Tekst / tekeningen : Emile Bravo
Dupuis, 116 blz., SC : 10,50 euro Helden worden zelden oud, toch? Lente 1942. Op het einde van het vorige album lieten we Robbedoes en zijn twee vriendjes Lowietje en Suzanne achter op een vergrendelde trein richting Duitsland. Ze slagen erin om te ontsnappen door het treinvenster en trekken in bij een Luiks gezin. Anselm en zijn vrouw Ernestine zijn een boerengezin met twee dochter Mieke en Christina. Robbedoes was ooit stiekem verliefd op Mieke maar nu hij ze jaren later terugziet, is ze erg veranderd. Ze komt bazerig en zelfs een tikkeltje agressief over. Gelukkig is er ook een blij weerzien met Kwabbernoot, Madeleine en Kassandra. Op dit moment moeten alle Belgen tussen 21 en 50 jaar in Duitsland gaan werken. Ze worden niet echt opgeroepen maar door de nazi’s van straat geplukt tijdens razzia’s. Robbedoes en Kwabbernoot regelen valse papieren. Ze proberen dat ook voor hun joodse vrienden te doen. Ze helpen waar ze kunnen. Via hun poppenkastspel smokkelen ze ook voedsel van het ene dorp naar het andere en bevoorraden ze ook hun joodse vrienden: schilder Felix en zijn vrouw Felka. In dit verhaal gaat het verzet van Robbedoes en Kwabbernoot nog verder. Ze werken mee aan het verstoppen van koevoeten in treinwagens die klaarstaan in de remise om joden te deporteren. Dankzij die verstopte wapens kunnen de ‘passagiers’ onderweg ontsnappen aan hun lot. Vanaf het begin van dit vierluik was ik helemaal mee. De kinderlijk ogende tekeningen zijn charmant. De charme die ze uitstralen past niet meteen bij een verhaal over de jodenvervolging maar op de een of andere manier werkt het toch. De ontwapenende tekeningen en harmonieuze kleuren maken het zware thema toch iets beter verteerbaar. Het is een soort strip waarvan je iets opsteekt zonder dat je het echt doorhebt. Geen educatieve strip dus met een uitgebreid achtergronddossier erbij. Nee. Dat hoeft hier ook niet. Het verhaal voert je mee. De personages nemen je mee. Voor de aandachtige lezers: leuke verwijzingen naar Kuifje (blz. 52) en René Magritte (blz. 48). Net als het vorige deel volgt een enorme spannende cliffhanger met een trein. Laat dat slotdeel maar komen!
0 Comments
Tekst / tekeningen : Canales / Guarnido
Dargaud, 60 blz., SC : 10,50 euro, HC : 17,95 euro Shakespeare: liefde, verraad… en malafide bouwfirma’s Na zijn roadtrip in Texas, keert detective John Blacksad terug naar New York City. We leren er ‘vleermuis’ Kenneth Clarke kennen. Clarke is voorzitter van de metroarbeiders. Hij voelt zich bedreigd. Er zit een huurmoordenaar achter hem aan en vraagt Blacksad om de killer op te sporen voor het te laat is. De wezelmaffia heeft de vakbonden van de dokwerkers en de chauffeurs al in zijn macht. Nu willen ze ook de metroarbeiders domineren. Machtige bouwmeester Solomon wil de hele stad ombouwen met nieuwe autowegen en een hightech hangbrug met twaalf rijstroken. Het openbaar vervoer moet verdwijnen. Solomon is een hoge onbetrouwbare pief die elke vorm van protest tegen zijn innovatieve plannen (onder de vorm van publiek theater) of polemiek in de kiem smoort. Een gevaarlijk heerschap dus. Weekly, Johns beste kameraad, is als volbloed journalist altijd op zoek naar inspiratie voor een nieuw artikel. Hij krijgt de unieke kans om de valse Solomon van nabij te volgen. Als dat maar goed gaat… Ruim twintig jaar geleden al trok de boze blik van een rokende kat op een stripkaft mijn volle aandacht in mijn vaste stripspeciaalzaak. De reekstitel ‘Blacksad’ en het voorwoord op de titelpagina