Tekst / tekeningen : Jean-Pierre Gibrat
Daedalus, 65 blz., HC : 19,95 euro Perikelen tijdens de Spaanse burgeroorlog Hoofdpersoon Mattéo leeft nog steeds in Alcetria tijdens de Spaanse burgeroorlog bij de norse don Figueras. De fanatieke nationalist zit in een rolstoel en is dus volledig afhankelijk van Mattéo en zijn republikeinse medesoldaten. Al deelt Mattéo totaal niet zijn fascistische ideeëngoed, toch groeit er wederzijds respect. Er vindt ook een vreemde wissel plaats: Amélie (die gevangen zat bij de falangisten, fanatieke aanhangeres van dictactor Franco) wordt ‘geruild’ met de dorpspriester. Maar die overdracht loopt niet meteen zoals gepland. De fascisten komen ondertussen dichterbij maar toch is de oorlog in dit vijfde album eigenlijk alleen maar een decor. Het is deze keer echt een ‘huis clos’-verhaal dat zich in en rond de haciënda van de don afspeelt. We leren Mattéo nog wat beter kennen. Hij zit in een complexe liefdessituatie. Hij bengelt tussen zijn geliefde Aneschka en de knappe Amélie. Amélie rekent op Mattéo om haar te helpen opleiden tot militair. Op het einde word je als lezer ook nog geconfronteerd met een drietal onverwachte gebeurtenissen. Tekenaar en scenarist Gibrat is en blijft een heel getalenteerd stripmaker. Weinig stripmakers zijn zowel top op vlak van scenario als op vlak van tekenwerk. De meesten kunnen het ene facet van het stripmaken opvallend beter dan het andere. Bij Gibrat is dat niet het geval. Zijn teksten zijn bij momenten poëtisch, verhalend (monoloog op het einde!) maar bevatten ook humor (vooral in de gesprekken tussen Mattéo en don Figueras). Zijn tekenwerk blijft top. Hij aquarelleert op een bijzonder hoog niveau. Zijn vrouwenfiguren blijven je verleidelijk aankijken zelfs in tijden van oorlog. Nog één deel en deze sublieme reeks zit erop. Hopelijk gaat Gibrat dan niet op zijn lauweren rusten en komt hij weer met een mooi stripproject op de proppen.
0 Comments
Tekst / tekeningen : Laurent Astier naar een verhaal van Jean-Claude Pautot
Daedalus, 160 blz., HC: 25,50 euro Unieke vertelling na samenwerking tussen stripmaker en ex-gedetineerde Het leven is niet voor iedereen even simpel. Zeker niet als je geboren bent onder een slecht gesternte. Voor sommigen lijkt het wel in de sterren geschreven dat ze op het verkeerde pad zullen eindigen. Van kleine winkeldiefstallen op je vijftiende over steeds ernstiger wordende feiten tot er geen weg terug meer is. Dat heeft Jean-Paul Pautot allemaal meegemaakt. Dit album is gebaseerde op zijn leven en zit dus vol waargebeurde feiten. In het verhaal luistert het hoofdpersonage naar de naam Pépé. Zijn levensverhaal wordt niet lineair verteld. Scenarist en tekenaar Astier kiest er bewust voor om in acht verschillende hoofdstukken van flash-back naar flash-forward te springen. Alles begint meteen met een sprong naar het verleden wanneer Pépé in 1982 probeert te ontsnappen uit de gevangenis van Lyon. Je waant je meteen in een gevangenisserie à la Prison Break. Elk hoofdstuk baadt ook in één welbepaalde kleur. Opnieuw een bewuste keuze van Astier. Gewapende overval, moordpoging, bendevorming, bezit van verboden wapens… Al dit fraais verschijnt op het strafblad van Pépé. Astier maakte dit stripalbum na gesprekken met Jean-Claude Paupot in de gevangenis. Daar gaf Astier immers een workshop striptekenen. Het tweetal raakte aan de praat en vrij snel ontstond het idee om het leven