Tekst / tekeningen : Corbeyran / Vukic
Daedalus, 56 blz., HC + SC Waar komen Halfelfen vandaan? De verteller is Halfelf Cleeriis. Ze is inmiddels boven de zeventig maar ze rakelt een geschiedenis op van toe ze zelf amper dertien was. Toen was ze een gewaardeerd parelvisser. Ze kon als geen ander de zeldzame en dus waardevolle koralisparels opduiken. Haar leventje veranderde met de komst van twee Witte Elfen, Galamnon en Aaliatep, bij Cleeriis. Ze huurden haar in als hun persoonlijke gids. Ze wilden achterhalen wat er onlangs op het eiland Ekrin gebeurd was. Daar zou een oude heremiet, Nawel genaamd, heel plots verdwenen zijn. Maar alleen vissers uit de buurt kunnen tussen de verraderlijke zandplaten het eiland bereiken. Cleeriis kende dankzij haar vader de enige vaargeul die veilig naar Ekrin leidt. Nawel nam Cleeriis en haar blinde zus onder haar hoede na de dood van hun vader. Toen ze groot genoeg waren om hun eigen benen te staan, keerde Nawel terug naar het eiland Ekrin omdat ze nu eenmaal liever op haar eentje leeft in compleet isolement. Ze wou daar van haar oude dag genieten en er ook sterven. Sinds een paar dagen ontbrak elk spoor van Nawel. Wanneer het trio op het eiland aankwam, bleek niet alleen Nawel verdwenen maar ze ontdekten ook de gevolgen van een bloedbad. Het leek erop alsof de hele eilandbevolking was uitgemoord. Wie kon daarachter zitten? En waarom waren de Witte Elfen zo geïnteresseerd in de verdwijning van een Halfelf? Scenarist Corbeyran dringt met dit album binnen in de oorsprong van de Halfelfen. Hij neemt ruim de tijd om de verschillende hoofdpersonen voor te stellen en de inzet voor elk van hen duidelijk te maken. Dit deel van het album vond ik heel erg geslaagd. Jammergenoeg lijkt het wel alsof Corbeyran zijn diesel iets te traag op gang was geschoten want in de laatste bladzijden volgt een (te?) gewelddadige en (te?) plotse afwikkeling. Op enkele bladzijden laat hij de belangrijkste personages waaraan je je als lezer was gaan hechten, één na één afslachten. Het einde vond ik dan ook te abrupt. Een vijftal extra pagina’s was hier zeker op zijn plaats geweest. Het einde had ook best wat subtieler gemogen. Het tekenwerk van Bojan Vukic (die ook verantwoordelijk was voor deel 14 in deze reeks) is erg gedetailleerd en zijn variatie in paginaopbouw zorgt dat het verhaal bijzonder vlot leest. Voor mij is hij een van de beste tekenaars uit het steeds uitdijende universum van de ‘Werelden van Aran’. Slotsom: heel erg knap tekenwerk en een meer dan vermakelijk verhaal. Voor mij alweer een geslaagd ‘Elfen’-album. Niet het beste uit de reeks maar zeker ook geen tegenvaller.
0 Comments
Tekst / tekeningen : Jarry / Bordier
Daedalus, 56 blz., HC + SC Voor een Dwerg is vrijheid geen recht Dröh van het Schild is zeven jaar van zijn familie en thuis weggeweest. Hij leefde ver weg in het land van de Ogers. Zeven jaar waarin hij veel heeft getraind maar waarin hij vooral ook veel is veranderd. Hij heeft veel getraind. Vechten is voor Dwergen noodzakelijk om hun vrijheid te herwinnen tegen de dominante ordes. Vrijheid is voor hen geen recht. Nu is het tijd om terug te keren. De vernederingen heeft hij niet gemist maar wel zijn moeder, zijn zus en zijn geliefde Tana. Na zeven jaar wordt Dröh wel overmand door twijfel of Tana wel echt diegene is waarmee hij wil huwen. Daarvoor is hij niet teruggekeerd. Hij wil vooral tonen dat het leven van elk levend wezen even veel waard is, wat zijn rang, stand of herkomst ook moge zijn. Scenarist Nicolas Jarry deelt dit verhaal op in twee delen. Het eerste deel vertelt over de terugtocht van Dröh, het tweede over de ontwikkeling van zijn nieuwe persoonlijkheid. Deze keer staan de gevechten niet centraal maar ligt de focus echt op de evolutie die het hoofdpersonage doormaakt. Een origineel gegeven. Tekenaar Jean-Paul Bordier tekende eerder al het vierde album in deze conceptreeks en ook in die andere topreeks Elfen maakte hij het vierde album. Hij is een realistisch tekenaar met veel oog voor detail, zowel bij het uitwerken van wapens, kostuums alsook bij het weergeven van de juiste emoties. Dat laatste is in dit negende album écht wel heel belangrijk. Origineel is het allemaal niet maar wel vermakelijk. Tekst / tekeningen : Pascal Jousselin
