Tekst / tekeningen : Jarry / Gomes
Daedalus, 56 blz., SC + HC Mag of moet elk mens met spijt leven? De rijke grootgrondbezitter Yvon is een echte workaholic. Hij maakt nauwelijks tijd voor zijn gezin. Het enige wat telt is werken en geld verdienen. Maar dan slaat het noodlot een paar keer toe. Eerst verliest Yvon zijn echtgenote na een miskraam en kort daarna overlijdt ook zijn zesjarige dochter Lenaïg. Na de begrafenis van Lenaïg komt hij een groepje vreemde dwergjes tegen. Ze noemen zichzelf de Woudgeesten. Ze zien het verdriet en vooral de spijt op het gelaat van Yvon en doen hem een voorstel. Als Yvon tegen de volgende nieuwe maan een rond wit brood en een haarlok van zijn overleden dochtertje onder de Beuk van de Reiziger legt, zal hij één dag per jaar zijn dochter levend terugzien. Yvon gaat onmiddellijk akkoord met het bizarre onverwachte voorstel. Elk jaar op de dag van haar overlijden keert Lenaïg terug. Op die dag doet Yvon elk jaar zijn best om er een onvergetelijke dag van te maken en zo wat van de verloren tijd uit het verleden goed te maken. Maar na een nieuwe tegenslag zoekt Yvon zijn heil in de drank… De eenzaamheid van Yvon is vanaf de eerste pagina duidelijk. Het begin leest als één lang mea culpa van Yvon. Hij worstelt met zichzelf. Hij heeft spijt dat hij zo weinig tijd heeft gemaakt voor zijn gezin. Net als in de voorgaande albums van Brocéliande zit ook in dit album een moraliserende levensles. Deze keer ligt het zedenlesje er wel heel dik op. Toch heb ik dit allerlaatste album met plezier gelezen. Het is een geslaagde afsluiter van deze poëtische, feeërieke reeks. Het tekenwerk van François Gomès leerde ik eerder in deze reeks kennen met het 5de deel. Toen was ik al enthousiast en dat blijf ik ook nu. Zijn liefde voor de natuur, het platteland voel je doorheen zijn tekenwerk. Ook het weergeven van emoties gaan hem bijzonder goed af. En dat is in dit album wel heel belangrijk. Een reeks die nauwelijks zwakke albums heeft gekend en op een hoogtepunt eindigt. Zo zou het meer moeten zijn. Stop met reeksen uit te persen en albums te produceren van een steeds lager niveau.
0 Comments
Tekst / tekeningen : Gloris / Mouclier
Daedalus, 56 blz., HC : 19,95 euro Gevaarlijker dan een slang De laatste Egyptische koningin Cleopatra plaatst zich onder bescherming van haar geliefde Julius Caesar. Dat is zeer tegen de zin van Ptolemaeus XIII, haar piepjonge broer/echtgenoot. Ptolemaeus wil kost wat kost weer de absolute macht grijpen en wil daarom alle Romeinse troepen van Caesar verjagen. Cleopatra van haar kant wil heel graag op de troon blijven zitten. Ze wil de onafhankelijkheid van haar land niet prijsgeven. Egypte een van de vele Romeinse ‘provincia’ laten worden? Dat ziet ze niet meteen zitten. De geboorte van Caesarion, het zoontje van Cleopatra en Julius Caesar, wordt geboren in Egypte. Cleopatra wil dat Caesar, die inmiddels naar Rome is teruggekeerd, zijn zoontje ook te zien krijgt. Ze reist mee met Caesarion naar Rome. Dat had Caesar dan weer niet verwacht… Deze minireeks van vier albums is geschreven door het scenaristenduo Marie en Thierry Gloris. Je voelt dat ze zich verdiept hebben in het leven van Cleopatra. Ze weten waarover ze het hebben. Ik geef zelf al ruim twintig jaar les over Cleopatra. Dus albums en reeksen als deze kan ik alleen maar koesteren. De scenaristen besteden veel aandacht aan de politieke intriges in Egypte en Rome maar ook aan de verleidingskracht van Cleopatra en de complexiteit van relaties waarin ze verstrikt zat. Haar sluwheid en intelligentie (vooral op vlak van filosofie zo blijkt) staan centraal in dit tweede album. De vele droomsequenties van Cleopatra zouden gewoon in een geschiedenishandboek kunnen geplaatst worden. Isis en Osiris, hun zoon Horus, Anubis en de weging van het hart op de dag des oordeels… het komt allemaal aan bod. Verhaal is dus top en het tekenwerk is van hetzelfde hoge niveau. Het realisme dat Mouclier hanteert is toch levendig en heel aangenaam om volgen. De personages zijn niet houterig maar lijken echte mensen. De prachtige decors zijn magistraal en tonen de grootsheid van Egypte. Zijn inkleuring is een boeiend spel met licht. Door heel specifiek bepaalde gebouwen of gelaatsuitdrukking letterlijk in de schijnwerpers te plaatsen vertelt hij ook een verhaal zonder woorden of beelden. Wat is dit een topreeks binnen de collectie Bloedkoninginnen. Voor mij de beste tot nu toe. Op de binnenkant van de kaft staan al een aantal nieuwe reeksen aangekondigd. Laat maar komen! Tekst / tekeningen : L’Hermenier / Stedho
Jungle Pépites, 64 blz., HC : 14,95 euro Moderne versie van Klein Duimpje Yann Doutreleau is tien jaar. Hij is de jongste van zeven broers. Yann is ook de enige die op zijn eentje geboren is. Zijn zes oudere broers zijn immers allemaal als tweelingen ter wereld gekomen. Yann spreekt niet, noch thuis noch op school. Hij groeit met zijn broers op bij ouders die geen enkele vorm van genegenheid of affectie tonen naar hun kinderen. Wanneer Yann voor de zoveelste keer getuige is van een huiselijke ruzie, besluit hij met zijn zes broers weg te vluchten. Hij wil naar zee. Yann is dan ook een grote bewonderaar van de oceaan. Hij leest er veel over, hij droomt over reizen op zee… Tijdens hun lange vlucht krijgen ze gelukkig hulp van onder andere een vriendelijke vrachtwagenchauffeur, een gulle bakkersvrouw en een bereidwillige kruidenier. In Frankrijk is Jean-Claude Mourlevat een bekend jeugdauteur. Hij schreef al meer dan dertig kinderboeken waarvan uitgeverij Jungle twee boeken heeft uitgebracht als strip. Scenarist Maxe L’Hermenier was hiervoor verantwoordelijk. L’enfant océan is er ééntje van. Het verhaal is overduidelijk geïnspireerd op het beroemde sprookje van Klein Duimpje van Charles Perrault. Ook hier vluchten zeven broertjes weg uit vrees voor hun gewelddadige vader. Steven Dhondt (Stedho) behoort samen met Steven Dupré en Jan Bosschaert tot mijn drie favoriete Vlaamse tekenaars. Stedho heeft me nog nooit ontgoocheld. Ook nu weer brengt hij met veel gevoel en bijzonder zwierige (digitale) penseeltrekken het verhaal in beeld. Hij is heel goed in het tonen van emotie in de talrijke close-ups van dit verhaal. Maar ook volgepropte decors van rommelige huiskamers of volgepropte boerderijen gaan hem bijzonder goed af. De quasi tekstloze droomscène op bladzijde 8 en 9 aan de ene kant en de gruwelijke scène op bladzijde 28 (waarin we Yanns woedende vader zien en een nest van 7 pasgeboren jonge katjes met de hoofdjes van Yann en zijn broertjes) aan de andere kant, zijn me het meest bijgebleven na het lezen van dit album. Behalve een gouden leeslint bevat dit album ook een soort didactisch dossiertje met info over de schrijver, een anagramspelletje en enkele vraagjes om te checken of de jeugdige lezers alles wel goed hebben begrepen. In 2019 verscheen van Stedho het emotionele album Daan Quichot en de spaghetti van Opa Pier (bij uitgeverij Bakermat). Een pareltje dat veel meer aandacht verdient dan het tot nu toe heeft gekregen, vind ik. Mijn bespreking van deze strip, vind je hier. Nadien maakte hij vooral strips