Tekst / tekeningen : Wilfrid Lupano / Léonard Chemineau
Standaard Uitgeverij, 264 blz, HC: 35 euro “Wetenschap is heiligschennis!” We schrijven het jaar 976. Zestig jaar lang was het kalifaat Al-Andalus in het Spaanse Cordoba een vredige intellectuele plek waar wetenschap en cultuur hoogtij vierden. Kalief Al-Hakam II wilde van Cordoba een stad maken met meer grandeur dan Bagdad en Constantinopel. Hij liet universiteiten bouwen die gratis toegankelijk waren. Hij haalde uitstekende wetenschappers naar zijn stad. Het pronkstuk was de bibliotheek waar kopiisten dagelijks aan het werk waren om Arabische boeken te maken. Maar dat verandert wanneer de kalief plotseling sterft. Zijn zoon Hisham was toen nog maar elf jaar oud. Piepjong dus. Dit gecombineerd met zijn fragiele gezondheid zorgen ervoor dat hij zijn plaats afstaat aan vizier Amir. Samen met een groep ultraorthodoxe fanatiekelingen willen ze 400 000 boeken op de brandstapel gooien. De bibliotheek van Cordoba had een immense collectie unieke en dus kostbare werken in haar bezit. De reputatie van de bibliotheek was tot ver bekend. Het was echt een centrum van kennis. Bibliothecaris-eunuch Tarid wil dit kost wat kost vermijden. Tarid is bezeten van boeken. Hij heeft zijn hele leven boeken beschermd tegen schimmel, vochtigheid, zonlicht… Beschadigde werken liet hij opnieuw kopiëren of opnieuw inbinden. Hij wil zoveel mogelijk zeldzame boeken van de vlammen redden en zoekt een manier om die boeken weg te brengen. Een ezel lijkt hem een ideaal vervoersmiddel om al die kennis te redden van de definitieve vernietiging. Hij krijgt hierbij ook de hulp van de hoogopgeleide slavin-kopiiste Loebna en een oude kennis van hem, zwerver Marwan. Wanneer het uitlekt dat het trio op de vlucht is geslagen met een aantal kostbare werken zet de grootvizier met zijn soldaten de achtervolging in. Scenarist Lupano kon me in het verleden al bekoren met reeksen als Alim de leerlooier, Azimut en Krasse knarren. Van tekenaar Chemineau had ik nog nooit eerder gehoord. Wat opzoekingswerk leerde me dat hij tot nu toe nog maar een vijftal strips heeft gemaakt. Dit album is het eerste album dat vertaald geraakt naar het Nederlands. En daar ben ik heel blij mee. Deze fabel of parabel (beetje moeilijk om hier een echt genre op te plakken) verscheen vorig jaar al in het Frans bij uitgeverij Dargaud en werd bedolven onder de positieve kritieken. Die lof vind ik terecht. Het verhaal is een mix van historische feiten in een bij momenten best wel karikaturale stijl met veel aandacht voor (situatie-)humor. Het tekenwerk van Chemineau deed me denken aan de stijl van Bonhomme (vooral voor zijn reeks Esteban). Hij serveert een mix van humoristische dikke-neuzenstijl en realistisch tekenwerk. De warme inkleuring draagt ook bij tot het leesplezier. Bij flash-backs (of droomsequenties) wordt met een compleet andere steunkleur gewerkt. Dat helpt om het overzichtelijk te houden. Decors zijn ofwel heel gedetailleerd getekend om dan weer af en toe compleet te worden weggelaten. Een afwisseling die best wel goed werkt. Geniet zeker ook van heerlijke tekstloze pagina’s waar elk plaatje op zichzelf een mini-verhaaltje verteld (blz. 148 – 150 is wat mij betreft het mooiste voorbeeld hiervan). Een nawoord met uitgebreide toelichting van het historische kader waarin dit verhaal zich afspeelt is absoluut een meerwaarde voor een geschiedenisleerkracht als ikzelf. Een heel mooie hommage aan de strijd om kennis voor de komende generaties te bewaken. Geen enkel geloof of overtuiging mag zichzelf het recht toe-eigenen om boeken te gaan vernietigen. Vrije meningsuiting, weet je wel… Het is ‘pakjestijd’, een heel mooi cadeau voor onder de kerstboom. En niet in de laatste plaats bij alle ministers van cultuur en religieuze leiders. Censuur kan echt niet!