van één van mijn lievelingsauteurs Régis Loisel trokken me meteen over de streep. Dit moest wel een goed album zijn. Ik was meteen verkocht. Wat een onvergetelijke leeservaring! Wat een zalige strip! Wat een knappe aquareltekeningen! Een succesvol stripduo was geboren: Canales en Guarnido staan voor hoogstaand leesplezier. Mijn enthousiasme voor deze reeks en het ondertussen staag groeiend oeuvre van Guarnido is er alleen maar groter op geworden. Guarnido is als een komeet omhoog geschoten binnen het wereldje van supergetalenteerde stripmakers met een grote ‘fanbase’. Toch hebben we ruim acht jaar moeten wachten op dit zesde album. Guarnido heeft in de tussentijd immers een lijvig oneshot getekend onder de titel Het Goud van de Zwendelaar. Voor wie dit album nog niet gelezen heeft, twijfel niet. Ga het halen. Ruim 160 bladzijden fun en een verhaal (geschreven door Alain Ayroles) dat heel erg slim in elkaar steekt: het is elke euro dubbel en dik waard! Ook het nieuwste Blacksad-album hoort thuis in de eindejaarlijstjes van ‘beste strips van 2021’. Heerlijk leesvoer om jezelf en/of aan iemand anders cadeau te doen. En doe er meteen ook nog de integrale bij van alle voorgaande delen. Jij of je vriend(in) zal ervan smullen! Tekst / tekeningen : Jean Van Hamme / Peter Van Dongen & Teun Berserik
Blake en Mortimer uitgaven, 56 blz., SC : 10,50 euro Back to the roots Januari 1948. Nazi-Duitsland wil zich wreken op Engeland na hun nederlaag tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ook het IRA (Iers Republikeins Leger) wil wraak op de Engelsen. Ideaal dus om een samenwerking aan te gaan. Ze plannen een bombardement op Buckingham Palace in Londen. Om een aanval op dit extreem beveiligde gebouw kans op slagen te geven is een bijzonder wapen nodig. Ze denken onmiddellijk aan de supergesofisticeerde atoombommenwerper, de Zwaardvis. De vijf laatste exemplaren staan in een geheime bunker opgesteld ergens in Pakistan. Philip Mortimer heeft het toestel ontworpen en kent als enige de codes om de vliegtuigen te laten starten. Zijn goede kameraad Francis Blake wil zo snel mogelijk de toestellen laten terugkeren naar Engeland om net te vermijden dat ze in de handen zouden vallen van buitenlandse machten die slechte bedoelingen hebben. Het vorige album, geschreven door Jean Dufaux, was een mislukking. Ook het tweeluik daarvoor, geschreven door Yves Sente en getekend door de tandem Van Dongen-Berserik, was matig. Gelukkig springt good old Jean Van Hamme in de bres. Met dit nieuwe album zet hij Blake en Mortimer weer stevig op de rails. Zijn scenario sluit aan bij het succesvolle drieluik Het geheim van de Zwaardvis uit de jaren vijftig van de vorige eeuw. Hij slaagt erin om een boeiend verhaal te vertellen dat lekker wegleest, met veel actie en toch ook stevige lappen tekst. Het tekenwerk van Berserik en Van Dongen is ook heel knap en heel erg trouw aan het universum van Jacobs. Beide heren tekenen elk de helft van het album en het is opvallend dat je nauwelijks (niet?) kan zien wie welke pagina heeft getekend. Een unieke manier van werken! Eén van de betere albums van het ‘post-Jacobs’-tijdperk en mooi om cadeau te geven tijdens de komende kerstdagen. Van dit album bestaan ook nog twee duurdere HC- en luxeversies. Tekst / tekeningen : Yann / Fred Vignaux