van Jean-Claude om te zetten in een strip. Het verhaal bevat actie maar zeker geen gratuite gevechtsscènes of schietpartijen. Het toont vooral een rauw maar realistisch beeld van de actuele misdaadwereld. Op het einde zit een extra dossier met schetsen van de verschillende personages en ook (toch vrij uniek) officiële documenten uit de lijvige politie- en justitiedossiers van Paupot. Een grote fan van het tekenwerk van Astier zal ik nooit worden maar voor dit soort verhaal paste deze weinig gedetailleerde en vooral dik geïnkte tekenstijl wel. In het Frans verscheen dit album al drie jaar geleden bij uitgeverij Casterman. Het slotalbum staat voor december in het Nederlands aangekondigd. Tekst / tekeningen : Nihoul / Mantovani
Daedalus, 56 blz., HC : 19,95 euro Regeren over China is als dansen op een slappe koord Het feodale China. Tseu Hi alias Cixi is keizerin van de Qing-dynastie in de tweede helft van de 19de eeuw en het begin van de 20ste eeuw. Ze regeert met harde hand samen met haar vertrouweling Li, Groot-Eunuch. Ze kampt met koloniale acties van het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. Li wordt door Tseu Hi naar Shanghai gestuurd. Daar staan de Taiping op punt om hete keizerlijke leger te verpletteren. De Taiping is een sekte met christelijke invloeden die vooral bij de paria’s van het Chinese rijk in de smaak vallen. Na de nederlaag van de Taiping wacht China een nog grotere uitdaging: het staat op de drempel van de moderniteit. China is genoodzaakt om zich langzaam open te stellen voor de rest van de wereld (locomotieven, nieuwe irrigatiesystemen, steenkoolontginning…). Maar tradities gooi je niet zomaar over boord. Het scenario van Nihoul houdt er een strak verteld tempo op na. Er gebeurt heel veel. De focus ligt wel (te?) veel op de seksuele uitspattingen van Tseu Hi. Maar bloot verkoopt, zullen we maar zeggen. Het tekenwerk en felle inkleuring van Mantovani heb ik zeker kunnen smaken. Hij slaagt er met succes in om de meest uiteenlopende scènes op papier te toveren: onthoofdingen, seksscènes, sneeuwlandschappen, stomende locomotieven, indrukwekkende decors aan het koninklijke hof… Geen sinecure maar hij doet het uitstekend in het slotdeel van dit tweeluik. Tekst / tekeningen : Parthoens & Culliford / Alain Maury
Standaard Uitgeverij, 48 blz. : 6,50 euro Eendracht maakt macht In 2017 kon je naar de animatiefilm De Smurfen en het Verloren Dorp gaan kijken. In het kielzog van deze release werd ook het gelijknamige stripalbum met vijf kortverhalen uitgebracht. De film en de strip introduceerden een hele nieuwe reeks van personages, de zogenaamde Meisjessmurfen al Smurfwilgje, Smurfstorm en Smurfbloesem. In het Frans volgden al snel een tweede en derde album in deze ‘nevenreeks’. Het was wel heel lang wachten op de vertaling van deze albums. Eindelijk ligt dan nu deel twee Het verraad van Smurfbloesem in de winkel. Het verhaal begint met de jaarlijkse Smurfenboomspelen. Zoals ieder jaar is Smurfstorm de grote favoriet. Maar dit jaar krijgt ze te maken met een tegenstander van formaat: Potige Smurf. Vrij snel moet het sportieve wijken voor ernstigere zaken. De waterstand van de rivier blijft onrustwekkend snel zakken. Klungel, Brilsmurf, Potige Smurf en vier vertegenwoordigers uit het Meisjesdorp gaan op onderzoek uit. Ik behoor met mijn 43 lentes al lang niet meer tot het doelpubliek van deze reeks. Maar ik kan het niet helpen. Ik blijf dit graag lezen. Noem het pure nostalgie. Daarenboven verdient de inkleuring van de albums uit deze nevenreeks een extra vermelding. Enkel de personages worden geïnkt. De decors worden niet omlijnd door zwarte lijntjes en alles krijgt zo een schilderachtig sfeertje. Zalig! Voor mij mag deze inkleuring gerust doorgetrokken worden in de albums van de hoofdreeks. Tekst / tekeningen : Seiter / Régric naar Jacques Martin
