Tekst / tekeningen : Istin / Duarte
Daedalus, 48 blz., HC + SC Dwergen en Elfen moeten elkaar soms een handje helpen Zwarte Elfen worden van jongsaf opgeleid tot moordmachines. Dat wisten we al uit voorgaande albums uit deze reeks. De meedogenloze en bloeddorstige Zwarte Elf, Lah’saa, is daar een duidelijk voorbeeld van. Zij trekt aan het hoofd van een leger van honderdduizend ghouls (= soort van ondoden, op vlees beluste zombies) en enkele uit de kluiten gewassen ijstrollen naar Kastennroc, de onneembare vesting en trots van het Yrse volk. Het leger van de Blauwe Elfen onder leiding van de knappe Lanawyn zal het moeten opnemen tegen de troepen van Lah’saa. Het Yrse volk mist het lef en de schwung om ten oorlog te trekken. Ze missen een fier leider die mee met hen naar het front trekt. Gelukkig duikt een oude bekende op: Redwin, de legendarische, sterke en behendige dwerg uit het eerste album van die andere fantasyreeks bij uitgeverij Daedalus. Redwin zorgt voor hernieuwde moed bij de Yren. Hij zweept de massa op om tegen de ghouls op te rukken en Kastennroc met hand en tand te verdedigen. Er komt nog een vervolg op dit album. Dat vind ik wat jammer. Pagina’s lang worden -weliswaar op een schitterende manier- gevechtsscènes in beeld gebracht. Maar ik vermoed dat de intrige toch ook in één album had verteld kunnen worden. Al weet ik natuurlijk niet zeker wat topscenarist Istin nog uit zijn hoed zal toveren. Het tekenwerk van Duarte is wisselvallig. Bij momenten oogt alles heel realistisch en gedetailleerd om dan enkele bladzijden verder plots heel slordig te worden. Ik stoorde me ook soms aan de digitale inkleuring. Zeker bij de dubbelpagina op bladzijde 22-23 had je je als tekenaar en inkleurder eens volledig kunnen laten gaan om de lezer achterover te blazen. Maar dat is niet gebeurd. De grote overzichtstekening van de voorgevel van Kastennroc oogt heel slordig en komt als haastwerk over. Misschien last gehad van een te krappe deadline?
0 Comments
Tekst / tekeningen : Luca Blengino / Lionel Marty
Daedalus, 56 blz., HC + SC Grootste van alle praalgraven Mausollus, koning van Carië, sterft op 25-jarige leeftijd tijdens een aanslepende oorlog met het Griekse eiland Rhodos. Zijn vrouw Artemisia is verteerd door verdriet en kondigt een rouwperiode van tien jaar aan. Ze laat een imposante graftombe bouwen. Het moet de grootste graftombe ooit gebouw worden vergelijkbaar met de kolossale piramides in Egypte. Alsof haar verdriet nog niet groot genoeg is, wordt ook de as van haar echtgenoot door de ‘bende van de Zwarte Satraap’, zoals ze zichzelf noemen, gestolen. Ze eisen een gigantische hoeveelheid goud in ruil voor de urne met de as. Koningin Artemisia zamelt de gigantische geldsom in en zet een konvooi op poten die de schatkisten naar de Zwarte Satraap moet brengen. Daarvoor rekent ze op twee vertrouwelingen uit haar directe omgeving: de zwangere Callista en haar geliefde, generaal Pigres. Wat volgt is een spannend verhaal vol actie en vooral vol verrassingen op het einde. Over het scenario niets dan lof. Ook dit voorlaatste album van deze conceptreeks heb ik heel graag gelezen. Het tekenwerk oogt bij momenten minder indrukwekkend. Tekenaar Marty is niet de meest toegewijde tekenaar. Hij maakt er zich bij heel wat plaatjes nogal snel van af. Dat is ook een van de redenen waarom ik een van zijn andere reeksen, De Droom van Jeruzalem, nooit heb gekocht. Er raakten ook maar twee van de vier Franse albums vertaald. Ik was blijkbaar niet de enige die zijn neus heeft opgehaald voor die reeks. Vooral de decors van Marty missen al te vaak diepte en uitwerking. Hij is voor dit album zelfs hier en daar details compleet vergeten (zoals het koord van de gespannen boog op bladzijde 30). Dat is jammer. Het verhaal had een tekenaar verdiend met meer oog voor detail. Tekst / tekeningen : Adam & Convard / Vignaux