0 Comments
Tekst / tekeningen : Pierre Christin / Virginie Augustin
Dargaud, 56 blz., SC : 9,99 euro Bizar verhaal mooi in beeld gebracht De Delfen, een zelfgenererende soort, dankt zijn behoud en zijn vermogen om verhalen te verzinnen aan metalloïde knobbels. Ze zijn meesters in het bedenken van boeiende verhaallijnen voor soaps. Hun narratieve inventiviteit is groot en daarmee is geld te verdienen bij geldschieters van grote productiehuizen. Maar de reserves raken op en ze dreigen uit te zullen sterven. Er is een alternatieve inspiratiebron ontdekt: op ‘onze’ aarde in de 21ste eeuw. Een expeditie wordt opgezet. Kolonel Tloc, meesteres Na-Zultra en haar sidekick Schniarf tonen interesse. Maar er is stevige concurrentie in de persoon van de ambitieuze en dictatoriale Mrs. Richbaugh. Zij is oprichter van een veelbelovend bedrijf in Silicon Valley. Het zal de taak worden van Ravian en Laureline om terug te gaan in de tijd en als universiteitsstudent een rol van belang te spelen in deze expeditie. De race naar inspiratie vindt plaats in een afgelegen deel van het Kaukasusgebergte. Ik heb vrij laat kennis gemaakt met de sf-reeks Ravian. Op korte tijd werd ik fan. Hoogtepunt was mijn ontmoeting met de in januari van dit jaar overleden tekenaar Jean-Claude Mézières op het stripfestival van Knokke-Heist. Zijn dood zou het definitief einde van de reeks kunnen betekend hebben maar dat is dus niet het geval. Scenarist van het eerste uur, Pierre Christin, besloot hier anders over en ging in zee met telkens andere stripmakers om losse oneshots af te leveren in een soort spinoff Ravian door… Na eerder Lauffray en Larcenet is het met Virginie Augustin de beurt om zich in het universum van Ravian en Laureline onder te dompelen. Ik houd wel van haar manier van tekenen. Alim de leerlooier was voor mij de eerste kennismaking met haar werk. Ze probeert echt wel trouw te blijven aan de wereld van Mézières. Bij momenten mochten haar decors wel wat meer opgevuld zijn maar de Kaukasus is misschien wel een open en kaal gebied. Ik ben er zelf nog nooit geweest. Qua tekenwerk vond ik dit album geslaagd. Het verhaal vond ik bij momenten te complex en vooral wel héél vergezocht. Ik miste actie en vooral humor. Een flop is dit niet. Maar een topper evenmin. Leuke cameo ook van Mézières op blz. 53 die heel symbolisch nog een laatste keer vanop het dek van een schip naar zijn lezers zwaait. Tekst / tekeningen : Yann / Fred Vignaux
Le Lombard, 48 blz., SC : 9,99 euro / HC : 17,99 euro Laat het verleden rusten en kijk vooruit De moraal van dit verhaal is dat je als volk je lot best niet toevertrouwt aan geavanceerde machines. Doe je dat wel, dan veroordeel je jezelf. Je moet als mens leren leven met de onvoorspelbaarheid van moeder natuur: rampen, epidemieën… of zelfs je lot aan de goden verbinden. Goden willen immers niet dat de hele mensheid verdwijnt. Het is niet zo’n goed idee om alles in te zetten op artificiële intelligentie’. Geen paniek, je bent effectief een bespreking van de nieuwste Thorgal aan het lezen en geen nieuw sciencefiction-album. Dit is al het vijfde Thorgal-album uit de hoofdreeks geschreven door de bijzonder productieve scenarist Yann. Nadat hij een verhaallijn had afgesloten die hij zelf niet had ingezet, beperkte hij zich vervolgens tot twee albums met avonturen vol fantasie, zonder te dicht bij de mythologie van de serie te komen. Ik kon deze albums best wel pruimen, eerlijk gezegd. Vorig jaar begon hij aan een nieuw hoofdstuk in deze vikingsaga. Met het vorige album Neokara en dit vervolg, Tupilaks, graaft hij dieper in het ruimteverleden van Thorgal. Hij serveert de lezer een terugkeer naar het prille begin van de reeks. Hij bracht vorig jaar zowaar ijskoningin Slive terug uit het allereerste album van de