die enkel in het Frans verschenen. Zo maakte hij bij uitgeverij Jungle (ook met scenarist Maxe L’Hermenier) het album Fils de sorcières (eveneens gebaseerd op een Frans kinderboek) en met David Boriau maakte hij het drieluik Obscurcia voor uitgeverij Delcourt. Als fan van zijn werk, ben ik al deze albums in het Frans blijven kopen en lezen. Toch blijf ik stiekem hopen op een Nederlandstalige uitgever voor al deze albums. En wat blijkt? Van Stedho vernam ik deze week zelf het nieuws dat uitgeverij Daedalus de rechten heeft gekocht om L’enfant océan naar het Nederlands te vertalen. Hopelijk doen ze dat ook met het recent verschenen album Le faucon déniché, getekend door Vlaming Steven Dupré. Deze strip verscheen anderhalve maand geleden ook bij de Franse uitgever Jungle. En jawel, ook hier luistert de scenarist naar de naam Maxe L’Hermenier. Die man heeft duidelijk begrepen dat er flink wat Vlaams tekentalent bij ons rondloopt. Laat nu die vertalingen maar volgen. Oh ja, Stedho werkt momenteel aan een tweede album van Fils de sorcières. Tekst / tekeningen : Yann / Surzhenko
Le Lombard, 48 blz., SC : 8,50 euro / HC : 16,95 euro Thorgal in de onderwereld? Sveynn is nog altijd op zoek naar zijn adoptievader. Zijn echte vader Harald Blauwtand wil hem immers niet erkennen. Voor Harald is Sveynn niet meer dan een bastaardzoon. Aan boord van een drakkar probeert Sveynn met ondermeer ook Thorgal en Aaricia bij zich te ontsnappen aan de toorn van Harald. Maar ze lijden schipbreuk en komen op een zandbank terecht. Er breekt ook brand uit aan boord waardoor ze halsoverkop aan land moeten gaan op het dichtstbijzijnde eiland. Het eiland oogt verlaten maar behalve giftig fruit valt er niet veel te vinden om te overleven. Drinkbaar water vinden is ook geen eenvoudige opdracht maar wel heel belangrijk. Thorgal besluit ondergronds op zoek te gaan naar een drinkbare waterbron. Hij ontdekt vrij snel de ruïnes van een ondergrondse necropool. Een Wolfvrouw bewaakt er de brug tussen Midgard en het rijk van de doden. Is Thorgal dan in de onderwereld terecht gekomen? Als diehard-fan van alles wat met het universum van Thorgal te maken heeft, is het moeilijk voor mij om objectief te blijven wanneer een nieuw album van mijn lievelingspersonage in de rekken ligt. Tekenaar Surzhenko kwijt zich zoals gewoonlijk heel goed van zijn taak. Ik zag in hem, meer dan in Fred Vignaux, de ideale opvolger van grootmeester Rosinski (die wel de covers blijft schilderen en zo de continuïteit waarborgt) om de hoofdreeks verder te zetten. Dat bleek dus niet het geval. Maar voor de ‘jonge jaren’ en die andere spinoff rond ‘Wolvin’blijft Surzhenko wel de vaste tekenaar. Zijn realisme komt heel dicht bij de stijl van Rosinski in de topjaren van de hoofdreeks. Scenarist Yann stopt heel veel elementen uit de Noorse mythologie in zijn verhalen. Ook nu zijn er talrijke voetnoten die duidelijk maken dat Yann zich echt wel heeft ingelezen in het wereldje. Walhalla, Nidhogg, Helheim, Midgard worden vermeld. Veel goden worden aanroepen als Odin, Thor, Loki en Frigg. Het verhaal zelf leest wel heel vlot. Voor je het weet ben je er doorheen. Niets mis mee maar een ‘grand cru’ is dit verhaal niet. De titel deed bij mij een belletje rinkelen. In 1986 verscheen Alle tranen van de hel, het derde album in de reeks XIII met een bijna identieke titel. De cultstatus dat dit album kreeg, zal wellicht niet voorbehouden zijn aan dit negende album van De jonge jaren van Thorgal. Lekker leesvoer. Geen complexe scenario’s. Dat mag ook al eens. |
Archives
Maart 2024
|