uitgebrande ruïne over. Over de exacte omstandigheden van de brand tastte de lokale politie in het duister. Kathy wil dit uiteraard onderzoeken maar botst op het ene na het andere vreemde fenomeen. In de vorige delen waren er al graancirkels, een naakt meisje dat bewusteloos onderaan de kliffen werd teruggevonden, mysterieuze nachtelijke lichtsignalen, een man met een misvormd gezicht op de heide, een gigantisch groot zoemend kristal in de grotten onder een Schots kasteel… In dit derde album komen er vliegende schotels, een bizarre inbraak in een bank en een dode man ingekapseld in een kerkmuur bij. Veel (nieuwe) vraagtekens dus maar heel weinig antwoorden. Dit album voelde aan als een overgangsverhaal. We krijgen wel wat meer informatie over het verleden van Kathy maar toch blijf je als lezer (letterlijk bijna) in het duister tasten over al dit mysterie in en rond Kilwood. Nog twee albums te gaan om alle geheimzinnige sluiers op te helderen. De rasvertellers Leo en Rodolphe slaagden er ook nu in om mij mee te krijgen in hun intriges. Het realistische tekenwerk (vooral de decors zijn erg geslaagd) van Bertrand Marchal draagt ook zeker bij tot het leesplezier. De cliffhanger doet nu al uitkijken naar het vierde deel van Scotland. Tekst / tekeningen : Denis-Pierre Filippi / Gaspard Yvan
Daedalus, 48 blz., HC : 21,95 euro Spannend slot van knap tweeluik De Eerste Wereldoorlog hakt er nog altijd stevig in. De Russische troepen van kapitein Zvoga alsook zijn dochters Natalia en Irina verblijven nog steeds in het landhuis van de Barones. In het eerste deel konden we al lezen hoe Natalia ontdekte dat de Barones in het geheim een groep kinderen huisvest in een geheime verstopplaats achter de houten lambrisering. Daarenboven is er ook nog een spookachtige gedaante die rondwaart door de kamers en de kinderen tegen onheil beschermt, de zogenaamde ‘Laatste Schaduw’. Onder de Russische troepen ontstaat er muiterij. Het voedsel is schaars en moet gerantsoeneerd worden. Onzekerheid maakt zich ook meester van de kinderen in hun schuilplaats. Natalia blijft op zolder contact leggen met de ‘Laatste Schaduw’ alias ‘Spook Gregor’. Hij zou de laatste schaduw zijn die soldaten te zien krijgen vlak voor ze sterven. Wie er écht achter de ‘Laatste Schaduw’ schuilgaat, ga ik uiteraard niet spoileren. Ik was al vol lof over het eerste deel van dit tweeluik. Het vervolg ontgoochelt zeker niet. Er ziet meer vaart in dan in het eerste deel. De vele actiescènes zorgen daarvoor. Tekenaar Gaspard Yvan excelleert opnieuw in veel vuurgevechten (blz. 26 – 27), knappe beelden over het leven in de loopgraven (blz. 15 – 16) en wat gezegd van de tekstloze pagina’s waar Duitse soldaten het huis van de Barones onder vuur nemen (blz. 34 – 35). Ik hoop in de toekomst nog meer moois van deze man te mogen ontdekken. Want deze eerste kennismaking smaakt zeker naar meer. Tekst / tekeningen : Jean-François Di Giorgio / Patrick Boutin-Gagné
Daedalus, 56 blz., SC : 10,95 euro “Ik word geen boer!” Akiro is de oudere broer van Takeo (de hoofdpersoon uit de moederreeks Samoerai). Akiro is verliefd op de knappe Kôken. Maar veel tijd voor liefde is er niet. Beide broers moeten hele dagen werken op de boerderij van hun vader. Akiro krijgt de kans om naar de grootstad te gaan om er deel te nemen aan een toernooi. Zijn vader verbiedt hem dit. ’s Nachts besluit Akiro dan maar van huis weg te lopen en zijn eigen zin door te drijven. Hij gaat zijn geluk beproeven in de grootstad. Toernooi na toernooi wordt Akiro beter. Al snel rijgt hij de overwinningen aan elkaar. Akiro’s vader en broer Takeo