hoofdreeks. Ook eeuwige rivale Kriss van Valnor dook weer op. Ik heb het nooit zo gehad met het sf-kantje van de reeks. Akkoord, Thorgal is en blijft een zogenaamd kind van de sterren maar gelukkig werd daar tot nu toe niet al te veel op gefocust. Daarom had ik serieus wat twijfels bij het vorige deel. En die zijn alleen maar groter geworden na het lezen van dit album. Het nieuwste album begint met het opvullen van enkele hiaten die nog bestonden in het verhaal van de terugkeer van de Atlantiërs op aarde, een episode die al behandeld werd in Het eiland van de bevroren zeeën (album 2) en Het sterrenkind (album 7), de Qa-cyclus (albums 10 t.e.m. 13) en het barslechte album Het koninkrijk onder het zand (album 26). De ontstaansgeschiedenis was dus jaren geleden al perfect beschreven door Jean van Hamme. Ik stelde me tijdens het lezen dan ook meermaals de vraag of het echt nodig was dat Yann nog tal van extra sf-wendingen toevoegde? Het is allemaal te veel waardoor het verhaal rommelig overkomt. Grote lappen tekst in vakken verdeeld om de lezer toch min of meer toe te laten om het verhaal te volgen. Ook heel veel dialogen tussen mensen en computerschermen. Wie zit daar bij een album van Thorgal op te wachten? Ik in elk geval niet. We worden om de oren geslagen met termen als matrix, configuratie, accumulatoren, epigenetica, hybridisatie, ataraxie… Euh… kan iemand nog volgen? Dit is toch geen verhaal van Thorgal meer! Het tekenwerk van Fred Vignaux blijft op de meeste pagina’s wel op niveau. Hij tekent niet op het level van grootmeester Rosinski maar dat level kunnen in mijn ogen als diehard-fan heel weinig stripmakers ooit bereiken. De laatste pagina’s vond ik zowaar schetsmatig overkomen (weinig details in mimiek en snel afgehaspelde sneeuwdecors). Het leek bij momenten echt wel op haastwerk. Te krappe deadline misschien? In elk geval is dit 40ste album absoluut geen knallend jubileumverhaal geworden. Integendeel. Het doet pijn aan mijn hart maar dit verhaal is onwaardig voor een universum waar ik al decennialang zo verzot op ben. Is het universum van de reeks Thorgal definitief dood? Ik hoop van niet maar ik vrees er een beetje voor. Misschien houdt Yann zich beter bezig met het uitwerken van losse albums zonder te veel in het verleden van Thorgal te gaan graven. Hier ben ik echt niet goed van. Het ontgoochelt me meer dan de 0-2 nederlaag die België eerder vandaag leed tegen Marokko op het WK. En dat wil veel zeggen… Tekst / tekeningen : Flix
Dupuis, 72 blz., SC : 9,99 euro Hoeba-Hop-Humboldt! In 1801 trekt ene Alexander von Humboldt rond in de jungle van het Zuid-Amerikaanse Palombië. Hij komt er oog in oog te staan met een volslagen onbekend dier: de Marsupilami. Hij vangt het dier en zijn drie eieren en trekt ermee naar Berlijn. Dan maakt het verhaal een sprong voorwaarts in de tijd en brengt ons naar het Berlijn van 1931. We maken hier kennis met Tristan Otto. Hij werkt als taxidermist in dienst van het Berlijnse natuurmuseum. Maar de eindjes aan elkaar knopen is geen evidentie voor hem. Wanneer de zevenjarige Mimi bij hem langsgaat, ontdekt ze tussen alle kratten en dozen vol overleden dieren het exemplaar van de Marsupilami. De Marsu mag dan al dood lijken, dat is hij allerminst. Mimi en Marsu worden al snel goed bevriend. Een speelkameraadje is meer dan welkom voor Mimi. Haar papa ziet ze nooit meer en haar mama moet veel uren kloppen om geld in het laatje te brengen. Mimi en Marsu genieten ervan om de norse conciërge te plagen of in Berlijn rond te hossen. Marsu is ook op zoek naar zijn drie verdwenen eieren. Die liggen nog in het Berlijnse museum. Ze vragen taxidermist Tristan om hulp maar dat blijkt niet zo’n goed idee te zijn… De jonge Duitse stripmaker Flix (pseudoniem voor Felix Görmann) mocht vorig