Casterman, 48 blz., SC : 7,95 euro De grimmige sfeer van de Zuid-Afrikaanse ‘Apartheid’ December 1954. Journalist Lefranc en Jeanjean brengen hun kerstvakantie door in Straatsburg, in de Franse Elzas. Daar ontmoeten ze de Zuid-Afrikaanse Eline Van Dijck. Haar grootvader Geert is een rijke grootgrondbezitter. Hij is eigenaar en uitbater van een natuurreservaat in de Zuid-Afrikaanse provincie Transvaal. Hij doet er onderzoek en streeft naar behoud en bescherming van veel lokale diersoorten. Op een bepaald moment worden er dieren op mysterieuze manier gedood en raken rangers gewond. Daardoor raakt het imago van het park beschadigd en toeristen worden afgeschrikt. De annulaties stromen binnen. Geert Van Dijck panikeert. Hij wil geen risico lopen en stuurt zijn kleindochter Eline uit naar Frankrijk. In Straatsburg leert ze Lefranc en Jeanjean kennen. Na een dagje skiën wordt Eline echter ontvoerd. Lefranc besluit Lefranc op onderzoek te gaan naar Zuid-Afrika. Vrij snel blijkt dat de aanwezigheid van lithium, tantalium en vooral platina in de Zuid-Afrikaanse bodem een belangrijke rol spelen bij de ontvoering van Eline. Niet elk album van Lefranc is na de dood van bedenker Alex Martin even geslaagd. Dit 31ste album is wel een schot in de roos. Het tekenwerk van Régric moet niet onderdoen voor de klassieke albums. Zijn decors zijn tot in het fijnste detail uitgewerkt. De Elzasstreek van toen (met veel meer sneeuw dan nu) oogt heel aantrekkelijk. Herkenbare trekpleisters als het kasteel van Haut-Koenigsbourg, Sélestat en Straatsburg zijn hyperrealistisch in beeld gebracht. Maar ook het weergeven van de tropische Afrikaanse sfeer gaat Régric bijzonder goed af. Het scenario van Seiter combineert ook als vanouds de elementen waardoor deze reeks bekend is geworden: georganiseerde misdaad met aandacht voor de geopolitieke situatie. Dit album past perfect in de traditie van deze reeks. Voor fans van het eerste uur als mezelf een zalig nostalgische trip met verwijzingen naar oudere albums als Het sein staat op rood en De giftige sneeuw. Enig minpuntje vond ik de coverafbeelding. Niet meteen spectaculair te noemen. Maar fans zijn er genoeg om sowieso dit album aan te schaffen.Volgend jaar viert Lefranc zijn 70ste verjaardag. Benieuwd of het 32ste album dat dan gepland staat op deze positieve weg voortbouwt. Een eerbetoon verdient deze reeks sowieso. Tekst / tekeningen : Mr Tan / Yomgui Dumont
Blloan junior, 128 blz., HC : 11,90 euro Spoken kunnen uitstekende ouders zijn Fraaihuyzen is een stadje dat heel veel troeven heeft. Pittoreske straatjes, gezellige winkeltjes. Het is dus een ideale plek om te wonen. Behalve op het nummer 113 in de Jammerstraat. Daar bevindt zich immers een spookhuis. Eeuwenlang komer hier spokenjagers uit de hele wereld langs om te bewijzen dat er effectief spoken bestaan. Eliott Biglov is negen. Samen met zijn ouders gaat hij verhuizen. Zijn nieuwe adres: Jammerstraat 113. Eliott is vaak alleen thuis aangezien zijn ouders