Tekst / tekeningen : Jodorowsky / Jérémy
Glénat, 56 blz., HC : 16,95 euro Stierf Lodewijk XVII echt op tienjarige leeftijd? Nee dus… Noord-Spanje, eind 18de eeuw. De sfeer in de heilige tempel van de Ridders van Heliopolis is gespannen. Om toe te treden tot dit geheime genootschap van alchimisten moet leerling Zeventien nog slagen in zijn laatste test. Na een succesvol gevecht wordt zijn ware identiteit onthuld: Zeventien is niemand minder dan Lodewijk XVII, het geheime kind van de Franse koning Lodewijk XVI en Marie-Antoinette van Oostenrijk. Bij zijn bevalling blijkt dat hij beide geslachten heeft. Zou hij de hermafrodiet zijn waarop de alchimisten al jaren wachten? Meester Fulcanelli is er in elk geval van overtuigd. De Franse koning heeft ook nog een ander kind verwekt bij ene Charlotte, een lokale bakkersdochter. Wanneer Marie-Antoinette onvoldoende moedermelk heeft, ontpopt Charlotte zich tot vaste min van de kroonprins… en ook vaste prostituee van de koning. Charlottes eigen zoon wordt aan zijn lot overgelaten. Hij groeit op tussen de honden en de ratten. Het verschil tussen beide kinderen kan bijna niet groter zijn. Toch zullen hun wegen elkaar heel snel kruisen… Scenarist Alexandro Jodorwsky voorstellen hoeft waarschijnlijk niet meer. De Chileen is een echte duivel-doet-al en een uitmuntend filmregisseur, acteur en stripmaker. Hij is inmiddels 88 jaar maar nog altijd niet beroerd om aan een nieuwe reeks te beginnen. Deze keer werkt hij samen met het grote talent van jonge Belg Jérémy. Na zijn jarenlange samenwerking met scenarist Jean Dufaux (voor Barracuda) en met de veel te vroeg overleden Philippe Delaby (voor wie hij jarenlang vaste inkleurder was) gaat hij nu in zee met een van zijn lievelingsscenaristen. Jodorowsky zou geen Jodorowsky zijn moest hij een strip maken waar braafjes en slaafs een geschiedenisles verteld wordt. Jodorowsky brengt met deze reeks dan ook een geslaagde mix van historische feiten (onthoofding van Marie-Antoinette onder de guillotine, de dood van politieke journalist Jean-Paul Marat…), bloederige actie, geflipte nevenpersonages (aangeklede, pratende gorilla), fictieve elementen (Lodewijk XVII zou volgens de geschiedschrijving op tienjarige leeftijd gestorven zijn aan een vorm van tuberculose) en de obligate seksscènes. Jérémy blijft evolueren en verder groeien als ultrarealistische tekenaar met heel veel oog voor detail. De luxueuze interieurs van Versailles, de kostuums, de decors in het algemeen… alles oogt heel spectaculair. Als lezer merk je aan alles dat hij dit verhaal met heel veel plezier heeft gemaakt. En dat werkt heel besmettelijk. Veelbelovend begin en absolute aanrader!