jaar al aan de slag met Robbedoes en Kwabbernoot. Hij bracht de geslaagde hommage Robbedoes in Berlijn. Deze keer gaat hij aan de slag met een andere klassieker uit de franco-belgische strip: de Marsupilami. En opnieuw doet hij dat met verve. Het scenario is wat magertjes maar wellicht niet onlogisch aangezien dit album zich eerder op een jong publiek richt. De zwierige cartoony tekeningen maakten alles goed. Een paar onvergetelijke voorbeelden: op bladzijde 20 is paginagroot de Marsupilami te zien op het moment dat Mimi hem voor het eerst ziet, grappig ook hoe Marsupilami kindeke Jezus speelt in de kerststal op blz. 40, de creatieve bladspiegel op het chique galabal (blz. 41) en de droomsequentie in de vorm van een honingraat van de Marsupilami (blz. 61) zijn heel knap gevonden. En wat gezegd van het zicht over Berlijn vanop het beroemde gouden engelenbeeld op de erezuil (blz. 45). Ik heb dit album graag gelezen. Heel graag zelfs. Tekst / tekeningen : Ronald Grossey / Dirk Stallert
Standaard Uitgeverij, 56 blz., HC: 14,99 euro / SC: 9,99 euro Eenzame hartenvrouw April 1958. Suske, Wiske en Lambik kuieren rond op de Wereldexpositie ‘Expo 58’ in Brussel. Lambik is er als journalist uitgenodigd. Hij mag er de knappe filmactrice June West interviewen. Wanneer hij letterlijk opbotst tegen een jongeman, komt Lambik in het bezit van een wel heel belangrijk kaartspel. Suske ontdekt dat er drie kaarten ontbreken. Twee ervan vinden ze snel terug maar er zitten mysterieuze gaatjes in. De joker vinden ze niet onmiddellijk terug. De Russische delegatie op Expo 58 lijkt wel heel geïnteresseerd in die geperforeerde kaarten. In 2020 rondde de ondertussen overleden scenarist François Cortegianni met De Sonometer het negende album uit de zogenaamde ‘Blauwe Reeks’ af. Willy Vandersteen had ooit de aanzet voor dit verhaal geschreven maar het was nooit afgewerkt geraakt. Het tekenwerk was toen en nu ook weer van Dirk Stallaert (vooral bekend van Nino en zijn jarenlange medewerking aan Nero). Het verhaal van De verdwenen joker is helemaal nieuw en deze keer werd het bedacht door Ronald Grossey. De Sonometer vond ik qua verhaal erg ondermaats. Jammergenoeg moet ik deze kritiek herhalen voor dit nieuwe ‘Blauwe Reeks’-album. Het gevoel van de ‘ernstige’ verhalen van Suske en Wiske in de klassieke albums van de ‘Blauwe Reeks’ ontbreekt ook nu. Grappen en grollen zijn hier niet op hun plaats. Een onomatopee gebruiken om vijanden uit te schakelen… Sorry, dat zou Vandersteen in zijn ‘Blauwe Reeks’-verhalen nooit gedaan hebben. De terugkeer van oude bekende hypnotiseur Meneer Priem (een personage uit De Tartaarse Helm en De schat van Beersel is te weinig om de meubelen te redden. Het tekenwerk van Stallaert is wel van hoge kwaliteit. Wat slaagt hij er goed in om de verschillende paviljoenen van Expo 58 in beeld te brengen. Je merkt dat hier flink wat opzoekingswerk voor nodig geweest is. Enkel de realistische tekenstijl, het krullende knotje van Wiske, de afwezigheid van Jerom en tante Sidonia doen het gevoel ontstaan dat dit een ‘speciaal’ Sus en Wis-album is. Maar het niveau van een ‘Blauwe Reeks’-album? Nee, daar komt ook dit album helemaal niet bij in de buurt. Van mij mag het nu echt wel stoppen met pogingen om nieuwe ‘realistische’ Suske en Wiskes te maken. Het ‘pakt’ mij niet. Tekst / tekeningen : Nix & Benus