Le Lombard, 48 blz., SC : 8,99 euro / HC : 16,95 euro Thorgals verleden in de sterren Thorgal en zijn kinderen Jolan en Wolvin keren op zee terug naar huis. Onderweg worden ze door een bizar gehoornd zeemonster aangevallen. En ook aan land wacht hen een onaangename verrassing: alle dorpelingen, dus ook Thorgals geliefde Aaricia zijn betoverd. Ze hakken de hele dag stenen om een gigantische burcht te verstevigen. De opdracht voor die versterkingen zijn er gekomen in opdracht van een oude bekende: Kriss van Valnor en haar zoon Aniël. Kriss ontvangt al haar ‘onderdanen’ op audiëntie. Eén voor één brengen ze haar allerlei wapens. Kriss toont weinig interesse tot iemand opduikt met een vuurwapen ‘uit de ruimte’. Het schiettuig is afkomstig van de metalen burcht van ijskoningin Slive. Dit personage leerden we kennen in het tweede album van deze reeks, ruim veertig jaar geleden. Alleen Thorgal is in staat om door zijn ‘buitenaardse’ roots binnen te dringen in haar metalen burcht. Het lijkt er dus op dat Kriss van Valnor alweer Thorgal nodig heeft voor haar duivelse plannen… Ik zit met een dubbel gevoel na het lezen van dit album. Wanneer Thorgal terugduikt in zijn verleden, levert dat meestal zwakke albums op met als absoluut dieptepunt album 26 Het Koninkrijk onder het zand. Maar op de een of andere manier vind ik het sciencefiction-sausje wel geslaagd. Scenarist Yann kent zijn klassiekers en knoopt zijn verhaal vast aan een personage uit het begin van de reeks. Hij laat ook nomadenstammen in Groenland opduiken en dat levert heel mooie plaatjes op. Als die hard-Rosinski-fan was ik eerder kritisch ingesteld toen ik hoorde dat de hoofdreeks zou overgenomen worden. Maar de eerlijk gebiedt mij om toe te geven dat Fred Vignaux het uitstekend doet. Hij brengt expressie in de gezichten die doen terugdenken aan de beste Rosinski-albums. Zijn decors ogen ook erg sfeervol. Naar het einde toe kantelt de sfeer en wordt het verhaal pure sciencefiction. Geen idee waar het allemaal naartoe gaat. Misschien wel het begin van een nieuwe cyclus? Misschien diept Yann het ‘sterrenverleden’ van Thorgal verder uit? Het wordt afwachten. Tekst / tekeningen : Marini
Dargaud, 104 blz., HC : 22,50 euro "Veel kijkplezier!" Terry ‘Slick’ is een meedogenloze gangster. Zeven jaar geleden had hij een relatie met de knappe Debbie ‘Caprice’ Hollow. Wanneer de twee elkaar opnieuw ontmoeten, is ze de verloofde van Rex McKinty, frauduleuze eigenaar van een nachtclub waar Caprice vaak sexy burleske dansen uitvoert. Slick heeft schulden bij Rex en door middel van diefstallen en overvallen probeert hij die schulden af te lossen. Dat Slick in het verleden iets heeft gehad met Caprice werkt een goede verstandhouding tussen hem en Rex niet meteen in de hand. De Aasgieren, De Schorpioen, Batman, Adelaars van Rome… allemaal reeksen getekend door de bijzonder virtuoze Enrico Marini. Hij is een van de stripmakers die voor mij niets fout kunnen doen. Heeft hij een nieuw album uit, dan koop ik het onmiddellijk. Voor dit eerste deel van een tweeluik dompelt Marini de lezer onder in de jaren veertig-vijftig van de vorige eeuw. Het verhaal en de tekeningen ademen de sfeer van de film noir uit. De dames zijn oogverblindend sexy, de mannen zijn kleerkasten in maatpak, de wagens zijn gestroomlijnd, de lichtreclames aan de gevels talrijk… Marini koos heel bewust voor een beperkt kleurenpalet om dit verhaal te vertellen. Hij gebruikt eigenlijk enkel maar zwart en grijsbruine tinten. Af en toe duikt een rode kleur op zoals in het kapsel van Caprice of in de pluimen tijdens haar dansoptreden. Achtervolgingen, gevechten, seksscènes… het oogt allemaal heel filmisch. En dat was wellicht ook de bedoeling. Het album telt ruim honderd bladzijden maar bevat eigenlijk bijzonder weinig tekst. En net daar wringt voor mij het schoentje. Kijkplezier krijg je gegarandeerd voor je geld maar je bent wel heel snel door het album heen als je vooral focust op de tekst. Misschien barst de intrige pas echt los in het volgende en meteen ook laatste deel. Tekeningen zijn dus (zoals altijd bij Marini) bijzonder knap en sexy maar het verhaal had best wel wat meer om het lijf mogen hebben. Tekst / tekeningen : Cortegianni / Alvès naar Jacques Martin