0 Comments
Tekst / tekeningen : Brunschwig / TaDuc
Dargaud, 56 blz., SC : 7,95 euro Jacht op groot wild Jonathan Fly is de adoptievader van XIII. Dat konden we in 1990 al lezen in het zevende deel van de hoofdreeks, getiteld De nacht van 3 augustus. Dit oneshot focust op de weken die voorafgaan aan die tragische nacht van drie augustus. Scenarist Brunschwig heeft zich echt ingewerkt in de reeks want hij brengt veel personages in beeld. Nieuwe personages maar ook oude bekenden uit de hoofdreeks. Hij vertelt het verhaal vanuit het oogpunt van de jonge Jason Fly. Via tal van flash-backs krijgen we ook een historisch beeld van de woelige jaren van zwartenhaat en opkomst van de Ku Klux Klan. Jonathan leidt een teruggetrokken bestaan in het rustige Greenfalls. Hij is een gepassioneerd topjournalist die helaas zo opgeslokt wordt door zijn job dat hij te weinig tijd maakt voor zijn adoptiekind Jason. Alles begint met de moord op de beroemde zwarte dominee Isayah Caton-Wood. Deze dominee trok vijftien jaar rond doorheen de Verenigde Staten om te pleiten voor burgerrechten voor de zwarten. Jonathan Fly heeft de dominee goed gekend. Na de mysterieuze moord duikt een andere oude bekende op in Greenfalls: Jasper Konrad Glover, de corrupte chef van de FBI. Glover komt er zogezegd jagen op groot wild. Maar Jonathan Fly ontdekt dat Glover een heel slecht schutter is. Zijn bezoek aan Greenfalls moet dus een andere reden hebben… Een stevig onderbouwd scenario van Runberg, degelijk realistisch tekenwerk van TaDuc (vooral bekend voor zijn reeks Chinaman) en een knappe inkleuring van Bérengère Marquebreucq. Alle elementen passen in elkaar en leveren een aangename strip op. Dit album behoort zeker tot een van de betere uit deze spinoff. Tekst / tekeningen : Zidrou / Jordi Lafebre
Dargaud, 56 blz., SC : 9,95 euro Belgische frietjes in Saint-Etienne 1962. Ook nu gaat de Waalse familie Faldérault op vakantie naar Frankrijk met hun knalrode R4, bijgenaamd Mam’Zelle Esterel. Eindbestemming is Saint-Etienne in de Loirestreek. Deze keer zijn oma Yvette en opa Henri ook van de partij. Samen met papa Pierre, mama Madeleine en hun twee dochters Julie en de pasgeboren Nicole trekken ze erop uit. Oma neemt het voortouw met de ‘Guide Michelin’ in de hand. Ze is vastberaden om iedereen langs de meest pittoreske (lees: meest religieuze) plekjes van Saint-Etienne te trekken. Ze wil vooral langsgaan in kathedralen en kleine kerkjes. Ook het logement oogt allesbehalve exotisch. Oma koos voor een Belgisch hotelletje pal in het centrum van Saint-Etienne. De Faldéraults hadden zich hun vakantie wel anders voorgesteld… Het was al genieten geblazen tijdens de vorige albums en dit is ook nu weer het geval. Dit soort rustig voortkabbelende feelgoodstrips zijn er te weinig. Na de openbaring van het sublieme Magasin General is het nu ook genieten met deze reeks. Het tekenwerk van Lafebre straalt plezier uit. Hij kan met evenveel gemak een glimlach op je gezicht toveren als je ontroeren. Weinig spectaculaire gebeurtenissen maar toch een dikke aanrader. Ideale vakantielectuur voor jong en oud én voor man en vrouw. Iedereen zal van deze strip genieten. Dat is op zich al een grote verdienste. Tekst / tekeningen : Xavier Dorison / Eric Hérenguel
Daedalus, 64 blz., HC : 17,95 euro Actie in het kwadraat Na de overwinning tijdens de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog maakt de Schotse kapitein Ulysses Mc Hendricks zich klaar om in 1781 met zijn zoon Mack naar huis terug te keren. Zeker wanneer hij hoort dat zijn hometown New Itakee door de Britten bezet wordt gehouden. Zijn echtgenote Penn wordt daarenboven ook nog gegijzeld. De beroemde Odyssee (vertaald door Ulysses in het Frans) van de Griekse schrijver Homeros diende als inspiratiebron voor dit tweeluik. In dit spannende slotalbum zien we hoe Ulysses een gevaarlijke vallei moet doorkruisen. In de vallei huist een gigantisch monster dat zich voedt met mensenvlees. Ulysses moet het tegen dit gedrocht opnemen om zijn vrouw terug te vinden die door een