Tekst / tekeningen : Jérémie Moreau
Daedalus, 112 blz., HC : 29,95 euro Bevreemdende fabels Dit album van verschillende fabels begint met het verhaal van een buffel en een varaan die er alles aan doen om een eiland weg te duwen. Ze willen het zo redden van een inslaand stuk meteoriet. Daarna volgt een verhaal over een struisvogel met een zwaar minderwaardigheidscomplex. Als derde krijg je het verhaal van spreeuw Andrew die besluit zijn eigen weg te gaan en niet hersenloos zijn zwerm soortgenoten volgt. Dan is het de beurt aan olifantje Memo die dankzij zijn opa onderricht wordt in de wereldgeschiedenis. In de voorlaatste fabel volgen we de reis van een kleine heremietkreeft die de pracht en praal van een koraalrif leert kennen. In het allerlaatste verhaal komt dan eindelijk de panter Sophia uit de titel van dit album tevoorschijn. Sophia is het meest geduldige en slimste wezen van de jungle. Wanneer zij spreekt, komen alle dieren van heinde en verre aangelopen, aangekropen, aangezwommen en aangevlogen om naar haar wijze raad te luisteren. Ook nu. Sophie filosofeert rondom het graf van de buffel uit de eerste fabel. Ze formuleert de ene wijze uitspraak na de andere (‘De dood is gewoon een transitie’ of ‘Het lichaam van de ene voedt de andere’). Na deze transcendente speech keren alle dieren terug naar hun dagdagelijkse leven… Ik had nog nooit van stripmaker Jérémie Moreau gehoord. Het blijkt om een 35-jarige Parijzenaar te gaan. Dit album is het eerste dat naar het Nederlands is vertaald. Zijn talent werd al op zijn zestiende opgemerkt tijdens het beroemde stripfestival in Angoulême. Verhaaltechnisch is dit een album dat ik niet snel zal vergeten. Maar wild enthousiast werd ik er allerminst van. Het is me allemaal veel te zweverig. Het einde is ook allesbehalve bevredigend. Een klasbak op niveau van het tekenen van dieren als een Frank Pé, Guarnido of wijlen René Hausman zou hier nog de meubelen kunnen redden. Maar dat is niet het geval voor het tekenwerk van Moreau. Alle dieren komen heel erg gestileerd over en lijken bij momenten alsof ze op een lichtbak zijn doorgetekend op basis van fotomateriaal. De effen en afgelikte digitale inkleuring verhoogde mijn leesplezier al evenmin. Het lijkt allemaal wat op haastwerk. Jammer. Wellicht zit er meer achter elke fabel en mis ik iets. Maar mijn dada was dit allerminst. De preview die ik online had gezien had me nochtans bijzonder nieuwsgierig gemaakt naar dit oneshot. Voor mij een zware tegenvaller. Maar er is wellicht wel een lezerspubliek voor dit soort verhalen. Alleen hoor ik daar niet bij.
0 Comments
Tekst / tekeningen : Léo
Dargaud, 64 blz., SC : 8,99 euro De cyclus te veel? 22 juni 2203: een erg primitief ogende vliegende schotel nadert het ruimtestation Albert Einstein dat rond de aarde draait. De Verenigde Naties reageren onmiddellijk. Er moet snel een gewapende expeditie ter plaatse worden gestuurd om de potentieel gevaarlijke situatie te beoordelen. De jonge Manon Servoz zal als één van de vijf bemanningsleden aan boord gaan. Ze heeft nog maar pas haar opleiding tot special agent van de VN afgerond. Het team ontdekt snel nog een ander gigantisch schip aan de rand van de planeet Neptunus. Men kiest ervoor om nog een extra team op te trommelen om alles te gaan onderzoeken. En bij dit team duiken heel wat bekenden op als Kim Keller, Maï Lan en Marc. Om deel te nemen aan deze missie moeten ze wel terugkeren van Betelgeuze waar ze op dat moment verblijven. Na vorige cycli als Aldebaran (5 delen), Betelgeuze (5 delen), Antares (6 delen), De Overlevenden (5 delen) en Terug naar Aldebaran (3 delen) serveert Léo nu het eerste deel van een nieuw tweeluik. Ik ben een fan van het eerste uur en het valt me dus niet makkelijk om kritiek te uiten op het werk van hem maar nu kan ik niet anders. Dit eerste album van Neptunus verrast op geen enkel moment. Het voelt aan als de cyclus te veel. Het komt over als het herkauwen van de typische Léo-thema’s als het oproepen van mysterie, veel (heel veel) scènes met ‘talking heads’ in krappe ruimteschepen. Vernieuwend is het allemaal niet (meer). En wat gezegd van de spuuglelijke cover? Komaan, dit is toch geen illustratie waarmee je zieltjes wint? Dit begrijp ik echt niet. De terugkeer van de schattige Iums en de mysterieuze Mantrisse deden me wel even opveren tijdens het lezen maar het échte verhaal boeide me erg matig. Gevechts- en nanorobots lijken nu de hoofdrol te gaan opeisen. Ik zal het slotalbum van dit tweeluik sowieso kopen al was het maar om te zien of Léo mij alsnog kan verrassen. Al vrees ik dat Neptunus misschien wel de cyclus te veel is binnen de werelden van Aldebaran. Tekst / tekeningen : Nix
Standaard Uitgeverij, 32 blz., SC: 6,99 euro Grafschennis of verrijzenis? Eddy Melody was een succesvol charmezanger. ‘Was’ want na een zwaar auto-ongeval met zijn knalgele Ferrari sterft hij totaal onverwacht. Groot verdriet bij zijn vele fans is het gevolg. Maar dan gebeurt er iets verrassend. Precies één maand na zijn dood, wordt het graf van Eddy Melody opengebroken door een onbekende. En wat meer is: het lijk van Eddy Melody is verdwenen. De politie wil de zaak grondig onderzoeken. Ook Melody’s fans trekken op onderzoek uit. Zij geloven immers dat hun idool uit de doden is opgestaan. Als echte paparazzi trekken zij erop uit om als eersten foto’s van de ‘verrezene’ te maken. Als fan van het eerste uur, kijk ik elke keer weer uit naar een nieuw album van De buurtpolitie. Het was weer genieten van een knap verteld verhaal met een onverwachte ontknoping, fraai slapsticktekenwerk (al had de coverafbeelding wat spectaculairder mogen zijn), de running gag van gepensioneerde vogelspotter Stafke en een grappige cameo van VTM-journalist Patrick Van Gompel. Ik weet dat ik in herhaling val maar knap hoe de makers er keer op keer in slagen om op nauwelijks 32 bladzijden een verhaal te brengen dat toch genoeg ‘body’ heeft om te boeien. |
Archives
April 2024
|