Tekst / tekeningen : Leo / Icar
Dargaud, 48 blz., SC : 7,95 euro Overgangsalbum? Plaats: planeet Tau Ceti 5, stad: Erechim, hoofdpersonen: broer en zus John en Jane, missie: de terreur van rijke grootgrondbezitter Wayne Burton alias Anton Pedrick stoppen. Jane en haar gehandicapte broer John krijgen in dit album hulp vanuit een wel heel onverwachte hoek. Een buitenaards blauw ectoplasma dringt het lichaam van een baby binnen om voor de volle 100% zijn genezende en herstellende krachten te kunnen gebruiken. Zou hij ook in staat zijn om John van zijn verlamming af te helpen? De verhaallijn in dit album valt wel heel magertjes uit. De vorige samenwerking tussen Leo en Icar, Verre Werelden, kon mij veel meer bekoren. De laatste grens begon goed in 2014 maar is stilaan aan het afglijden naar een middelmatig niveau. En dat ligt niet alleen aan het flitterdunne scenario. Ook het tekenwerk van Icar (pseudoniem van Frank Picard) glijdt mee de dieperik in. Vooral de gezichten van de personages ogen slordig. Aan decors wordt al evenmin veel aandacht besteed. Het lijkt allemaal op wat haastwerk. Ook het typische exotische bestiarium is zo goed als achterwege gelaten in dit album. Dat vind ik bijzonder jammer want ik koop al jaren ‘blind’ alles wat uit Leo’s pen komt. Hopelijk krijgen we alsnog meer spanning en een verrassend einde in het vijfde en laatste album van deze futuristische western.
0 Comments
Tekst / tekeningen : Dugomier / Ers
Le Lombard, 48 blz., SC : 7,95 euro “Geduld, we krijgen ze wel!” Juni 1940. Pontain l’Ecluse. In dit kleine dorpje in de Franse Bourgognestreek slaagt men er niet meer in om de Duitse troepen tegen te houden. Hoofdpersonages François en Eusèbe zijn net dertien jaar geworden. Maarschalk Pétain tekent een wapenstilstand met de nazi’s. Frankrijk is op dat moment verslagen. De vader van François heeft veel respect voor Pétain. Hij heeft immers nog onder zijn bevel gevochten in 1916 in Verdun. Het duo wordt al snel een drietal wanneer Lisa Baum onderdak krijgt bij François. Lisa is een Duitstalige Belgische afkomstig uit Eupen. Haar ouders is ze tijdens haar vlucht kwijtgeraakt. Ze sluit snel vriendschap mete François en Eusèbe.Het jonge drietal wil zich niet zomaar laten doen en ze organiseren kleine verzetacties om te tonen dat Frankrijk nog verre van verslagen is. Zo foefelen ze met de watersluis en drukken hun eigen protestpamfletten. Het mogen dan kleine acties lijken maar soms kunnen die ook grote gevolgen hebben. Ook bij de volwassen bevolking groeit stilaan protest tegen de Duitse bezetter. Het besef begint te groeien dat men niet zomaar apathisch mag blijven toekijken hoe de nazi’s de plak zwaaien op Franse bodem. Tekenaar Benoît Ers en scenarist Vincent Dugomier (het duo achter onder andere De Duivels van Alexia) vertellen de gruwel van de Tweede Wereldoorlog vanuit het standpunt van dertienjarigen. Ers slaagt erin om het Frankrijk van de jaren veertig heel overtuigend neer te zetten. Zijn kadrering is dynamisch. Het verhaal vertelt wel een stuk geschiedenis van bijna tachtig jaar geleden maar hij brengt de bezetting van Frankrijk toch op een ‘moderne’ manier in beeld. Laagdrempelig voor jong en oud. In het Frans zijn al drie delen in deze reeks verschenen. Tekst / tekeningen : Le Gall / Plessix