indianenstam wordt gevangengehouden. Het hele album door zullen Ulysses en het monster gevecht leveren. In het eerste album werd nog veel tijd en ruimte voorzien voor het voorstellen van de verschillende personages en de juiste sfeerschepping. Dat is helemaal voorbij in dit verhaal. Actie, actie en nog een actie. Op zich had ik daar geen problemen mee. Het is een epische strijd waarbij geen van beiden zich gewonnen wil geven. Maar daardoor worden de nevenpersonages ietwat uit het oog verloren. Maar dat komt wellicht in orde in een volgende cyclus want de queeste is nog lang niet voorbij. Tekenaar Hérenguel vertelde tijdens zijn signeersessie in Atlantis te Oudenaarde dat hij zeker niet de tekenaar zal zijn van een volgend album wegens onenigheid met de Franse uitgever Delcourt. Wie hem zou opvolgen was nog niet bekend. Tekst / tekeningen : Kraehn / Millien
Dargaud, 48 blz., SC : 7,95 euro Stilaan niveau van de hoofdreeks 1920, Parijs. Na de dood van zijn Duitse vader is hoofdpersoon Josef Schäfer (alias Tanguy-La-Vie-Dure) naar Frankrijk teruggekeerd. Jammer genoeg wordt hij niet meteen met open armen door zijn moeder Constance opgevangen. Ze heeft flink wat financiële problemen en kan met moeite haar grote gezin van zeven kinderen onderhouden. Samen met Mose, één van zijn twee broers, wordt Josef verplicht om in een fabriek van vliegtuigonderdelen in Issy-Les-Moulinaux te gaan werken. Dat levert wel wat op maar onvoldoende om Josefs grote droom mogelijk te maken. Josef wil immers niets liever dan vliegen. Hij wil kost wat kost zijn vliegtuigbrevet halen maar dat kost geld. Heel veel geld. Mose is lid van een straatbende met een slechte reputatie. Ze treden immers op als cocaïne- en heroïnekoeriers voor kunstenaar en rijke Parijzenaars. Dat is uiteraard niet zonder risico maar het brengt wel heel veel geld op. En waarom met bromfietsen proberen controles te slim af te zijn als je een vliegtuig achter de hand hebt… Scenarist Jean-Charles Kraehn (De Onthoofde Arenden, Sprinkhaan, Gil St. André, Tramp) heeft ervaring genoeg binnen de stripwereld en weet hoe hij een spannend verhaal moet opbouwen. Tekenaar Chrys Millien kreeg bij deel 1 nog hulp van Erik Arnoux. Nu stond hij er alleen voor maar dat is er zeker niet aan te zien. Het tekenwerk van Millien oogt bijzonder knap. Hij beheerst het realistisch tekenwerk helemaal. Zijn personages zijn levendiger dan andere hedendaagse realistische tekenaars uit de Jacques Martin-stal bijvoorbeeld. Millien gebruikt meermaals duizelingwekkende (hier letterlijk) vogelperspectieven om de lezer te verblijden (zie bladzijde 13 en 36). Hij excelleert ook in het tekenen van heel gedetailleerde grotere platen als de marktscène op bladzijde 42 of het bovenaanzicht van Parijs op bladzijde 51. Smullen geblazen! Het niveau van hoofdreeks Tramp is misschien nog iets te hoog gegrepen maar na twee albums komt De Vliegenier al aardig in de buurt. Jammer dat de cover niet meteen uitblinkt in originaliteit. In dit geval geldt de uitspraak ‘Don’t judge a book by its cover’ zeker. Kopen die handel en genieten. Ik ben niet meteen de grootste fan van pilotenstrips à la Buck Danny, Dan Cooper… Maar De Vliegenier is veel meer dan een pilotenverhaal. Er is ruimte voor dialoog, avontuur en amoureuze intriges. De karakters van de personages worden uitgediept en de voetnoten onderaan de pagina zorgen dat een leek in deze materie (waar ik mezelf bij reken) toch heel goed kan volgen en er zelfs heel wat van opsteekt. Nog een extra voordeel: je kan elk album van De Vliegenier los van elkaar lezen. Ook de hoofdreeks Tramp kennen is geen must. Tekst / tekeningen : Thilde Barboni / Olivier Cinna