Dupuis, 48 blz., HC : 13,95 euro De bizarre magie van de strip Onklopbaar is een superheld. Een stripsuperheld. Verwacht je echter niet aan een nieuwe Marvel-held in de lijn van Wolverine, Black Widow of Captain America. Helemaal niet zelfs. Onklopbaar is een mollig mannetje in het felgeel gekleed met als accessoires een zwart masker, zwarte laarzen en zwarte cape. Het album is een afwisseling van doldwaze gags van één pagina enerzijds en kortverhaaltjes anderzijds. Wat Onklopbaar vooral uniek maakt is de unieke pagina-opbouw. De superkracht van Onklopbaar is immers het talent om door de kaders van een strip heen-en-weer te bewegen. Zo kan hij terugkeren in de tijd maar evengoed even vooruit gaan lopen. Ideaal om weduwen, wezen, katten, postbodes, tuiniers… uit de nood te helpen. Ook perfect om bankrovers, gekke geleerden tegen te houden. En het is ook een talent waar je al snel fans door krijgt. Zo is er de zogenaamde 2D-Boy die door Onklopbaar wordt opgeleid om ook een superheld te worden. Hilarische toestanden. Ik heb me echt geamuseerd met dit album. Het is vernieuwend. Verfrissend. Heel kinderlijk getekend. Vol grappige vondsten. Je wordt als lezer als het ware verplicht mee te gaan in de opbouw van het scenario, in het stramien van de grap. Dat is toch iets wat je niet vaak tegenkomt. Het deed me af en toe terugdenken aan de klassieker ‘Album 26’ van De Kiekeboes waar Merho ook speelde met de ‘regels’ van een strip of aan het onderschatte De Ballonnenprater (verscheen in HC bij Lombard in 1987 van tekenaar Serge Gennaux). Niets negatiefs te vertellen over Onklopbaar? Euh… toch één iets. Dit soort strip is (ook) écht leesvoer voor kinderen en tieners. Draai dit soort album dan in een goedkoper softcovertje. Kids (en hun ouders) betalen niet graag meer dan tien euro voor een strip, vrees ik. Een slappe kaft ‘past’ ook gewoon bij een gagstrip als je denkt aan voorbeelden als Agent 212, Titeuf, Goblins, Cédric, Vrouwen in ’t Wit… Tekst / tekeningen : Léo
Dargaud, 62 blz., SC : 7,95 euro Good old Léo Kim Keller en haar ‘mantrisse’-groep van zes andere leden zijn via de kwatumpoort in de geheimzinnige, zwevende kubus op een andere planeet beland. Vrijwel onmiddellijk slaat het noodlot toe: Manon wordt ontvoerd door een Tsalteriaan, zoals de lokale buitenaardse inwoners heten. De meerderheid van de aardbewoners zien de Tsalterianen als hooghartige, griezelige wezens maar dan wel met een technisch heel hoogstaande beschaving. De contacten tussen beide lopen stroef en alleen via Kim is er een akkoord om met elkaar in contact te treden. De kersverse gouverneur vertrouwt het hele gedoe niet en wil de kubus laten verzegelen in een betonnen sarcofaag. De gouverneur geeft Kim en haar team exact één week de tijd om Manon alsnog aan de ‘andere zijde’ te gaan zoeken. De tijd tikt dus voor Kim en C° Spannend, heel spannend dit tweede deel. Het eerste deel was vooral sfeerscheppen en het voorstellen van de verschillende personages. En dat zijn er best veel. Maar in dit vervolg is het tijd voor actie, spektakel en veel exotische fauna en flora. Allemaal elementen die we al tientallen jaren van Léo gewend zijn. Een aanrader dus. Het zijn deze keer albums van 62 bladzijden in plaats van 48. En Terug naar Aldebaran zal slechts drie episodes tellen en geen gebruikelijke vier (zoals bij Aldebaran, Betelgeuze en Overlevenden) of vijf (zoals bij Antares). Ik heb ook horen waaien dat deze vijfde cyclus de allerlaatste zou zijn. Zoals het nu aanvoelt, wordt het een afscheid in schoonheid. Wat blijf ik een bewonderaar voor het creatieve brein van de Braziliaans-Franse tekenaar Léo. |
Archives
Maart 2024
|