Standaard Uitgeverij, 32 blz., SC: 7,50 euro Cold case in Oostenrijk Hotel Edelweiss in het Oostenrijkse Übertal wordt voor een weekje het tijdelijke vakantieonderkomen voor het hele team van de Buurtpolitie. Het hotel ligt op 3000 meter hoogte. Pittig detail: de vorige eigenaar werd er vermoord en sinds dit voorval staat het hotel leeg. Het zou om roofmoord gaan. Gasten blijven er compleet weg. Er hangt een soort van vloek over het gebouw. De mannen en vrouwen van de Buurtpolitie weigeren hieraan toe te geven en kijken uit naar een weekje skivakantie. Agent Erik kan zijn neus voor speurwerk echter niet bedwingen tijdens zijn vakantie. Hij gaat op onderzoek uit naar het hoe-wie-wat-waarom van de moord. Erik sukkelt met hoogteziekte en kan daardoor moeilijk in slaap vallen. Daarom trekt hij ’s nachts op onderzoek uit. Hij krijgt hierbij hulp uit onverwachte hoek. Veel vragen en meerdere verdachten passeren de revue: Johann Ilruch de nieuwe hoteleigenaar en Bart-De-Wever lookalike, de moeder van de vermoorde hotelbaas Frau Edelweiss en wat te zeggen van de hotelkok die op een mysterieuze manier is verdwenen na de moord… Wat blijft het fijn om een nieuw album van De Buurtpolitie te lezen! Op amper 32 bladzijden word je ondergedompeld in een politieverhaal dat goed getekend is en boeiend blijft tot het eind. Voor mannen van 45 als mezelf wat voorspelbaar maar deze strip richt zich toch vooral op een jeugdig publiek. Die zullen er ongetwijfeld (ook) van smullen. De ‘ijskoude’ inkleuring is bijzonder sfeervol. De verzorgde klare lijn blijft ook een lust voor het oog. Check zeker het grappig detail op bladzijde 20: een creatieve manier om schaapjes te tellen voor het slapengaan. Voor mij is De Buurtpolitie een van de weinige écht geslaagde verstrippingen van tv-reeksen. Tekst / tekeningen : Thierry Culliford & Alain Jost / Miguel Diaz Vizoso
Standaard Uitgeverij, 48 blz. : 7,50 euro Het zout is op Hoe smaakt een soep zonder zout? Wellicht is ‘niet’ het meestgehoorde antwoord. Zo denken de Smurfen er ook over. Wanneer op een dag de volledige zoutvoorraad op is, besluiten ze om te voet naar de zoutmijnen te trekken. Dat is niet vlakbij het Smurfendorp. Ze moeten hiervoor naar het ‘gevaarlijke’ land van de mensen. Bij aankomst blijkt dat de Smurfen niet de enigen zijn die via smalle spleten in de zoutmijnen kruipen om er zout te ontginnen. Ze maken er kennis met een groepje straatkinderen. Ze delven zout in naam van een rijk adellijk gezin. In ruil voor het ontgonnen zout krijgen ze eten en onderdak van hen. De koning heft belastingen op zout. Zo is zout een duur product geworden dat op de zwarte markt verkocht wordt. De kinderen moeten ook zout smokkelen. De Smurfen zullen proberen om de kinderen te overtuigen dat er toch een eerlijkere manier moet bestaan om te overleven. Ik ben opgegroeid met de tekenfilms, strips en speelgoedpoppetjes van de Smurfen. De strips zijn al heel lang niet meer voor mij bedoeld maar ik blijf elk nieuw album kopen. Ik moet stiekem toegeven dat ik er nog altijd van kan genieten. Het tekenwerk zit hier voor heel veel tussen. De tekeningen blijven op een hoog niveau. De pagina’s zijn mooi opgebouwd. Er is aandacht voor decors en sfeerschepping. Kijk maar eens naar het prachtige vogelperspectief op bladzijde 17 van een middeleeuws marktpleintje. Ook grappig is de cameo van Laurel en Hardy. De mogelijke herkomst van de Smurfen als speelpoppetjes komt ook op een grappige manier aan bod. Leve de Smurfen! Zelfs na 70 jaar blijven ze top! Tekst / tekeningen : Jul / Achdé
Lucky Comics, 48 blz., SC : 8,99 euro Vegetariërs in het Wilde Westen Ovidius Byrde is voorzitter (en enig lid) van de lokale dierenbescherming van de Far West. Hij heeft drie jaar geleden zijn farm omgevormd tot een dierenasiel. Rodeo’s, bizonjacht, trappers die pelsen van otters en beren verhandelen, hondengevechten… Byrde vindt het allemaal te ver gaan. Hij vindt dierenleed even erg als menselijk leed. Zowel boerderijdieren als wilde dieren in nood krijgen bij hem onderdak. Ook Rataplan kwam bij Byrde terecht. Lucky Luke komt per toeval in contact met Byrde. Hij stelt voor om Rataplan terug te brengen naar zijn oude vertrouwde stekje in