Tekst / tekeningen : Rafaël Moralès
Daedalus, 144 blz., HC : 29,05 euro Eindelijk afgerond en vertaald 287 v. C. Het ooit zo fiere Egypte heeft heel wat van zijn oude glans verloren. Na de Perzische overheersing volgde een periode onder de Ptolemaeeën, één van de drie zogenaamde diadochenrijken na de dood van Alexander de Grote. In deze periode speelt deze integrale zich af. Na de dood van zijn pa, volgt Hotep hem op. Hotep was de eerste kopiist (scriba) van de tempel van Amon-Ra. Wanneer Demeas, een Griekse gouverneur van koning Ptolemaius, zich probeert te verrijken op de rug van de bevolking, protesteert Hotep enorm. Hij is razend dat Demeas een verviervoudiging van de taksen wil invoeren. Hoteps protest valt niet in goede aarde en hij wordt opgepakt en opgesloten. De wrede Demeas geeft Hotep de kans om alsnog zijn hachje te redden maar dan moet hij wel een heilige papyrusrol gaan halen. Die ligt verstopt in het heiligdom van Amon. Het zou om een traktaat over geneeskunde van Imhotep gaan. Imhotep was een architect-vizier-schrijver van medische werken onder farao Djoser tijdens het Oude Rijk. Als Hotep die kan vinden, mogen Hotep en zijn familie blijven leven. Deze zoektocht brengt Hotep onverwacht ook op het spoor van een andere misdaad: de sarcofaag met het stoffelijk overschot van Alexander de Grote blijkt gestolen… Tussen 2007 en 2009 verscheen deel 1 en deel 2 van Hotep bij uitgeverij Glénat. Het derde aangekondigde deel verscheen nooit als apart verhaal. Uitgeverij Glénat gunde stripmaker Moralès gelukkig wel een integrale uitgave. Zo kon hij alsnog zijn volledige verhaal publiceren. Morales kwam op zijn 18de terecht in de studio’s van Jacques Martin. Martin zou snel uitgroeien tot zijn mentor en hij zou ook zijn tekenstijl enorm beïnvloeden. Jarenlang werkte Moralès mee aan reeksen als Alex en De Reizen van Alex. Het 21ste album in de hoofdreeks van Alex, De barbaren, was het eerste album waar zijn naam ook effectief op de cover kwam te staan. Toch zou het nog duren tot zijn 38ste vooraleer hij met het eerste album van Hotep zijn allereerste soloalbum maakte. Bij Moralès weet je dus wat je krijgt: heel sterk gedetailleerde decors en statisch getekende personages. Vooral bij close-ups van de personages voelt die houterige stijl (verwrongen monden en kapsels die op de hoofden lijken gekleefd) erg gekunsteld aan. Maar dat weet je gewoon. Dus heb ik me er niet aan gestoord. De ongelooflijke knappe decors maken alles goed. De cover en de schutbladen gaven me onmiddellijk een ‘waauw’-gevoel. Maar ook bij het binnenwerk valt er om de zoveel bladzijden wel iets heel moois te zien. Ik geef een drietal voorbeelden: op blz. 7 is de zuilenzaal van de tempel van Karnak tot elk kleinste hiërogliefje uitgewerkt. Op blz. 32 krijg je over driekwart van de pagina een adembenemend zicht op de Pharos van Alexandrië, één van de antieke wereldwonderen. En misschien wel het meest indrukwekkend is de tekstloze dubbelpagina op blz. 112 - 113 waar één grote illustratie te bewonderen is van de voorzijde van de Karnaktempel. Morales is echt een geboren decortekenaar. Je voelt in alles dat hij zich daarin het meest op zijn gemak voelt. Ik ben als geschiedenisleerkracht blij dat dit verhaal dan toch is afgerond en meteen ook vertaald is geraakt.