Casterman, 48 blz., SC : 8,99 euro Kopie, imitatie, vervalsing of namaak? In ons land is de verdwijning van het paneel van ‘De Rechtvaardige Rechters’ één van de meest besproken mysteries. In de nacht van 10 op 11 april 1934 stal Arsène Goedertier dit onderdeel van het veelluik ‘Lam Gods’. Sindsdien zijn er onnoemlijk veel (amateur-)onderzoekers opgestaan om elk hun eigen theorie voer de mogelijke verstopplaats te ontwikkelen. Helaas nog altijd zonder resultaat. In het nieuwste album van Lefranc is het nu de beurt aan de hoofdrolspeler Guy Lefranc om in de voetsporen van alle onderzoekers te treden. Hij wil uitzoeken waarom iemand de officiële kopie van het paneel van ‘De Rechtvaardige Rechters’ uit de Genste Sint-Baafskathedraal heeft ontvreemd? Het raadsel wordt nog groter als ook in Brugge en Parijs kopiën worden ontvreemd. Tekenaar Alvès debuteerde in deze reeks in 2015 met het 26ste album van Lefranc. Hij tekende ook het 28ste en het 30ste album. En nu ligt dan zijn vierde album in de rekken. Zijn statische tekenstijl met heel veel oog voor details past perfect bij deze reeks. Deze keer moest hij ook alles uit de kast halen om bekende schilderijen naar zijn hand te zetten. Hij brengt het er prima van af. Scenarist Cortegianni werkt sinds 2020 ook regelmatig mee voor de scenario’s van FC De Kampioenen samen met Hec Leemans. En die laatste krijgt in deze nieuwe Lefranc een eerbetoon met het personage van de Gentse politiecommissaris Hector Leemans. Cortegianni verstopt nog een verwijzing naar Leemans in dit album door de straatnaam ‘Bakelandtstraat’. Dat Cortegianni ook vertrouwd is met de geestelijke vader van De Kiekeboes blijkt dan weer uit de naam van kopiist Mehroten. Op de allerlaatste bladzijde eert hij de vorig jaar overleden Erwin Drèze (die eerder meewerkte aan albums van Alex en Lefranc). Ik heb ook nu genoten van dit nieuwe album. Lefranc bestaat al zeventig jaar en straalt al al die jaren dezelfde sfeer uit. Op vlak van scenario’s misschien niet altijd even sterk maar het tekenwerk van de vele tekenaars die in al die decennia de revue zijn gepasseerd, blijft de reeks voor mij aantrekkelijk houden. Tekst / tekeningen : Marc Legendre / Fabio Bono
Standaard Uitgeverij, 32 blz. : 6,99 euro Zondaars maken plagen mee Schapen vallen dood neer in de weide, twee koeien krijgen een dodelijke ziekte en er wordt ook nog een baby met een hazenlip geboren… en dat allemaal wanneer een eenvoudige keukenmeid Uda passeert. Uda werkt bij vrouwe Avin, hoofd van veel landerijen. Ze wordt opgepakt en beschuldigd van hekserij door de zogenaamde ‘heksenjager’. Deze man heeft de reputatie van zijn slachtoffers te martelen tot ze toegeven dat ze een verbond met de duivel hebben gesloten. Uda blijkt dan ook nog de oma te zijn van een oude bekende van Johan. Het vorige album was extreem bloederig. Dat is nu veel minder het geval, al hangt er wel opnieuw een naargeestig sfeertje. De voorbije weken was er op een forum van striplezers veel te doen over het beperkt aantal bladzijden van elk