besluiten op zoek te gaan naar de kersverse kendokampioen. Het scenario klinkt wellicht niet zo vernieuwend. Het verhaal bevat dan ook veel klassieke elementen als een opgroeiende zoon die botst met de idealen van zijn vader, zoon loopt weg en wil zijn eigen weg volgen. Toch heb ik van dit vierde album in de spinoff Samoeraï Origine genoten. Het tekenwerk is wel niet langer in handen van Vax (pseudoniem voor Vincent Cara). Het is de Canadees Patrick Boutin-Gagné die vanaf dit deel de tekeningen maakt. Van deze stripmaker heb ik ooit uit de bieb het drieluik De Zielenvreter gelezen (uitgegeven bij Silvester). Enkele weken geleden verscheen het eerste deel van Helden van het Volk bij de kleine uitgever Lauwert. Boutin-Gagné heeft een schetsmatige stijl. Sommige decors laat hij compleet weg. Zijn stijl past wel goed bij gevechtsscènes, vind ik. Die zijn er gelukkig heel veel. Ik heb het even nageteld: twaalf bladzijden staan vol met gevechten. Bij close-ups of meer intimistische scènes moest ik wel wat wennen aan zijn tekenstijl. In het Frans is ook het vijfde album in deze ‘jonge jaren van Takeo’ (sic) verschenen. Tekst / tekeningen : Di Giorgio / Mormile
Daedalus, 52 blz., SC : 10,95 euro Schuldig aan moord? Hoofdpersoon Takeo doorkruist samen met zijn knappe verloofde Sayuri Japan. Ze hopen om de keizer te ontmoeten. Hun einddoel bereiken ze echter niet meteen. Een sneeuwstorm en een ingestorte brug zorgen ervoor dat ze in een dorpje belanden waar de mysterieuze moordenaar Onoda rondwaart. Door een misverstand denken de lokale dorpelingen dat Takeo de moordenaar is van twee belangrijke onderdanen van de Shogun. Sayuri wil kost wat kost bewijzen dat haar geliefde hier niets mee te maken heeft. De Italiaanse stripmaakster Cristina Mormile nam de topreeks Samoerai in 2015 over van de oorspronkelijke tekenaar Frédéric Genêt. En ze doet dat uitstekend. Mormile is een meesteres in het tekenen van flitsende gevechten en pagina’s waar de actie van afspat. Ook op grote overzichtstekeningen kan ze haar talent tonen. Check zeker eens plaat 32 met een adembenemend zicht op een Japans fort. Het werk van de inkleurders wordt vaak vergeten. Bij deze: chapeau aan Lorenzo Pieri voor zijn sfeervolle kleuren. Bij de flash-back schakelt hij over naar een soort sepiatinten. Bijzonder geslaagd! Het scenario is en blijft uit het creatieve brein vn Di Giorgio komen. Echt verrassend of vernieuwend was dit zestiende deel niet meteen. Maar het voordeel is dat je het als oneshot kan lezen. Dat is sowieso altijd interessant om nieuwe lezers de kans te geven in te stappen. Op dat vlak dus zeker geen slechte keuze. Tekst / tekeningen : Jarry / Sierra
Daedalus, 64 blz., HC : 21,95 euro + SC : 10,95 euro Hekserij is strikt verboden Itomë is een meisje dat behoort tot de zogenaamde stam van de Witgezichten. Wanneer haar broertje op sterven ligt en alle hoop op genezing vervlogen lijkt, sluit Itomë een pact met een boosaardige tovermeester. Wanneer ze het tovermasker van de meester opzet, krijgt Itomë buitengewone krachten. Bij de Witgezichten is elke vorm van hekserij verboden. Itomë wordt dan ook verbannen. Ze slaat op de vlucht. Onderweg redt ze een zogenaamde Snij-Tand van de dood. In een normale situatie zijn Witgezichten en Snij-Tanden aartsvijanden maar niet deze keer. Itomë sluit vriendschap met de jonge Snij-Tand en probeert haar imago weer op te poetsen. Het eerste deel van de gloednieuwe reeks Ogon kon me vorig jaar bijzonder bekoren. Afrikaanse fantasy is dan ook niet meteen een genre dat ik al vaak had gelezen. Ik keek dan ook met meer dan gewone belangstelling