0 Comments
Tekst / tekeningen : Di Giorgio / Mormile
Daedalus, 56 blz., SC : 10,95 euro Parels of liefde? Hoofdpersoon Takeo komt aan in een klein dorpje waar het aantal lijken nog nauwelijks te tellen is. De lokale rivier blijkt te zijn vergiftigd. De dorpelingen vermoeden dat ene Senzo hiervoor verantwoordelijk is. Takeo wil dit uitzoeken en werpt zich op om de dorpelingen te verdedigen. Blijkt dat de vergiftiging de bedoeling heeft om nieuwsgierigen uit de streek weg te houden. Bij een aardverschuiving kwamen daar immers mooie en kostbare parels naar de oppervlakte. Vorig jaar had ik de eer en het genoegen om de Italiaanse stripmaakster Cristina Mormile te interviewen voor ‘Stripschrift’. Zij nam voor Samoerai, één van de absolute topreeksen van uitgeverij Daedalus, het potlood over van bedenker Génêt sinds 2015. En ze doet dat met verve. Mormile is een meesteres in het tekenen van flitsende gevechten en pagina’s waar de actie van afspat. Het duel op het einde van dit album duurt flink wat pagina’s en daar kon Mormile zich weer helemaal uitleven. Er komen ook best veel intieme scènes voor tussen de éénarmige Yugoro en de knappe Shoko in dit vijftiende album. Ook daarvoor draait Mormile haar hand niet om. Dit album kwam bij mij over als een soort oneshot, een soort overgangsalbum. Op de allerlaatste pagina zijn we wel getuige van de terugkeer van een heel fijn personage. Meer zeg ik niet. Maar het doet wel al verlangen naar het volgende verhaal. Tekst / tekeningen : Peru / Bileau
Daedalus, 56 blz., HC : 21,95 euro + SC : 10,95 euro Slot van ‘Alyana’-trilogie In het vorige album met de ‘Witte Elfen’ in de hoofdrol (album 23) konden we lezen hoe de jonge maar bijzonder krachtige Alyana er als enige ooit in slaagde om de reuzen te verslaan. Keerzijde van de medaille was dat ze ook verantwoordelijk was voor het ontstaan van een reusachtige vloedgolf. Aan het begin van dit nieuwe deel wordt Alyana hiervoor op het spreekwoordelijke matje geroepen door de Raad onder leiding van Ascentill. Hij houdt Alyana verantwoordelijk voor de duizenden doden door de tsunami. Hij vindt dat ze haar krachten heeft misbruikt. Ascentill zit nu zijn kans om Alyana in een bijzonder slecht daglicht te stellen en zich van haar te verlossen. En dat op de meest radicale manier: hij zet een groep Zwarte Elfen in om haar op te jagen en te vermoorden. Gelukkig staat Alyana er niet alleen voor in de nakende strijd. Ten eerste krijgt ze hulp van ‘Schurk’, de grofgebekte maar o zo trouwe orklinlijfwacht. En ten tweede wordt haar grootvader uit een diepe slaap gehaald om met zijn krachtige hamer en dito wapenuitrusting ondersteuning te bieden. Vraag blijft of dit wel zal volstaan tegen een meute Zwarte Elfen. Tekenaar Bileau schudt indrukwekkende vechtscènes uit zijn potloden. De spinnen en vreemde artefacten gaan hem ook goed af. Ik stoorde me wel wat aan zijn manier om de gezichten van de Witte Elfen te tekenen. Ze zien er gewoon allemaal hetzelfde uit. Geen sinecure om ze uit elkaar te houden. Scenarist Peru breit met dit album een einde aan de trilogie rond Alyana. Hoe het afloopt, moet je maar zelf ontdekken. Meer vertellen zou in dit geval pas écht een spoiler zijn. Tekst / tekeningen : Jarry / Deplano