professioneel heel druk bezig zijn. Na dertig bladzijden krijgen we de spoken ook echt te zien. Ze zijn met vier: sheriff Walter, de mollige Eva, gothic girl Amedea en vetkuif Angus. Ze ontpoppen zich tot babysitters voor de kleine Eliott. Alles gaat goed tot Frida Von Schloss, de echte babysitter, opdaagt. Zij blijkt immers een gediplomeerde spokenjager te zijn. Wie zal wie verjagen? Het verhaal is ultraklassiek. Je kan het niet echt origineel noemen. De teksten zijn af en toe poëtisch van aard. Het hoofdingrediënt blijft echter humor. Spoken worden normaal met gruwel en angst geassocieerd maar dat is hier zeker niet het geval. De tekeningen zijn heel dynamisch. Het tekenwerk deed me heel hard denken aan de albums Koning Snotneus van Fabrice Parme en De Spookbrigade van Cyril Pedrosa. De bladspiegel varieert van klassieke strookjes tot paginagrote tekeningen. Volwassen lezers kunnen knipoogjes naar films als Star Wars, My neighbor Totoro, Ghostbusters en A Nightmare before Christmas opmerken. De inkleuring is ook erg bijzonder. Er wordt enkel gebruik gemaakt van blauw en wit. Het formaat doet ook meer als een boek aan dan als een strip. Het verhoogt het leesplezier, vind ik. In het Frans is het tweede deel in juni van dit jaar al verschenen. Hopelijk slaat dit album aan en wordt de vertaling naar het Nederlands ook verdergezet. Ideaal ‘voorlees’-voer dus of leesvoer voor kinderen vanaf 8 jaar. Tekst / tekeningen : Wilbert van der Steen
Blloan, 88 blz., HC : 19,95 euro Bevestiging van al het goede Drie jaar geleden ontmoette ik de Nederlandse tekenaar-scenarist Wilbert van der Steen op de burelen van Ballon Media in Antwerpen voor een interview over Zon. Dat was toen zijn allereerste graphic novel waarvoor hij zowel verantwoordelijk was voor verhaal, tekeningen als inkleuring. Voordien brak hij door als tekenaar van de drie uitstekende albums van Ayak+Por, op scenario van de Belg Marc Legendre (verschenen bij de ondertussen verdwenen uitgever Strip2000). Na drie jaar wachten is er dan nu Licht, het langverwachte vervolg op Zon. Het verhaal begint waar het vorige eindigde. Een herlezing van Zon is dus echt wel aan te raden. Al kan je het verhaal eigenlijk ook op zichzelf lezen maar dan mis je toch de achtergrond van Lucien aka Luc. Op het einde van Zon sloeg hoofdfiguur Lucien op de vlucht na valse verdenking van moord. Hij kruipt op een goederenwagon. Aan de andere kant van het land vindt hij onderdak bij ‘Antares’, een rondtrekkend circusgezelschap van Bernt en Alena. Het lijkt er in het begin op dat deze nieuwe omgeving het warme nest zal worden waar Lucien naar op zoek is. Een soort alternatieve familie, zeg maar. Jammer genoeg zit er ook een rotte appel in het gezelschap: Ritus. Hij is bijzonder jaloers van aard en voelt zich bedreigd door de komst van Lucien. Zal Ritus het hervonden geluk van Lucien in de weg staan? De sfeer van Zon was al hard en bij momenten heel pessimistisch. Dit is ook nu weer het geval. Als lezer word je ondergedompeld in vechtpartijen in donkere kroegen, erotische taferelen in luxueuze bordelen. We zijn getuige van inbraak, chantage en geweld. Niet meteen klassieke elementen van een album dat getekend is in een wat kinderlijk ogende stijl. Het is dan ook niet voor kinderen bedoeld. Gelukkig brengt een verrassend nieuwtje op het absolute einde van het album weer (letterlijk) wat licht in het leven van Lucien. De tekenstijl van