nieuw album van de Rode Ridder. Inderdaad, 32 bladzijden is niet veel. Inderdaad, je bent er als lezer snel doorheen maar ik draai het eens om: knap werk hoe Legendre er toch elke keer in slaagt om een verhaal te brengen dat op zichzelf te lezen is en waar toch een rode draad doorloopt. Het tekenwerk van Fabio Bono vind ik nog steeds van een hoog niveau. Het is uiteraard anders dan de stijl van voorgangers als Biddeloo en Scholz maar ik geniet er toch altijd weer van. Terwijl bepaalde forummers afhaakten, ben ik net de reeks weer gaan volgen na overname door Bono. Dus mij zal je niet horen klagen. Indien de uitgeverij Bono en Legendre de kans zou geven om hun verhalen op een groter aantal pagina’s te vertellen, zal ik uiteraard niet klagen. Tekst / tekeningen : Legendre / Cambré
Standaard Uitgeverij, 48 blz., SC: 8,25 euro Seefhoek vooruit! Suske en Wiske liggen in het gras vlakbij de Antwerpse haven. Wanneer ze een groot containerschip zien passeren, gaan hun gedachten naar Franciscus Antigoon, bijgenaamd de Sus. Sus Antigoon is vooral bekend als wit, dronken spook in de hoofdreeks van Suske en Wiske. Toch blijven er heel onbeantwoorde vragen rond dit personage hangen. Waarom verliet hij ooit Antwerpen? Waarom raakte hij verslaafd aan alcohol? Waarom zonk zijn schip, de Antverpia? Waar kwamen de vrouwen vandaan waarmee hij een stad stichtte? Wanneer Suske en Wiske bij een auto-ongeluk zwaargewond in het ziekenhuis belanden, komen ze in een soort van hallucinatie terecht. Ze worden naar 1540 gekatapulteerd. Het jaar waarin Franciscus Antigoon met de Spaanse kapitein Alvaro op zoek gaat naar San Brandan, het zogenaamde mythische Verloren Eiland. Een soort El Dorado dus… maar in de buurt van de Canarische eilanden. De tandem Legendre-Cambré liet nog maar enkele weken geleden hun hommage aan Piet Pienter en Bert Bibber op ons los en er ligt nu weeral een nieuw album van hen in de winkels. Als fan van het allereerste uur van Amoras ben ik alle verhalen blijven volgen, ook in de daaropvolgende reeks De Kronieken van Amoras. Eerlijkheidshalve moet ik toegeven dat ik ondertussen ben uitgegroeid tot een grotere fan van De Kronieken dan van de moederreeks. De avonturen lezen vlot. De verhalen kunnen (per twee) los van elkaar gelezen worden. Het scenario is niet (nodeloos?) complex. Heerlijk leesvoer dus. Inkleuringen worden vaak vergeten (ook door mezelf) bij het bespreken van albums. Deze keer maak ik het goed door de naam van Shirow Di Rosso te laten vallen. Wat een aanwinst voor deze reeks! Platen 22 en 23 waar het schip van Sus in een storm terecht komt zou zonder een bijzonder sfeervolle inkleuring zeker niet hetzelfde ‘waauw’-effect krijgen. Ook de vele pagina’s waar het schip in een dichte mistbank terechtkomt, is heel erg knap gedaan. Laat het slot van dit nieuwe tweeluik maar komen. De voorpublicatie van deze strip loopt momenteel in de gratis krant Metro. Dat zal sowieso ook goed doen aan de verkoopcijfers, vermoed ik. Tekst / tekeningen : Nix
Standaard Uitgeverij, 32 blz., SC: 6,99 euro Gegijzeld of toch niet? Poetsvrouw Gonda sluit per ongeluk het hele politieteam op in hun bureau na een hele dag werken. De commissaris houdt net die avond een voordracht voor zijn collega’s over recente dreigingen als hacking, zelfgemaakte bommen en antrax. Wanneer hij vaststelt dat alle deuren op slot zijn en ook nog de elektriciteit is uitgevallen, is het voor hem zonneklaar: het hele korps wordt gegijzeld! Het hele team zal zijn best moeten doen om zo onopvallend mogelijk samen