Daedalus, 56 blz., HC : 21,95 euro + SC : 10,95 euro Detectives in de landen van Arran Het zijn verkiezingen in de stad Ysparh. Dat er stress in de lucht hangt is logisch maar dat er enkele dagen voor de stemmen moeten worden uitgebracht een belangrijke kandidaat vermoord wordt teruggevonden in zijn slaapkamer is een pak minder logisch. Een zaakje voor het speurdersduo van dienst: Blauwe Elf Antalya en Dwerg Ararun. Zij moeten asap proberen te ontdekken wie de verantwoordelijke is voor deze moord? Geen evidentie als je weet dat er meer dan honderdduizend zielen in Ysparh wonen. Dat gaat van gewone mensen, over Orks, Goblins, Dwergen, Elfen tot Magiërs. Aan verdachten geen gebrek dus. De meeste interesse gaat uit naar de verloren zoon van de vermoorde patriarch. Nadat hij twaalf jaar van de aardbodem verdwenen leek, keert hij net nu terug. Veel rouwen doet hij niet, hij is er als de kippen bij om de positie van zijn vermoorde vader in te nemen. Logisch dus dat Antalya en Ararun hun vizier het meest op hem richten bij het begin van hun onderzoek. Het tekenwerk van Deplano is indrukwekkend. Hij excelleert op alle vlak. Mimiek, emoties, personages en decors. Check vooral blz. 8 en de dubbelpagina helemaal achteraan voor bijzonder imposante perspectieven van de stad Ysparh. Een regelrechte whodunit is in deze reeks (waar in het Frans recent al het 25ste deel van verscheen) uniek te noemen. Een verademing zelfs want over de twee vorige delen was ik niet meteen dolenthousiast. Dat ben ik na het lezen van dit detectiveverhaal zeker wel. Voor mij één van de betere albums uit de hele reeks. Tekst / tekeningen : Enrico Marini
Dargaud, 128 blz., HC : 22,50 euro Al met al mooie afsluiter van tweeluik 1950, Philadelphia. Terry ‘Slick’ is een meedogenloze gangster. Zeven jaar geleden had hij een relatie met de knappe Debbie ‘Caprice’ Hollow. Nu is ze de verloofde van Rex McKinty, frauduleuze eigenaar van een nachtclub waar Caprice vaak sexy burleske dansen uitvoert. Slick heeft in dit tweede en meteen ook laatste deel nog altijd schulden bij Rex. Hij krijgt deze keer de opdracht om een waardevol schilderij van maffiabaas Zizi te stelen. Zizi liet door de beroemde Picasso een portret van zijn moeder maken met haar eigen as. Voor Zizi heeft dit de waarde van de Mona Lisa. Gemakkelijk wordt geen in elk geval niet want de villa van Zizi blijkt streng bewaakt en Caprice lijkt ook een dubbele rol te spelen. Bij de bespreking van deel 1 had ik de bemerking dat het vooral een mooi ‘kijkstuk’ was maar dat het oppervlakkige scenario toch wat ‘body’ miste. Ik was duidelijk niet de enige met die kritiek, zo las ik in andere besprekingen. Het lijkt erop alsof Marini het gesnapt heeft. Voor dit afsluitende deel is er toch wel wat meer te beleven. De dieselmotor is op gang gekomen en de intrige barst los. Gewelddadige scènes en erotische passages blijven ook deze keer de dominante rol spelen. Het kleurenpalet blijft uiteraard ook hetzelfde: zwarte en grijsbruine tinten met hier en daar wat rood voor de haardos van de bloedmooie Caprice of bloedspatten bij weer een (vuur-)gevecht. Noir burlesque is zeker niet het beste werk van Marini. Daarvoor schat ik zijn albums van De Schorpioen en De Aasgieren toch hoger in. Momenteel werkt hij aan het zesde album van De Adelaars van Rome, ook een reeks waarvan ik meer fan ben dan dit tweeluik. Tekst / tekeningen : Régis Loisel / Olivier Pont