Wilbert van der Steen maakt het ook allemaal wat laagdrempeliger en makkelijker verteerbaar. Het unieke kleurenpalet moet zeker ook vermeld worden. Hoofdkleuren zijn blauw, grijs, zwart, sepia en (jawel) oranje. Rood en groen zijn quasi totaal afwezig. Het is duidelijk dat het kleurenpalet bijdraagt tot de unieke sfeer van dit album. Met een beperkt aantal stripalbums op zijn naam heeft Wilbert van der Steen echt al een eigen unieke stempel nagelaten. Zijn tekeningen (en vele illustraties voor kinderboeken) herken je in één oogopslag. Fan was ik al en dat ben ik nu meer dan ooit. In 2017 kreeg van der Steen de ‘Willy Vandersteenprijs’ (what’s in a name?) voor Zon. Met Licht bewijst hij dat hij deze prijs meer dan verdiende. Tekst / tekeningen : Fred Neidhardt / Fabrice Tarrin
Dupuis, 56 blz., SC : 10,50 euro Nazdrovje! Op de proletarische revolutie! De Graaf van Champignac is verdwenen. Hij is ontvoerd door Russische KGB-agenten. De Russen hebben hem nodig om het communistische gen over de wereld te verspreiden. De Russen zijn er immers in geslaagd om dit gen te isoleren uit het brein van Lenin. Dit gen zou daarenboven in het DNA van elk levend organisme sluimeren. Er is zelfs een molecule die het gen kan activeren. Die molecule is aanwezig in een wonderlijke schimmelpaddestoel. De expertise van de Graaf in verband met het kweken van paddenstoelen is alom gekend. Hij moet er onder dwang voor zorgen dat de ‘communistische schimmel’ sneller groeit en zo de wereld sneller onder invloed van de Sovjets komt. Als volleerde James Bond-spionnen proberen Robbedoes en zijn kompaan Kwabbernoot te infiltreren als journalisten. Ze proberen de instanties wijs te maken dat ze een artikel voor De Waakhond, het stripblad van de communistische partij, moeten schrijven. Elke week 5 pagina’s. Zullen ze op tijd zijn om de wereld te redden van de Sovjetdreiging? Het duo Neidhardt-Tarrin maakt met Robbedoes bij de Sovjets een heel knap album met heel veel respect voor de klassieke reeks. Net daarom is dit album een schot in de roos. Dit zijn de albums die Robbedoes weer op de rails zetten. Dit is eindelijk nog eens een album waar lezers van het eerste uur ook heel erg van zullen genieten. En dat is de laatste jaren met alle reboots, spinoffs wel eens anders geweest. Jonge lezers zullen leren hoe Rusland vroeger in elkaar stak. Dat is ook mooi meegenomen. Tekenaar Tarrin heeft nog niet zo gek veel vertaalde albums uitgebracht. Ik maakte voor het eerst kennis met zijn tekeningen in de drie eerste albums van Violine, het meisje met de paarse ogen die gedachten kan lezen. Zijn tekeningen zijn hier veel beter. De manier waarop hij het Kremlin (blz. 15), de tocht van Robbedoes door de riolen van Moskou (blz. 27), de Sovjettrein doorheen besneeuwde landschappen (blz. 32) en de beruchte werkkampen of goelags (blz. 34) in beeld brengt is gewoonweg verbluffend. Veel cameo’s ook van ondermeer Guust Flater, Krasser, Demesmaeker (je weet wel, de man die tevergeefs probeert de contracten te laten ondertekenen op de redactie van uitgeverij Dupuis) en ja zelfs het personage van Kuifje duikt op. Het verhaal van Neidhardt is niet bijster origineel maar toch heb ik van begin tot einde genoten van dit album. Laat dit een voorbeeld zijn voor toekomstige stripmakers die zich aan ‘hun’ Robbedoes-versie wagen. Behoud alstublieft wat goed was. Dat verdient een klassieke reeks als deze echt wel. Tekst / tekeningen : Thomas Piratesourcil / Jez
