Tekst / tekeningen : Frédéric Campoy / Mathieu Blanchot
Daedalus, 96 blz., HC: 29,95 euro Allereerste vrouwelijke lama uit de geschiedenis Alexandra David-Néel was een Belgische ontdekkingsreizigster. Ze was doordrongen van het boeddhistisch geloof en schreef ook tientallen filosofische boeken bij elkaar. Ze werd vooral bekend door haar bezoek aan de (voor buitenlanders) verboden Tibetaanse hoofdstad Lhasa. Ze was zo de allereerste Europese vrouw die voet zette op Tibetaanse bodem. Uiteindelijk zou ze 14 jaar in India verblijven. Op 8 september 1969 stierf ze op 100-jarige leeftijd in haar huis in Digne-les-Bains. Haar laatste wens was dat haar as, net als de as van haar adoptiezoon Yongden, in de Gangesrivier verspreid zou worden. Voor haar trouwe assistente Marie-Madeleine Peyronnet is dit dé kans om naar de mystieke plaatsen te gaan waar ze zoveel over heeft horen vertellen. In dit laatste album gebeurt er best nog wel wat. Er is het overlijden van Philippe, de echtgenoot van Alexandra, op amper 59-jarige leeftijd. Marie-Madeleine bezoekt nog een aantal plekken die voor Alexandra heel veel betekend hebben als het Chinese Peking en het bergmeer van Allos. Ook de ontmoeting van de Dalaï Lama aan het graf van Alexandra krijgt aandacht. Net als in de vorige albums wordt het heden (in zwart-wit tinten) afgewisseld met flashbacks in mooie, warme kleuren. Marie-Madeleine brengt in dit slotdeel een uniek boeddhabeeldje terug naar een Indisch klooster in de Himalaya. Dat beeldje was ooit aan Alexandra toevertrouwd uit bewondering en erkentelijkheid. De boeddhistisch bevolking ervaart de teruggave van dit beeldje als een bijzonder gelukkige gebeurtenis. Daarmee is voor hen de cirkel mooi rond. Na vier delen is het duidelijk geworden dat Alexandra David-Néel een wel heel sterke vrouw was. Een uitzonderlijk sterk karakter dat voortdurend een strijd voerde om de leer van de boeddhisten naar het westen over te brengen. Ze vond dat er te veel onwetendheid heerste over de oosterse filosofie. De belangstelling hiervoor aanwakkeren was één van haar grootste drijfveren. Ik heb zelf niets met boeddhisme. Toch heb ik de hele reeks met veel plezier gelezen. Dat is met een het grootste pluspunt van dit verhaal. Je hoeft geen grote affiniteit te hebben met de Tibetaanse monniken. Het verhaal boeit, vooral door de afwisseling van heden en verleden. Op het einde zit nog een bijlage van acht bladzijden met achtergrondinfo en fotomateriaal. Een commerciële hoogvlieger zal dit vierluik wellicht niet worden. Daarvoor is het onderwerp te niche en de HC-uitvoering te duur. Toch hoop ik dat de aantrekkelijke tekenstijl wel de weg opent naar een zo groot mogelijk lezerspubliek. Mooi dat uitgeverij Daedalus ook dit soort verhalen in hun fonds opneemt.
0 Comments
Leave a Reply. |
Archives
April 2024
|