Standaard Uitgeverij, 80 blz., SC : 11,99 euro of HC : 19,99 euro Gedaan met treuzelen, volop actie Het Braziliaans Amazonewoud, 1972. Max Heurtebise is nog altijd op zoek naar eventuele sporen van zijn vader. Alles begon toen Max na de begrafenis van zijn moeder twee foto’s ontdekte die bewijzen dat hij als kleuter een drietal jaren in Brazilië heeft doorgebracht. Op de foto is telkens een andere man te zien. Vraag blijft wie van de twee mannen nu zijn echte vader is? Max’ moeder heeft immers nooit over hem gesproken. Daarom besluit Max om nu maar zelf op zoek te gaan naar zijn roots. In de twee voorgaande albums leerde hij drie hartsvriendinnen Corinne (globetrotter, muzikante en levensgenieter), Charlotte en Christelle (een lesbisch koppel dat als verpleegster in een veldhospitaaltje werkt) kennen. Ook de mooie, mysterieuze doofstomme Baïa kruiste zijn pad. We maakten ook al kennis met Herman, een corrupte baas van een lokale diamantmijn en helemaal op het einde van het vorige deel kwam voor Max het verrassende nieuws dat hij de zoon zou zijn van ene ‘O Manenta’ (Portugees voor ‘éénarm’) een kreupele oude kluizenaar met slechts één oog en één arm. Er volgde een vuurgevecht tussen Max en zijn ‘vader’ met een bende schattenjagers. Eénarm schoot ze allemaal neer maar raakt zelf ook gekwetst aan zijn been. Strompelend proberen Max en Eénarm nu het nabijgelegen dorpje Guajeraï te bereiken. Maar een vredevolle en innige wandeling tussen vader en zoon wordt het in geen geval. Bij mijn bespreking van het vorige deel vertelde ik nog hoe scenarist Loisel en tekenaar Pont bij momenten heel bewust pauzes inlasten. Door middel van tekstloze pagina’s gingen ze op de rem staan en kon je je als lezer vergapen aan de broeierige sfeer van het Amazonewoud. In dit derde en voorlaatste album is het gedaan met rustpauzes. Beide heren schakelen van eerste rechtstreeks naar vijfde versnelling. Ze serveren ons een album vol suspense, actie, geweld, achtervolgingen. De inkleuring van Lapierre blijft ook nu een groot deel van het leesplezier opeisen. De manier waarop hij speelt met schaduwen en licht is heel knap. Op de achterkant van de titelpagina staat een samenvatting van de vorige delen. Maar ik raad je aan om de albums zelf er nog eens bij te nemen en ze gewoon nog eens helemaal te herlezen. Ik heb er in ieder geval van genoten en ik ben heel benieuwd naar hoe de verschillende verhaallijnen en vragen die er nog zijn allemaal zullen afgerond en beantwoord worden in het slotalbum. Spannend! Tekst / tekeningen : Jose-Luis Munuera
Standaard Uitgeverij, 80 blz, HC: 19,99 euro Kerstmis vieren is nonsens Charles Dickens bekendste roman is wellicht Oliver Twist. Maar zijn meest geliefde verhaal is wellicht toch A Christmas Carol. Dickens schreef deze novelle op zes weken tijd in 1843 toen hij met geldproblemen sukkelde. Het is ook zijn meest verfilmde boek en ook op de theaterplanken werd dit verhaal al ontelbare keren opgevoerd. In deze stripversie van Jose-Luis Munuera is het wereldberoemde hoofpersonage van geslacht veranderd. De oude vrek en eeuwige knorpot Ebenezer Scrooge is hier vervangen door de jonge Elizabeth. Zij is een knappe verschijning maar haar hart is koud en kil. Ze lijkt compleet immuun voor alle kerstvreugde om haar heen. Het enige wat haar boeit zijn cijfertjes en winstmarges. Ze woont alleen maar tijdens de kerstnacht wordt dit isolement onderbroken. Ze krijgt een aantal geesten over de vloer. Ze proberen Elizabeth tot nieuwe inzichten te brengen. Ze willen haar overtuigen dat er meer is in het leven dan egoïsme en hebzucht. De geesten nemen haar mee naar haar kindertijd maar ook naar het heden om te tonen hoe anderen over haar denken en tenslotte wordt ze ook meegenomen naar de toekomst en ziet ze hoe de reacties zullen zijn op de dag dat ze zal sterven. Vraag blijft of die bizarre nacht voldoende zal zijn voor Elizabeth om een ommezwaai in haar leven te maken. Ik heb