Dupuis, Collectie Vrije Vlucht, 64 blz., HC :17,95 euro Poëtische haïku over de liefde in tijden van oorlog Ludwig Mueller werkt als een Duitse vertaler-tolk en groeide op bij de Hitler-Jugend. Hij spreekt vloeiend Duits en Japans. Ludwig is gehuwd maar het is een stroef huwelijk. Ludwig zoekt zijn nood aan affectie dan maar elders. Hij wordt naar Hiroshima gestuurd om hoogst vertrouwelijke documenten te vertalen. In Hiroshima begint hij een relatie met een Japanse masseuse. Ludwig krijgt de meest lugubere teksten voorgeschoteld: documenten die vreselijke experimenten op gevangenen beschrijven. Wanneer Hitler zelfmoord pleegt, besluit Ludwig het anders aan te pakken en begint als een bezetene alle vertalingen te vervalsen tot 6 augustus 1945… de dag waarop de atoombom op Hiroshima valt. 1945 is zonder twijfel het donkerste jaar uit de hele Japanse geschiedenis. Scenarist Barboni kiest bewust voor dit jaar om zijn verhaal te situeren. Toch is het geen oorlogsverhaal. Hij brengt een unieke mix van liefde, filosofische overpeinzingen en oorlog. De titel ‘Hibakusha’ is de letterlijke vertaling voor een persoon die de kernbom op Hiroshima heeft overleefd. Tekenaar Cinna verhoogt het leesplezier. Zijn subtiele, gevoelige en krasserige tekenstijl past uitstekend bij het verhaal. Achteraan vind je een bijlage van zes bladzijden waarin scenarist Barboni over het ontstaan van het verhaal vertelt en er zijn ook knappe tekeningen en schetsen te zien van Cinna. Een pracht van een cover en een verrassend sterk verhaal binnenin. Deze strip heeft alles. Oh ja, strips die je na het lezen onmiddellijk aanzetten om wat op te zoeken zijn ook niet dik gezaaid. Ik begon onmiddellijk te googlen na het lezen… en jawel, monolieten die schaduwen tonen van verpulverde mensen na het Hiroshima-bombardement… dit is geen fantasie maar harde realiteit. Om stil van te worden… Tekst / tekeningen : Guillaume Bouzard
Lucky Comics, 48 blz., SC : 7,95 euro Hilarisch eerbetoon aan Morris De procureur roept de hulp in van Lucky Luke omdat Jack Dalton in hongerstaking is gegaan nadat hij vernomen heeft dat Ma Dalton gekidnapt is. De bekendste ‘lonesome cowboy’ wil wel helpen om deze zaak op te lossen maar hij heeft ook zijn eigen privé-problemen. Hij slaagt er immers niet meer in om met zijn paard Jolly Jumper te communiceren. Het dier lijkt wel apatisch, depressief. Dat zorgt voor heel wat frustratie maar gelukkig ook voor heel veel doldwaze toestanden (de zwaarlijvige Averell Dalton, de Daltons die aan daltonisme blijken te lijden), tal van grappige woordspelingen (‘Een sprietje? Nee, ik ben gestopt.’ of ‘De man die het in zijn hoofd haalde om op zijn eigen schaduw te schieten.’ en de titel die duidelijk refereert naar Hergés De Manitoba antwoordt niet meer) en heel veel knipogen naar vroegere albums als ‘Phil IJzerdraad’, ‘Western Circus’ en ‘Dr. Doxey’s Elixir’. Dit oneshot was voor mij de allereerste kennismaking met het werk van Guillaume Bouzard. En ik moet toegeven dat ik er enorm van heb genoten. Bouzard maakte een hilarisch album met heel veel respect voor de oude albums. Hij kiest opzettelijk voor egaal ingekleurde decors of personages zoals Morris het ook deed. Dit draagt enorm bij tot herkenning en verhoogt het leesplezier. De humor is overal aanwezig en maakt van dit album een absolute aanrader. In 2016 tekende Matthieu Bonhomme als ‘zijn’ versie van Lucky Luke. Dit album viel meermaals in de prijzen en kreeg veel publiciteit. Ook dit eerbetoon verdient alle aandacht. Waar wacht je nog op: ga dit album halen: de fluorescerende oranje achtergrond van de cover valt sowieso op. Je zal er niet snel naast kijken. Tekst / tekeningen : Cauvin / Laudec
Dupuis, 48 blz., SC : 6,95 euro Vertrouwde ingrediënten Het Chinese vriendinnetje Chen, beste vriend Christian, de gigantische hond Calilgula, het rijkeluiszoontje Nico, de tv-verslaafde Christian en Lily met het chronisch-vermoeidheissyndroom, inwonende opa… ze zijn weer allemaal van de partij in dit inmiddels al eenendertigste album van Cédric. 