Casterman, 64 blz., HC : 17,95 euro Emotioneel pareltje voor lezers van 7 tot 77 In plaats van net als de andere kinderen naar school te gaan, holt de jonge Saïd liever de hele dag achter kolonnes mieren aan. Meer dan eender wie, vraagt hij zich af waar die diertjes heen gaan? Hij volgt ze elke dag tot net aan een fontein. Voorbij de fontein gaan is hem immers ten strengste verboden door zijn moeder. Op een dag vraagt zijn grootvader Hadj om op zijn kudde geiten te letten. Hadj wil immers op bedevaart. Saïd aanvaardt de job en maakt zo kennis met Zakia, de oudste geit van de kudde. Zakia blijft een bijzonder gave te hebben. Hij kan immers praten en filosoferen als de beste. Veertig piepkleine rovers, een magische lamp, boosaardige sultans, magiërs, reuzen en piraten… ze zijn allemaal aanwezig in dit dromerige sprookjesachtige oneshot. Op het eerste zicht is dit album een kinderverhaal. Dromerige woestijnlandschappen, verfrissende oases, een schattige hoofdpersonage en magische elementen. Maar dat is maar schijn. Ook voor volwassenen is dit verhaal een aanrader. Het album is eigenlijk een verhaal vol humor en tederheid. Als lezer volg je een jongetje dat met allerlei levensvragen worstelt. Een jongetje dat door te praten met zijn geitje zichzelf en de wereld beter leert kennen. Op zich gebeurt er niet veel maar het is het constante ‘ping-pong’-spelletje tussen Saïd en Zakia die van dit album een pareltje maakt. Uiteraard is het niet alleen het geslaagde scenario van Frank Le Gall (vooral bekend voor het onderschatte Theodoor Cleysters) maar ook en misschien vooral het bijzonder expressieve en aantrekkelijke tekenwerk van Michel Plessix. De man kon me al helemaal bekoren met zijn Patje van het Groenewoud maar het zijn toch vooral de twee cycli van De Wind in de Wilgen en De Wind in de Woestijn die de tederheid en aantrekkelijkheid van zijn stijl hebben bewezen. Dit album ligt volledig in de lijn van deze twee reeksen. Heel veel emoties op de gezichten, heel veel kleine details… elke plaatje is een piepklein schilderijtje. Ook de inkleuring van Sébastien Orsini moet vermeld worden. Door zijn tekenwerk is elk album een patchwork van kleuren, licht- en schaduw. Zowel bij de panorama’s in volle zonneschijn als de talrijke nachtelijke scènes is het genieten geblazen. Een album om te koesteren, te herlezen en zeker ook voor te lezen aan jonge kids. Wat ben ik blij dat de vertaling er alsnog is gekomen. Want in het Frans verscheen dit verhaal al in september 2016. Tekst / tekeningen : Van Hamme & Alcante / Vallès
Le Lombard, 48 blz., SC : 7,95 euro Er mag wat meer vaart in komen We volgen de levensloop van hoofdpersoon Jolanne de Valcourt nu al sinds 2009. In totaal zullen er acht albums verschijnen. Jolanne trad al in de meest uiteenlopende functies naar voor: bastaardkind, slavin, bandiet, meesters in een bordeel en een op hol geslagen wilde. Vanaf vandaag ligt deel 6 in de winkel. In het vorige deel konden we lezen hoe Jolanne een slag op het hoofd krijgt en haar geheugen verliest. Ze komt naar allerlei omzwervingen in Indië terecht. De luxe, pracht en praal van haar vertrouwde Versailles zijn nu wel heer ver weeg. In Indië vindt ze onderdak bij de gouverneur van de Franse handelspost Pondicherry. Ze gaat er aan de slag als secretaresse. Toch raakt ze ook al snel in de problemen. Haar halfbroer Philippe is immers vicegouverneur in Pondicherry. Hij wil niets liever dan zelf gouverneur worden en daarvoor moet gouverneur Dupleix verdwijnen. Vraag blijft of Jolanne haar lot zal kunnen blijven ontlopen. Ze wordt immers beschuldigd van medeplichtigheid aan moord en de doodstraf hangt boven haar hoofd. Ik wil eerst zeggen dat een herlezing van de vorige albums eigenlijk wel nodig is. De summiere samenvatting vooraan in het album helpt wel maar de vorige verhalen erbij halen is toch nog beter. In dit zesde hoofdstuk