altijd al een zwak gehad voor het tekenwerk van Munuera. Zijn zwierige tekenstijl is heel aantrekkelijk. Ook de creativiteit waarmee hij zijn pagina’s opbouwt is steeds dynamisch. Als een volleerd regisseur wisselt hij van camerastandpunten en dat levert pareltjes op zoals het vogelperspectief boven de besneeuwde daken van Londen of de kades langs de Theems. De donkere inkleuring moet ook zeker vermeld worden. Behalve hier en daar wat geel van een straatlantaarn en het blauw van de geesten ademt dit album vooral weemoed uit. Het verhaal van Scrooge is erg bekend maar wanneer Munuera er een stripversie van maakt, kan ik moeilijk nee zeggen. Hij heeft er toch zijn eigen twist aan en dat maakt het zeker de moeite waard om dit album onder de kerstboom te leggen en aan jezelf of iemand die je nauw aan het hart ligt, cadeau te doen. Tekst / tekeningen : Harry De Paepe / Frodo De Decker
Standaard Uitgeverij, 128 blz, HC: 29,99 euro Onze gewesten van prehistorie tot Bourgondiërs Vanaf januari 2023 zal tv-maker Tom Waes tien afleveringen presenteren van een prestigieus tv-project Het Verhaal van Vlaanderen. Ik heb de trailer al meermaals gezien en ik moet toegeven dat de re-enactment er bijzonder geslaagd uitziet. Dit wordt sowieso verplichte kost voor mij als gepassioneerd geschiedenisleerkracht. Het project wordt voorafgegaan door een aantal ‘papieren’ publicaties. Zo gooit Standaard Uitgeverij een weetjesboek, een boek voor volwassenen en een quizdoos op de markt. Last but not least brengen ze ook een graphic novel in twee delen uit. Het scenario is geschreven door Harry De Paepe. Hij publiceerde tot nu toe vooral boeken over de Britse politiek. Hij geeft ook nog les aan het atheneum van Dendermonde. Het tekenwerk is van Frodo De Decker. Ik mag mij gerust een fan van het eerste uur noemen. Sinds zijn tekstloze debuut Otto (waarvan drie albums verschenen) in 2012 koop ik blindelings al zijn strips. In 2017 startte hij met de komische reeks De Ridder, waarvan tot nu al drie albums verschenen bij uitgeverij Syndikaat. Dat hij ridders en kastelen kan tekenen, heeft hij dus al bewezen en dat mocht hij opnieuw doen in deze nieuwe graphic novel. Al start het verhaal veel vroeger dan de middeleeuwen. Op de eerste pagina’s worden we 36 000 jaar terug in het verleden gekatapulteerd. Onze voorouders strijken dan neer in wat nu Oost- en West-Vlaanderen is. Toen leefden zij nog als nomaden van jacht en vruchtenpluk. We zien hoe de ‘homo sapiens’ in contact kwam met de ‘homo neanderthalensis’. De laatste stierf uit en wij ontwikkelden ons verder tot landbouwers. Nadien vielen verschillende volkeren onze gewesten binnen. Na de invasie van de Romeinen wordt er gefocust op Amandus die het startschot gaf voor de kerstening van onze streken. Aandacht is er ook voor de allereerste Vlaamse graaf Boudewijn. Hij werd de grondlegger van Vlaanderen aka Pagus Flandrensis. Paniek is er wanneer de Noormannen Vlaanderen binnenvallen. Nadat zij verdreven zijn, ontstaat een grote economische bloei in Vlaanderen. Steden als Brugge, Gent en zeker ook Ieper worden schatrijk. Ruim tien bladzijden worden ook besteed aan de Guldensporenslag in juli 1302. Nadien volgen nog enkele pagina’s over de pest en het huwelijk van Filips de Stoute met gravin Margaretha van Male. Dankzij dit huwelijk worden het graafschap Vlaanderen en het Franse hertogdom Bourgondië een heel belangrijke speler op Europees niveau en zeker ook een rivaal voor de Franse koning. Op dat moment is die verwikkeld in de Honderdjarige Oorlog