uit naar een tweede album in deze reeks. Mijn verwachtingen waren misschien wat te hoog gespannen. Qua verhaal vond ik dit album al een stuk minder boeiend dan het eerste. De toon van het verhaal is een pak lichter en humoristischer dan het eerste deel. Ik voelde 'het' minder dan het verrassende allereerste album. Het tekenwerk van Alex Sierra gekoppeld aan de inkleuring van Nanjan kunnen gelukkig wel de meubelen redden. Geen musthave maar toch nog zeker de moeite waard. Oh ja, nog een eervolle vermelding voor de girafcentauren. Toch een heel geslaagde creatie, vind ik. In het Frans zijn ondertussen al vier albums van de Landen van Ogon verschenen. Ik blijf het verder volgen. Tekst / tekeningen : David Boriau / Steven Dhondt
Standaard Uitgeverij, 104 blz., HC : 23,99 euro Harde western met mystiek sjamaansausje Colorado, 1877. Fotograaf Oscar Carjat heeft zich ontfermd over de jonge Cheyenne-indiaan Dull. Dull was acht jaar eerder getuige hoe zijn volledige stam uitgemoord werd door een moordlustige bende onder leiding van Seth Kober, alias de ‘man met de verbrande wenkbrauwen’. Sinds die dag zint hij op wraak. Dull beschikt ook over bijzondere talenten. Hij tekent al zijn hele leven. Op basis van mondelinge beschrijvingen van personen tovert hij hyperrealistische portretten op papier. Dat is een ideale hulp voor fotograaf Carjat. Hij specialiseert zich met de hulp van Dull in het ontwerpen van de beroemde ‘Wanted’-affiches. Maar er is meer. Wanneer Dull erin slaagt om iemand gelijkend op papier te krijgen, slaagt hij er ook in om die persoon in het echt op te sporen. Op hun pad ontmoeten Dull en Carjat ook nog Silent Rose, een zwarte revolverheldin, die ook op zoek is naar de ‘man met de verbrande wenkbrauwen’. En daar heeft ze ook haar eigen redenen voor. Het duo wordt zo een trio en het pad op weg naar de ultieme wraak lijkt nu geëffend… Een jonge indiaan die zich wil wreken op een groep moordenaars. Het lijkt niet bijster origineel qua insteek maar toch is dit oneshot meer dan de moeite waard. Naast de obligate westernelementen als gunfights, bezoekjes aan de lokale saloon en postkoetsen heeft scenarist David Boriau er ook een mystiek sjamaansausje overheen gegoten. Dat maakt dit album dan toch weer anders dan de klassieke spaghettiwestern. Ik volg stripmaker Stedho al heel lang. Alles begon voor hem onder de vleugels van kinder- en jeugdauteur Marc de Bel, nadien publiceerde hij zijn eigen tekstloze oneshot Ooievarken en ging de bal aan het rollen. Zo volgden ondermeer albums als Red Rider (een moderne interpretatie van de Rode Ridder), het oneshot Oceaankind en Daan Quichot. Zopas verscheen de vertaling van de twee albums van Heksenkind (bij uitgeverij Daedalus). Nu is er dan een western. Stedho wilde al langer een western in beeld brengen en hij doet dit met verve. Zijn découpage is erg dynamisch, bij momenten filmisch. De tekeningen stralen tegelijk iets realistisch uit maar ook iets karikaturaal. Het album telt ruim honderd bladzijden maar leest heel vlot weg. Er is heel veel actie te zien. Panoramische vergezichten worden afgewisseld met close-ups (blz. 14: mooi hoe er wordt ingezoomd op de schetsende handen van Dull) en vogel- (in dit geval: adelaar)perspectieven (blz. 84). Bij momenten is dit verhaal niet voor watjes. Het bloed spat af en toe serieus van de pagina’s als er bijvoorbeeld wordt gefocust op afgehakte handen of een met kogels doorboorde schedel. Helemaal op het einde zit zelfs een scène (blz. 93) die even goed in een horrorstrip zou kunnen thuishoren. Een mix van elementen dus. Stedho werkt in 2018 en 2019 