Daedalus, 48 blz., SC : 8,95 euro Verstripping van een gamehit Minus is geen klassieke dorpeling in Minecraftia. Hij wil geen boer worden zoals zijn andere leeftijdsgenoten. Hij is niet geïnteresseerd in het kweken van wortels, het uithakken van smaragden of handeldrijven. Hij droomt maar van één ding: krijger worden. Op een dag trekt hij erop uit om zijn droom te realiseren. Tijdens zijn queeste ontmoet hij vrij snel Blurp, een zombie die ook een uitzonderlijke droom heeft. Blurp wil heel graag een gewone mens zijn. Hij is het beu van de hele tijd dorpelingen schrik aan te jagen. Hoe verschillend ze ook mogen lijken, Minus en Blurp hebben dus wel één ding gemeen: ze willen hun lot veranderen. Deze stripreeks is gebaseerd op de boeken van Cube Kid, onofficiële Minecraft-avonturen. Mijn zoon is al heel wat jaren verslingerd aan het videospel Minecraft. Hij speelt het nog dagelijks. Hij behoort dan ook tot het doelpubliek van deze reeks. Zijn enthousiasme na het lezen van dit eerste album was zo groot dat ik zelf ook nieuwsgierig werd. Ik heb zelf niets met het computerspel Minecraft maar dankzij deze strip kan ik mijn zoon toch al wat beter begrijpen als hij in de toekomst nog eens over ‘craften’, ‘pickaxe’, ‘noob’, ‘creepers’ of ‘endermen’ spreekt. Een fan zal ik nooit worden maar ik vond de humor op bepaalde momenten best wel ok. In het Frans verschenen in deze reeks al vier strips op twee jaar tijd. We mogen dus best van een succes spreken bij onze zuiderburen. Benieuwd of de vertaling hier even succesvol zal zijn. Het tweede album staat al aangekondigd in het Nederlands. Dagboek van een krijger is één van de reeksen van Diedeldus, een gloednieuwe collectie van uitgeverij Daedalus. Ik citeer uit hun kwartaalfolder: Diedeldus, een bonte verzameling van strips gericht op een jeugdig publiek en/of jong van hart. Ik ben misschien wel 43 maar ik voel me nog altijd jong. Dus hoef ik me zeker niet te schamen dat ik ook genoten heb van dit soort verhalen. Samen met deze strip verschijnen in deze collectie ook albums in de reeks Enola Holmes (waarvan momenteel een film op Netflix te zien is), het eerste deel van de klassieker Les Misérables en de meidenstrip Dans met mij. Tekst / tekeningen : Urbanus / Willy Linthout & Steven de Rie
Standaard Uitgeverij, 32 blz. : 6,99 euro Betoverde groenten Tollembeek verwelkomt een gloednieuwe inwoner: Madam Wortelana. Ze trekt zich terug in het bos. Is ze een lieve toverfee of een boosaardige toverheks? Veel mysterie. Niemand weet echt wat ze van haar mogen of kunnen verwachten. Op de markt verkoopt ze biologische groenten uit haar eigen tuintje. De interesse is groot. Er is echter één probleempje: haar wortels, bloemkolen, paprika’s komen tot leven. Ze hebben voetjes en houden er nog andere gewoontes op na. Wortelana wil ook een druppeltje bloed van alle inwoners. Daarmee kweekt ze wel een heel speciale variant van wortels in haar achtertuintje… Bovenstaande samenvatting komt wellicht geflipt over maar dat zijn we ondertussen wel gewend van de albums van Urbanus. Ik hou wel van dit soort albums die volledig op zich staan. Geen talrijke referenties naar oudere albums. Een losstaand knotsgek verhaal met alle Urbanus-elementen. Mijn zoon van veertien blijft smullen van de verhalen. Ik kom altijd op de tweede plaats om het album te lezen. Dat zegt voldoende. |
Archives
Maart 2024
|