met Engeland. Met Jan zonder Vrees, zijn zoon Filips de Goede en zijn zoon Karel de Stoute wordt dit eerste deel afgesloten. Heel veel info dus op 128 bladzijden. Logisch dus dat de inhoud vooral anekdotisch blijft. Maar elk verhaaltje wordt toch in een groter kader geplaatst. Het is sowieso een boek dat zich richt op een jong publiek. Initiatieven die geschiedenis weer hip proberen te maken, op maat van de jongeren van vandaag kan ik alleen maar toejuichen. Het tekenwerk van Frodo De Decker is aantrekkelijk en ook de inkleuring van Shirow Di Rosso dragen bij tot het leesplezier. Een huzarenstukje voor beide heren, denk ik. Want er komt nog een tweede deel (van de Habsburgers tot het heden). Dat vervolg staat al aangekondigd voor februari 2023. Ik vond het wel grappig hoe onze voorouders blijkbaar een soort West-Vlaams spraken en de knipoog naar Asterix’ dorpje (blz. 23) en de uitspraken ‘Sacré Coeur’ en ‘Mon martre’ (blz. 77) toverden ook een glimlach op mijn gezicht. Het ideale kerstcadeau om aan je kinderen te geven. Want ik vrees dat 30 euro niet meteen een bedrag is dat het doelpubliek snel zal neertellen voor een ‘stripboek’. Ik voorspel toch dat dit tweeluik een mooie verkoop tegemoet gaat. Zeker wanneer Standaard Uitgeverij een promofilmpje zou maken dat voor en/of na de uitzendingen van Tom Waes getoond zal worden vanaf januari. Ik denk spontaan aan die korte strippromofilmpjes voor of na de zoveelste herhaling van een aflevering van FC De Kampioenen. Hopelijk krijg ik gelijk want dit soort albums verdienen een groot (jeugdig) lezerspubliek. Tekst / tekeningen : Jul / Libon
Dupuis, 56 blz., SC : 11,99 euro Van strips word je gek Angoulême: sinds 1974 vindt hier in het zuidwesten van Frankrijk jaarlijks één van de grootste stripfestivals ter wereld plaats. Dat is algemeen geweten onder stripliefhebbers als mezelf. Ik ben er zelf wel nog nooit geweest. Een mens moet toch altijd wel iets op zijn ‘bucket list’ hebben staan. Na het lezen van dit nieuwste album van Robbedoes door, mag ik me gelukkig prijzen dat ik er nog nooit ben geweest. Blijkbaar waart er een epidemie in de stad. Het zogenaamde Angoulêmesyndroom maakt het ene slachtoffer na het andere. Vele inwoners van de stad of occasionele bezoekers van het festival denken dat ze echte striphelden zijn. Ook stripjournalist Kwabbernoot raakt besmet. Hij is ervan overtuigd dat hij kapitein Haddock in hoogsteigen persoon is. Robbedoes laat zijn vriend niet in de steek. Hij snelt naar Angoulême. Bij aankomt in de psychiatrische inrichting vindt hij een hoopje ellende terug. Kwabbernoot zou aan een ernstige vorm van schizofrene dementie lijden. Daar wil Robbedoes het fijne van weten. Buck Danny, Kuifje, Asterix, Corto Maltese, Titeuf, Yakari, Superman, Cornelius Chesterfield, Snoopy, Blueberry, De Smurfen, de Marsupilami, de Daltons, Guust Flater, Homer Simpson, Zwendel… ze lopen allemaal samen rond in de instelling. Het scenario van dit album is gewoon burlesk en compleet geschift. En dat mag je hier wel letterlijk nemen. In feite is het een aaneenschakeling van grappen en grollen. Schuddebuiken deed ik niet maar ik heb wel meermaals breed geglimlacht. Dit geflipte verhaal komt uit het brein van scenarist Jul. Hij verblijdde ons al met de laatste vier albums van de nieuwe avonturen van Lucky Luke (sinds 2016). Tekenaar Libon (pseudoniem van Ivan Terlecki) was voor mij een volslagen onbekende. Hij tekent heel cartoonesk, bijzonder karikaturaal. Het deed me denken aan de tekenstijl van Manu Larcenet voor Groepstheorie en Donjon. Een heerlijk tussendoortje dat bewijst dat de tekenaars binnen het universum van Robbedoes door echt wel carte blanche hebben. Tekst / tekeningen : Bocquet & Fromental / Aubin