Daedalus, 48 blz. + historisch dossier van 8 blz., SC + HC Lastige klant voor Caesar Als geschiedenisleerkracht kan ik niet anders dan toejuichen dat uitgeverij Daedalus uitpakt met de vertaling van twee albums uit de Franse conceptreeks Ils ont fait l’histoire. In deze reeks verschenen in het Frans al twintig (!) albums. Gengis Khan, Luther, Lenin, Lodewijk XIV, Jeanne d’Arc, Catharina de Medicis, Mao… Allemaal passeerden ze al de revue. Bedoeling is om niet alleen een boeiend biografisch portret te brengen maar ook te bewijzen dat elk van deze personen ook hun stempel hebben gedrukt op onze tijd. In dit album maken we van dichtbij kennis met de eerste echte held uit de Franse geschiedenis: de Gallische leider Vercingetorix. Als jongeling leert hij de Romeinse discipline kennen. Maar eens terug bij zijn Gallische stam, de Arvernen, zal hij heel lang weerstand bieden tegen de legioenen van de beroemde Romeinse veldheer Julius Caesar. Het verhaal is uiteraard in de eerste plaats een verstripte biografie van het leven van Vercingetorix. We vernemen dat hij op vijfjarige leeftijd getraumatiseerd raakte door zijn vader te zien sterven op de brandstapel. We volgen ook zijn opleiding als jonge adellijke Galliër bij de Romeinse troepen (wat niet ongewoon was voor de gegoede Galliërs). We maken ook de moord op zijn zwangere vrouw mee en uiteraard komt de beroemde omsingeling van en slag bij Alesia uitgebreid aan bod. Enkel leesvoer voor geschiedenisfreaks als mezelf? Nee. Er zit zoveel meer in dit verhaal. Er is uiteraard actie en wapengekletter maar de stripmakers besteden ook de nodige aandacht aan de psyche van Vercingetorix. We vernemen meer over hoe zijn haat tegenover de Romeinse troepen ontstaan is. Tekenaar Fred Vignaux kennen we al door zijn tekenwerk voor de spinoff-reeks Sneeuw: de oorsprong en het tweeluik De roep van de legenden. Hij is ook illustrator van veel covers in de (nog-) niet-vertaalde reeks La sagesse des mythes bij uitgeverij Glénat. Zijn tekenwerk oogt aantrekkelijk. Hij verliest zich niet in nodeloze details maar de sfeer en het dynamise zit prima. Tegelijk met dit verhaal verschijnt in deze reeks ook de vertaling van het eerste deel over het leven van Napoleon. Aangezien over het leven van Napoleon zoveel te vertellen valt, zullen er drie albums aan zijn biografie worden gewijd. Tekenaar van dienst is de Italiaan Fabrizio Fiorentino. Een onverwachte keuze aangezien Fiorentino voorheen alleen maar actief was op de Amerikaanse markt van de comics. Hij werkt mee aan reeksen als The Amazing Spiderman, Catwoman en Justice League. Met het drieluik rond Napoleon trekt hij voor het eerst de kaart van de Europese stripmarkt. Tekst / tekeningen : Léo & Corine Jamar / Fred Simon
Dargaud, 48 blz., SC : 7,95 euro Actie overgoten met ecologische boodschap In de vorige twee albums leerden we Romane kennen. Romane is een jonge Parijse vrouwelijke politie-inspecteur. Ze onderzoekt de verdwijning van een lijk. Deze zoektocht brengt haar naar New York waar de hoofdzetel van Algapower gevestigd is. Zij doen onderzoek naar geheime genetische experimenten. Al dit geëxperimenteer kan ook te ver gaan. Algapower verandert het DNA van de dolfijn Delph waardoor communcatie met mensen mogelijk is. Roger Pennac, de broer van Romane, werkt voor Algapower. Wanneer hij overgeplaatst wordt naar Rio de Janeiro gaan de poppen echt aan het dansen. Daar wordt immers gewerkt aan een wel heel gewaagd experiment : een nieuw wezen creëren door het DNA van twee bestaande diersoorten te mengen. Romane moet via haar broer proberen om hard bewijsmateriaal te vinden en op die manier aantonen dat Algapower de grenzen van het ethisch aanvaardbare ver overschreden heeft. In dit derde deel gaan de auteurs vooral verder in op het verleden van Romane. Minder knallende actie dus maar des te meer uitdieping van de personages. Toch dendert ook dit verhaal als een hst vooruit. We hebben lang op de vertaling van dit vijfluik moeten wachten (in het Frans is de reeks al helemaal afgerond) maar gelukkig is uitstel geen afstel. Het tekenwerk van Fred Simon (bij ons enkel bekend van reeksen als Rails en Clownvisje bij uitgeverij Talent) is spectaculair. Het meest indrukwekkend zijn de gedetailleerde decors. De vrouwelijke personages lijden wel allemaal aan een vreemd E.T.-syndroom. Man, wat hebben die lange, uitrekbare nekken. Oké, dat is detailkritiek. Laat je vooral verrassen door deze reeks. Je zal er geen spijt van krijgen. Tekst / tekeningen : Michel Weyland