28 jaar geleden leerden de Nederlandstalige lezers deze speelvogel nog kennen onder de reeksnaam Stefan. Pas in 1997 (vanaf album 11) namen we ook de originele Franse reeksnaam Cédric over. Het recept is in deze lange periode niet veel veranderd. De digitale inkleuring deed zijn intrede en het interieur en de gadgets evolueerden mee. De tekenstijl van Laudec blijft nog altijd op hetzelfde niveau. Ik vind zelfs dat er nu meer details in de decors gepropt worden dan in de beginperiode. In dit album krijgen we gedetailleerde decors te zien in het stadspark, het interieur van het dorpskerkje, het huis van Chen en het lokale kerkhof. Laudec experimenteert erop los met de camerastandpunten wanneer hij overzichtstekeningen maakt. Een ander vertrouwd element is ook nu weer aanwezig: lezers met goede ogen (of een uitstekende bril of een prima paar lenzen) kunnen zich verkneukelen met de woordgrapjes en linkjes naar de actualiteit op de krant van Cédrics opa. Zo zitten er knipogen verwerkt naar kersvers Amerikaans president Trump, Mick Jagger, de Brexit en het stripfestival van Angoulême. Vernieuwend is deze gagreeks al lang niet meer maar aan uitverteld is de tandem Cauvin-Laudec evenmin. Ik blijf fan. Tekst / tekeningen : Legendre / Cambré
Dupuis, 48 blz., SC : 6,95 euro Een Vlaamse Robbedoes… eindelijk! Pancratius, alias de Graaf van Rommelgem, heeft een nieuwe uitvinding gedaan: een intelligent eivormig object dat voor allerlei doeleinden kan ingezet worden. Hij wil deze nieuwe uitvinding op een congres aan de Franse Azuurkust voorstellen maar vreest dat er kapers op de kust zijn. De voorbije weken sluipen immers ongure snoodaards rondom zijn huis. Daarom roept hij de hulp in van Robbedoes en zijn sidekick Kwabbernoot. Zij zullen zich vermommen als koppel en het intelligente speeltje in een levensechte pop verstoppen. Zo zullen zij uit de schijnwerpers blijven en kan Pancratius er zeker van zijn dat zijn uitvinding veilig op het wetenschappelijk congres geraakt. Tekenaar Charel Cambré en scenarist Marc Legendre waren bijzonder vereerd en aangenaam verrast dat zij als allereerste Vlamingen met deze beroemde Franstalige creatie aan de slag mochten. Ze waren als kleine jongens allebei verzot op Robbedoes. Onder de reekstitel Robbedoes Special maakt het auteursduo van die andere succesreeks Amoras, nu een eerste album exclusief voor het Nederlandstalig publiek. Een groots opgezette mediacampagne met een speciale persdag, een officieel doopsel van de nieuwe reeks (met bijhorende suikerbonen), een uitgebreide signeertour door tal van stripwinkels in Vlaanderen en Nederland, het peterschap van BV Guga Baul, een tv-optreden in de talkshow Van Gils en Gasten… : er werd op geen inspanning gekeken om deze reeks een vliegende start te geven. Zijn al deze inspanningen de moeite waard geweest? Ik vind van wel. De grootste verdienste van deze nieuwe reeks is de laagdrempeligheid. Robbedoes is al heel lang een reeks die enkel nog door oudere lezers gevolgd wordt. Er kwamen de laatste jaren bijzonder weinig nieuwe lezers bij. Happy Family wil iets veranderen aan deze situatie en is dan ook een echte familiestrip geworden. In mijn ogen vooral gericht op een jong publiek dat zo (misschien wel voor het eerst?) in contact komt met de avonturen van de beroemde piccolo. Je hoeft Robbedoes helemaal niet te kennen om van dit album te kunnen genieten. En dat is dé allergrootste verdienste. Het scenario is immers nogal traditioneel en blinkt niet meteen uit in originaliteit (het is eigenlijk één lange achtervolging) maar het leest wel heel vlot. Het tekenwerk van Cambré oogt zwierig en aantrekkelijk. Het plezier spat bijna letterlijk van de pagina’s in de talrijke actiescènes. Cambré koos bewust voor de karikaturale stijl van zijn eigen reeks Jump. De meer volwassen, schetsmatige stijl van Amoras liet hij bewust achterwege. Beide heren kozen ervoor om de tijdsgeest van de Robbedoes-albums van grootmeester André Franquin (die zelf even een cameo krijgt rechtsonder op bladzijde 6) in hun verhaal neer te zetten. Geen hippe gsm’s of moderne bolides dus maar wel bakelieten telefoons, audiocassettes en de befaamde blauwe Tarbot. Voor de aandachtige lezeres zitten er verder ook nog knipogen in naar Mickey Mouse, Lucky Luke, de Smurfen, Kramikske en Kuifje. Benieuwd of de heren in hun opzet slagen en een nieuw lezerspubliek voor Robbedoes zullen vinden. Ik duim alvast! |
Archives
Maart 2024
|