Blake en Mortimer uitgaven, 56 blz., SC : 11,99 euro Ook HC-versies: 39,99 euro (76 blz.) / luxe 61,50 euro (64 blz.) Geslaagd post-Jacobs verhaal Oeralgebergte, Kazachstan, 1963. Olga Mandelstam werkt er als archeologe. Ze is op het spoor van een legendarische nederzetting. Olga beweert restanten van de stad Arkaim te hebben ontdekt. Een Slavische stad die al 1800 v. C. ontstaan zou zijn. Dat zou betekenen dat Arkain ouder is dan de beroemde piramide van Cheops. Professor Mortimer wordt door Olga uitgenodigd om ter plekke te komen kijken. Mortimer is als amateur-archeoloog enthousiast. Aangekomen in de Sovjetunie ontdekken Olga en Mortimer geen eeuwenoude skeletten. Wel integendeel. Zeven lijken, die recent begraven werden, komen naar de oppervlakte. Ze vertonen ook allemaal dezelfde verminking: de huid van hun gezicht werd chirurgisch verwijderd en ze hebben ook twee kleine gaten in de achterhoofdsknobbel. Dit doet Mortimer denken aan de werkwijze van ene Julius Kranz. Kranz is een Duitse neurochirurg die pleitte voor elektro-chirurgische ingrepen bij patiënten met schizofrenie. Het lijkt er dus op dat iemand met het brein van deze personen heeft gespeeld. Kapitein Blake probeert op datzelfde moment in Oost-Berlijn uit te zoeken waarom een infiltrant daar vermoord werd. Blake en Mortimer zullen toch weer snel bij elkaar komen want Kranz blijkt ook een kliniek in Oost-Berlijn te hebben voor zijn gruwelijke hersenexperimenten. Koude Oorlog en achtervolgingen. Het doet allemaal James Bond-achtig aan. Ik heb dit album met plezier gelezen. Ik vind het een van de betere albums die verschenen zijn in het post-Jacobstijdperk. Tekenaar Antoine Aubin maakte in 2010 en 2013 al eerder twee albums van Blake en Mortimer. Hij brengt meer dan ooit een knappe ode aan de stijl van Jacobs. De pure klare lijn met heel gedetailleerde, verzorgde tekeningen liggen hem heel goed. De manier waarop hij historische gebouwen en auto’s tekent is schitterend. Check Point Charlie, de bekende Zimmerstrasse, Rathaus Schöneberg… Aubin brengt dit allemaal heel knap in beeld. Heb ik dan helemaal niets aan te merken op dit album? Toch wel. De cover vind ik niet echt geslaagd. Heel statisch, niet meteen uitnodigend. Maar er zijn genoeg fans die sowieso elk nieuw album van Blake en Mortimer aankopen. Dat er een vreemde loop met de tijd genomen wordt op blz. 37 vond ik ook opvallend. Mortimer slaagt erin om zich tijdens een achtervolging uit te kleden, een lijk uit te dossen met zijn kledij, het lijk via een open raam weg te brengen en zelf terug te keren om in de lijkkist te gaan liggen. Mortimer lijkt even de tijd te kunnen stilzetten. Er moet mij nog iets van het hart. Eeuwige loser Olrik duikt opnieuw op. Toch vreemd dat een slechterik het blijft proberen ondanks dat hij keer op keer het onderspit delft. Ik heb niet nageteld hoeveel keer Olrik in de voorbije 29 verhalen meespeelt. Maar het zullen er heel erg veel zijn. Booswichten in kinderstrips als Anatool (bij Jommeke) of Krimson (bij Suske en Wiske) doen dat ook maar daar is dat niet onlogisch. Voor een realistischere, ernstigere reeks als Blake en Mortimer begin ik dat stilaan vervelend te vinden. Het is stilaan tijd dat de toekomstige makers zich eens gaan bezinnen en op zoek gaan naar een nieuwe charismatische slechterik. |
Archives
Maart 2024
|