de gevangenis van de Daltons. Net op dat moment graaft de naïeve hond een goudklompje op. Blijkbaar woont Byrde op een goudader. Als dat nieuws maar niet ter ore komt bij de verkeerde mensen… Poema’s, coyotes, stinkdieren, beren, gieren, varkens, koeien, bizons, schildpadden, wasberen, stekelvarkens, gordeldieren, schapen, cavia’s, hamsters, kalkoenen, konijnen, hamsters… tekenaar Achdé tovert ze allemaal op zijn geheel eigen karikaturale manier uit zijn potloden. Heerlijk gewoon. Alleen al de cover nodigt uit om dit album te kopen. Geestelijke vader Morris zou dit heel graag zien, denk ik. Het scenario van Jul kon me ook opnieuw boeien. Het is misschien (nog) geen Goscinny maar ik heb dit graag gelezen. Heel graag zelfs. Tekst / tekeningen : Janry
Dupuis, 48 blz., SC : 8,50 euro Traditie wordt hernomen Twee jaar hebben we op een nieuw album van De Kleine Robbe moeten wachten. Onlogisch is dit niet. De onverwachte dood van scenarist Tome (pseudoniem van Philippe Vandevelde) is de grootste verklaring hiervoor. Hij overleed op 62-jarige leeftijd in oktober 2019. Het is fijn om te zien dat zijn naam wel nog altijd op de cover van het nieuwe album blijft staan. Een eerbetoon dat hij zeker verdient. Tekenaar Janry zorgt vanaf nu dus zowel voor de scenario’s als de tekeningen. Op de allerlaatste bladzijde staat een emotioneel tekstje en dito tekening als afscheid van Tome. Traditiegetrouw begint en eindigt dit album met een iets langer verhaal. Op het einde vernemen we meer over de kinderjaren van turnleraar, Meneer Peuk. In het eerste langere verhaal maken we kennis met ene Ludvine (aka Divien). Ze was de dochter van Robbes buren. De vader van Robbe en de papa van Divien waren lange tijd de dikste vrienden. Tot de dag dat de vriendschap plots stopt. Voor Robbe betekent dat ook dat Divien plots uit zijn leven wordt weggetrokken. Het is wel een levensles voor de kleine Robbe. Vriendschappen komen en gaan nu eenmaal en zijn zelden voor eeuwig. Toch wel een serieuze noot in een voor de rest opnieuw doldwaas album vol lollige éénpaginagags. Robbe staat met beide benen in het heden: er is oog voor vegans, fake news, datingsites, drones die het toelaten om in badkamers te gaan gluren… Gelukkig zijn er ook vaste waarden die terugkeren. Jawel, de supersexy juffrouw Cijfer is ook weer van de partij. Tekst / tekeningen : Vincent Dugomier / Benoît Ers
Le Lombard, 48 blz., SC : 9,99 euro Een stomme berg papier Zomer en herfst 1943. Het Italiaanse leger verlaat zijn stellingen in Frankrijk. Met de bevrijding van Corsica wordt ook het eerste stukje Frankrijk bevrijd. De bevrijding lijkt eindelijk begonnen. In deze sfeer volgen we opnieuw het groepje vrienden François, Eusèbe en Lisa. Ze werken al een hele tijd onder de avatar ‘Lynx’ als verzetsgroep. Weinigen weten dat er drie kinderen het brein vormen van deze verzetsgroepering. In dit achtste deel krijgen ze de taak om een grote papiervoorraad 250 km weg te brengen naar verzetskranten. Geen kattenpis om zo’n hoeveelheid papier ongezien door een bezet Frankrijk te loodsen. Alles draait in dit album rond het belang en de werking van de clandestiene pers. Er wordt ook getoond dat er best wel wat vreemdelingen (Italianen, Spanjaarden, Polen en zelfs Russen) in het Franse verzet zaten. De nadruk wordt op de zogenaamde ‘maquis’ gelegd, de bekendste Franse verzetsbeweging. De tandem Dugomier-Ers werkt nu al tien jaar samen voor deze unieke oorlogsreeks. Uniek omdat we dankzij hen de Tweede Wereldoorlog door de ogen van een groepje kinderen te zien krijgen. Ze slagen erin om gewone mensen tijdens het alledaagse leven van een wereldconflict te tonen. Een laagdrempelige reeks over een bloederig en keihard onderwerp en dat was zeker de bedoeling van deze reeks. |
Archives
Maart 2024
|