te werken en een ontsnappingsplan uit te dokteren. De commissaris denkt immers dat de gijzelnemers best wel eens zwaarbewapend buiten zouden kunnen staan wachten… Wat blijft het een plezier om elke keer weer een nieuw album van De buurtpolitie te lezen. De leerlingen waaraan ik les geef, smullen hier ook van. Ze vinden het raar (maar tegelijk leuk) dat hun leerkracht dit soort albums ook apprecieert. De zwierige tekeningen en de mooi afgeronde verhalen zijn voor mij elke keer weer een reden om een nieuw album te kopen. Leukste vondst vond ik de film van hun leven die agent Koen en zijn trouwe viervoeter Barry zien passeren. Tekst / tekeningen : Lupano / Fert
Standaard Uitgeverij, 144 blz. : 29,95 euro Rassenhaat in de VS 1832, Canterbury. Schooljuf Prudence Crandall staat aan het hoofd van een lokale kostschool met een twintigtal meisjes. Op een dag ontvangt ze er ook Sarah met open armen. Daar lijkt niets mis mee tot blijkt dat Sarah een zwart meisje is. De blanke bevolking is in shock. Sarah wordt onmiddellijk als een bedreiging gezien. Vele ouders dreigen ermee om hun dochters weg te halen als Sarah blijft. Zwarten zijn in die tijd immers wel ‘vrij’ maar ze hebben geen enkele vorm van burgerrechten. Een jaar voor dit verhaal zich afspeelt, vond een bloederige slavenopstand plaats onder leiding van Nat Turner. Deze revolte liet een diepe indruk na. Vele blanken leefden sindsdien in panische angst voor de zwarte medemens. Wat volgde was een reeks maatregelen als lynchpartijen, publieke ophangingen en een samenscholingsverbod voor meer dan drie zwarten. Toch blijft Prudence bij haar besluit en ze laat de zwarte Sarah toe. Meer nog, door alle negatieve reacties van de blanken, wil ze haar kostschool exclusief openstellen voor zwarten. Een totaal onverwachte zet en dat dertig jaar voor de afschaffing van de slavernij in de Verenigde Staten. Mijn bespreking komt wellicht heel zwaarwichtig over. Verwacht je echter niet aan bloederige taferelen of een complexe plot. Scenarist Lupano (vooral bekend voor de topper Krasse Knarren) vertelt zijn verhaal dat gebaseerd is op ware feiten op een wel heel toegankelijke manier. Te simplistisch wat mij betreft. Hier had ik zoveel van verwacht maar het is al bij al toch een tegenvaller geworden. De tekeningen van de voor mij onbekende Stéphane Fert zijn karikaturaal. Zijn decors zijn in feite slechts contouren van gekleurde vlakken. Alles krijgt een soort kinderlijk tintje. Op zich kan je met dit soort tekeningen wel een stevig verhaal vertellen. De tekeningen van Fert deden me onmiddellijk denken aan het tekenwerk van de Vlaamse stripmaker Simon Spruyt (Junker, Bouvaert en recent De Tamboer van Borodino). Alleen slaagt hij er wel in om hardere thema’s in zijn ogenschijnlijk kinderlijke stijl op een boeiende manier te vertellen. Dat effect hadden de tekeningen van Fert totaal niet. Een realistischere tekenaar was toch een betere keuze geweest voor dit soort verhaal, vind ik. Wat me ook opviel was de tientallen (44 om precies te zijn, jaja… ik heb het nageteld) tekstloze pagina’s. Ik heb daar helemaal niets op tegen maar ‘trop is trop’. Ik was heel snel door de ruim honderd bladzijden heen en bleef toch op mijn honger zitten. Een slechte strip is dit zeker niet maar dertig euro is dit oneshot zeker niet waard. Soms liggen mijn verwachtingen te hoog… Oh ja, er is ook een nawoord van vijf bladzijden vol historische uitleg door de conservator van het Prudence Crandall-museum. Daar is wel nog wat leeswerk aan. |
Archives
April 2024
|