gebeurt eigenlijk niet zo veel. Ik miste wat vaart. Er zijn veel dialogen en veel lappen tekst dus. Maar net daar wringt het schoentje. Tekenaar Francis Vallès is niet bepaald een topper in het weergeven van emoties. Zijn personages lopen er allemaal nogal stijfjes bij. De gezichten lijken allemaal wat verkrampt. Zijn decors daarentegen ogen wel knap. Let maar op het paleis van de Maharadja (blz. 7), de Shiva-tempel (blz. 13) en de scène met de boten (blz. 41). Nog twee albums en deze reeks zit erop. Hopelijk zit er meer tempo in de slotdelen, getiteld: ‘Koningin’ en ‘Markiezin’. Tekst / tekeningen : Roger Leloup
Dupuis, 48 blz., SC : 6,95 euro Het ‘vet is van de soep’ Samen met haar vriendinnen Isolde en Emilia ontdekt Yoko een krijtgrot. In de 15de eeuw hadden cisterciënzers daar een klooster opgericht. Ze komen daar in contact met Lathy die vertelt dat Zaka, de dienares van Lucifer (uit het gelijknamige album van 2010), eist dat Yoko zich bij haar aansluit. Maar ook Khany, de Vineaanse vriendin van Yoko, roept om hulp. Zij heeft schrik. Haar blauwe volkje dreigt immers ontdekt te worden door de aardse mensen. Aardlingen vluchten meer en meer onder de grond omdat de vervuiling op aarde steeds grotere vormen aanneemt. Kunnen jullie nog volgen? Nee, dat verbaast me niets. Ik heb mij ook doorheen dit verhaal geworsteld. Vreemd ook dat de inmiddels 83-jarige tekenaar Roger Leloup nu met een vervolg komt op een album van zeven jaar geleden. Bijzonder moeilijk om op deze manier een nieuw lezerspubliek te vinden. Ik heb het ook nooit echt gehad voor de verhalen van Yoko in de toekomst. De meest geslaagde albums van Yoko Tsuno vond ik de verhalen die teruggrepen naar het verleden. Een reeks die al meedraait van 1972, daarvan kan je stilaan verwachten dat er zoiets als bloedarmoede optreedt. Weinig inspirerende verhalen zijn daar de laatste jaren het bewijs van. Op het tekenwerk van Leloup valt wel nog altijd niets af te dingen. Hij blijft een absolute grootmeester in het uitwerken van schitterend gedetailleerde decors, futuristische voertuigen en fabeldieren. Voor het tekenwerk een aanrader maar voor het verhaal hoef je dit album niet te kopen. Tekst / tekeningen : Corteggiani / Netch
Casterman, 32 blz., SC : 4,95 euro Geslaagde terugkeer van mythisch strippersonage In het Vrolijkbos is alles peis en vree. Geen sprake hier van oorlog, hongersnood of digitalisering van de maatschappij. Het leven kabbelt rustig verder. Tot op een dag de egoïstische en op-geld-beluste Meneer Flouzenmaker affiches van de spuuglelijke heks Melanie Distel laat vallen boven het bos. Eén van die affiches komt pardoes in het gezicht van Taboem terecht. Taboem raakt op slag gehypnotiseerd door de afbeelding en kan aan niemand anders meer denken dan aan Melanie, tot groot ongenoegen van zijn verloofde Snoesje. Ze wil kost wat kost dat haar liefje geneest. Ze rekent hiervoor op een zekere magiër Tyfus. Hij komt aan in het Vrolijkbos en beweert een gerenommeerd exorcist te zijn. Hij belooft om Taboem weer beter te maken… Snoesje is een van de vele dierlijke creaties van de grote Raymond Macherot (1924 – 2008). Dit snoezige diertje maakte voor het eerst haar opwachting in 1965 in het weekblad Robbedoes. Daarna volgden elf albums bij uitgeverij Dupuis tot 1985. Daarna bleef het een hele tijd stil. Tussen 2006 en 2009 probeerde kleine uitgeverij Flouzenmaker al een herstart van Snoesje door vijf albums te laten tekenen door André Taymans. Deze albums werden echter nooit naar het Nederlands vertaald. Dan werd het opnieuw stil tot nu. Eindelijk kunnen