Dupuis, 48 blz., SC : 7,95 euro Strijd tegen mensenhandel Heel veel jongeren trekken naar buurland Tzarkië om de lokale tiran te gaan bevechten. Tijdens een etentje met haar ouders, leert Aria de stotterende en verlegen kelner Fieber kennen. Diezelfde avond ziet ze hem al terug tijdens een lezing van de zogenaamde ‘Ridders van de Kosmische Orde’. Alle jonge rekruten krijgen hier ingelepeld dat hen een luxueus leven te wachten staat. Aria vertrouwt het zaakje niet en gaat ook mee als ridder. Haar scepsis blijkt terecht te zijn. Want ze stuit op een vieze zaak van indoctrinatie en mensenhandel… Vorig jaar nam Weyland even een pauze. We hebben dus twee jaar moeten wachten op een nieuw album in deze reeks die al begon in 1982. Die korte adempauze werpt zijn vruchten af. Ik heb dit album graag gelezen. Het tekenwerk van Michel Weyland is weer top en de inkleuring van echtgenote Nadine oogt ook heel verzorgd. De titel van dit 38ste verhaal is wel wat vreemd gekozen en de cover nodigt nu ook niet meteen uit tot een impulsaankoop. Maar de horde fans die de reeks de voorbije decennia heeft opgebouwd, staat hoe dan ook garant voor een gewoonte-aankoop. Tekst / tekeningen : Léo
Dargaud, 56 blz., SC : 7,95 euro Mooi afgerond slotdeel Van de twaalf overlevenden die we in de vorige albums leerden kennen, blijven er nog maar zeven mensen over. Manon en Alex zijn wel op elkaar aangewezen nadat de andere bendeleden gevangen genomen zijn door een hagedisachtig volk. Samen met twee bevriende buitenaardsen en oude bekende Sven, de alien-echtgenoot van Kim Keller (die we al leerden kennen in de eerste cyclus Aldebaran) zullen ze proberen om hun vrienden te verlossen. Als grote fan van de Braziliaanse Fransman Léo ben ik altijd benieuwd naar elk nieuw album van zijn hand. En dan zeker wanneer hij een reeks moet afronden. Actie en geweld in een exotische buitenaardse omgeving, veel close-ups van ‘talking heads’, gruweldieren maar ook veel aandacht voor de psyche van de personages. Het zijn stuk voor stuk stokpaardjes van Léo. Ze zijn opnieuw allemaal aanwezig in dit slotalbum. Soms heeft Léo het moeilijk om alle verhaallijntjes uit een cyclus van meerdere albums samen te brengen en in schoonheid af te ronden. Deze keer slaagt hij daar echter perfect in. Enig minpunt is de weinig opvallende cover. Die had best wat spectaculairder gekund. Tekst / tekeningen : Colman / Batem
Dupuis/Marsu Productions, 48 blz., SC : 7,95 euro Mooie plaatjes voor de jonge lezertjes De republiek Palombië is vooral een gigantische eeuwenoude jungle. De bekendste inwoner temidden van alle exotische dieren is toch wel de Marsupilami. In dit 30ste album schetsen scenarist Colman en tekenaar Batem een beeld van het ontstaan van dit bijzondere dier. We krijgen te lezen (maar vooral te zien) hoe de soort geëvolueerd is doorheen de eeuwen. Ze tonen ons ook de verschillende ondersoorten die zich allen uitstekend hebben aangepast aan hun omgeving. Het hele album focust op de roots van de Marsupilami. Andere protagonisten als de eeuwige jager, Bring M. Backalive, komen nauwelijks voor. Waarschijnlijk een bewuste keuze aangezien we dit jaar al de 65ste verjaardag van de Marsupilami vieren. Franquins wonderlijke wezentje moest duidelijk schitteren. Daarvoor moest alles (lees: een boeiend scenario) wijken. Het flitterdunne verhaaltje (met wel héél veel tekstloze pagina’s) maakt dit jubileumalbum vooral tot een ‘kijk’-album. Mooie plaatjes. Niets meer en niets minder. Je bent er dan ook heel snel doorheen. Een album waar jonge lezers van zullen smullen. Voor mij mocht het toch wat meer zijn. De kids krijgen meteen ook een moraliserend lesje mee waarin ze opgeroepen worden om elkaar maar vooral de natuur te respecteren. |
Archives
Maart 2024
|