al met scenarist David Boriau samen voor de trilogie Obscurcia. Deze drie verhalen werden nooit vertaald. Wordt dit dan de definitieve doorbraak van Stedho bij onze zuiderburen? Het zou zomaar eens kunnen en vooral het zou heel erg verdiend zijn. Nog twee zaken over de cover. Stedho wordt hier als Steven Dhondt vermeld. Op de Frans markt loopt immers nog een stripmaker rond die als pseudoniem Stédo (Stéphane Dauvin, ondermeer tekenaar van een aantal albums van Garage Isidoor) heeft gekozen. Om alle misverstanden te vermijden kiest ‘onze’ Stedho er dan maar voor om zijn volledige naam op de cover te plaatsen. Tenslotte moet je zeker nog eens de cover herbekijken als je het album hebt dichtgeklapt. De contouren van Dull op de diligence krijgen dan zeker een extra dimensie. Ik had het ook pas door na het lezen van het volledige verhaal. Aanrader! Tekst / tekeningen : Benoît Peeters / François Schuiten
Casterman, 90 blz., HC : 29,99 euro Een allerlaatste (?) bezoekje aan de Duistere Steden Het is moeilijk om dit album te beschrijven. Net als het hoofdpersonage is het op alle vlakken een hybride album. Het hoofdpersonage is de zogenaamde Nautipus, een dierlijk wezen met tentakels maar tegelijk ook een mechanische onderzeeër. Het is een strip maar eigenlijk ook een geïllustreerde roman. Het is voor het grootste deel fictie maar ook een beetje realiteit. Het is een hommage aan Jules Verne maar toch ook meer dan dat. Het album valt eigenlijk uiteen in vier delen. In het eerste deel van 58 bladzijden volg je de overpeinzingen van de beroemde kapitein Nemo die aan een soort van geheugenverlies lijdt. Hij vertelt zijn verhaal met links de tekst en een kleine tekening in zwartwit van de man. Rechts staat een paginagrote tekstloze illustratie in zwart-wit. Tekenaar Schuiten moet wel héél veel liters inkt hebben verbruikt om dit allemaal in beeld te brengen. Daarna volgen acht bladzijden waarin de hoofdpersoon in een andere wereld binnenstapt. Hiervoor gebruikt de tandem Peeters-Schuiten wel conventionelere stripvakjes met onder elk vakje een kort woordje uitleg. Het begint nog in zwart-wit maar geleidelijk keren de kleuren hier terug. In het voorlaatste deel van twintig bladzijden volgen we een imaginaire auteur, Michel Dufrénoy, in het ‘Parijs van de 20ste eeuw’. Ook hier per blad één grote zwartwittekening met een drietal zinnetjes uitleg. Helemaal op het einde zijn nog een viertal bladzijden toegevoegd waarin Peeters uitlegt wat de link is tussen de Franse stad Amiens en dit album. In 2025 zal een beeld van de Nautipus in Amiens zelf herrijzen. Is dit album een aanrader? Wat mij betreft zeker niet. Het voelt aan als een samenraapsel van verschillende losse illustraties die Schuiten al had gemaakt voor Amiens. Die dienden als vertrekpunt voor scenarist Benoît Peeters om er dan maar een verhaal rond te breien. Schuiten zei de ‘klassieke’ strip een aantal jaren geleden vaarwel en lanceert sindsdien allerlei afgeleide illustraties, installaties en creaties op de wereld. Grote klasse. Dat wel. Een echte klasbak: zeker en vast. Maar dit is allemaal minder mijn dada. In 1987 maakten beide heren ook al De Archivaris, een mengelmoes van illustraties en tekst. Ook die saus pakte toen niet voor mij en ik heb dat album al een tijd terug van de hand gedaan. Mooi om naar te kijken maar daar stopt het dan ook. Voor mij mag (moet) er meer vlees aan zitten om mij een aangename leeservaring te geven. Enkel voor de échte fans dus die blindelings alles kopen uit het universum van De Duistere Steden. En zo zijn er ongetwijfeld best wel veel. |
Archives
Maart 2024
|