we weer genieten van de avonturen van Snoesje en haar verloofde Taboem, louche verkoper Flouzenmaker, brigadier Verboten en nog zoveel anderen. Deze keer is het de tandem Corteggiani-Netch die voor een nieuwe start zorgt. Scenarist Corteggiani kennen we vooral als het brein achter De jonge jaren van Blueberry. Tekenaar Netch was voor mij totaal onbekend. Maar enig opzoekwerk leerde me dat hij tot nu vooral als assistent van Midam actief was voor de gagreeks Game Over. Reboots van oudere stripreeksen staan niet altijd garant voor succes. Zo stopte de doorstart van Roba’s De Sliert al na twee albums en de nieuwe avonturen van Macherots Chlorophyl werd al na één (niet-vertaald) album opgedoekt. Hopelijk gaat het met deze reeks wel de goeie kant uit. Ik heb in elk geval genoten van dit verhaal. Het album telt maar 32 bladzijden maar er valt toch genoeg te beleven. Het tekenwerk van Netch is heel fraai. Je ziet aan alles dat hij vooral heel veel respect voor Macherot heeft. De vlakke inkleuring moet zeker ook vermeld worden. Er werd geen poging gedaan om het flashier te maken. En dat kan ik alleen maar toejuichen. Figuren die vaak in één egaal kleur werden opgevuld. Achtergronden die kleuren krijgen die je niet meteen verwacht. Het werkt nog altijd in de eenentwintigste eeuw. Nog één ding: de klantvriendelijke prijs van net geen vijf eurootjes voor dit album zal hopelijk ook bijdragen tot een prima verkoop. Het tweede album staat al aangekondigd op de achterkaft. Tekst / tekeningen : Mangin / Dupré
Casterman, 48 blz., SC : 7,95 euro Einde van geslaagd griezeltweeluik In het eerste deel van dit tweeluik maakten we vorig jaar kennis met de rebelse jonge schoorsteenveger Jack en de rijke, jonge erfgenaam Elizabeth ‘Liz’ Shepherd. We vertoeven nog altijd in het Victoriaanse Londen in 1865. Jack wil zich kost wat kost wreken op de zogenaamde ‘Boeman’ die zijn vader vermoord heeft. Deze boeman alias Mister Roberts is verantwoordelijke voor kannibalistische diners in obscure Londense clubs. Jack nam op het einde van het vorige album de jonge Liz mee naar zo’n lugubere club. Door de confrontatie van onthoofde en in stukken gehakte kinderen, klapt Liz volledig dicht. Zeker nadat ze met haar eigen ogen heeft gezien dat haar eigen vader ook deelneemt aan deze gruwelpraktijken. Jack hoopt dat Liz deze slachtpartijen zal aanklagen in de hogere kringen. De grootste vraag is echter: hoe kan je deze gruwel stoppen? Het antwoord vinden Jack en Liz verrassend genoeg in een sprookjesboek… De in Spanje wonende Vlaamse tekenaar Steven Dupré staat samen met Jan Bosschaert en Stedho al jaren in mijn persoonlijke top drie van lievelingstekenaars van eigen bodem. Hij kan veel verschillende stijlen en genres aan. Dat hij een uitzonderlijk tekentalent is, bewijst hij ook nu weer. Zijn decors zijn heel gedetailleerd uitgewerkt. Hij wisselt ook dikwijls van camerastandpunt als een volleerd regisseur. Bekijk zeker het duizelingwekkend vogelperspectief op bladzijde 13. Ook in het weergeven van menselijke emoties is hij een grootmeester. Ook een voorbeeld nodig? Gewoon op bladzijde 11 gaan kijken. De zwarte achtergrondkleur van de pagina’s in plaats van de klassieke witte draagt bij tot de gruwel- en horrorsfeer. Het scenario van Mangin kon mij ook nu bekoren. Oh ja, de ware toedracht achter de coverillustratie kom je pas op het eind van het verhaal te weten. Het is verrassend, moet ik toegeven. Nee, meer verklappen zou echt doodzonde zijn. Nodeloos om te zeggen dat dit tweeluik een aanrader is. Oeps, nu heb ik het toch gezegd… |
Archives
Maart 2024
|