Tekst / tekeningen : Schuiten, Van Dormael, Gunzig / Schuiten naar E.P. Jacobs
Blake en Mortimer, 92 blz., SC : 11,95 euro Schuitens ultieme eerbetoon aan EP Jacobs In 1952 verscheen in het toenmalige striptijdschrift Kuifje de laatste aflevering van de voorpublicatie van het album Het Geheim van de Grote Piramide. Toen lazen we hoe professor Mortimer getroffen werd door geheugenverlies na zijn bezoek aan de geheime kamer van de Egyptische god Horus in de beroemde piramide van farao Cheops. Alleen een mysterieuze ring rond de vinger van Mortimer was getuige van zijn bezoek aan die geheime kamer. In dit album, De Laatste Farao, gaat een duidelijke verouderde ietwat uitgebluste Mortimer 67 jaar na datum (!) op zoek naar het geheim van die ring. Mortimer lijdt onder zware nachtmerries waarin hij keer op keer dreigende Egyptische goden ziet. Deze miserie begon nadat Mortimer begonnen was met het bestuderen van vreemde straling afkomstig uit het Brussels Justitiepaleis. Hij ontdekt er een verborgen ruimte waar het volledig intacte bureau van architect Poelaert zich bevindt. Op één van de muren staan Egyptische hiërogliefen geschilderd. Poelaert had immers een voorliefde voor de Egyptische geschiedenis. Mortimer maakt een opening in één van de muren en ‘bevrijdt’ op deze manier een gigantische bundel groene straling. Iedereen die in contact komt met die straling lijdt aan nachtmerries en alle elektronische circuits raken compleet in de war. Brussel wordt afgesloten van de buitenwereld door een dikke muur. Het leger evacueert de bevolking. Mortimer probeert van de stellingen rond het Justitiepaleis een soort kooi van Faraday te maken om de straling onder controle te krijgen. Dat lijkt in eerst instantie te lukken. Maar na korte tijd is de schadelijke stralenbundel er opnieuw. De wereld moet beschermd worden tegen deze straling want de inhoud van vele computers raakt beschadigd. Banken en beurzen dreigen het grootste slachtoffer te worden. Samen met zijn oude kameraad Blake gaat Mortimer op zoek naar oplossingen om de straling te stoppen. Het leger dreigt immers met het bombarderen van de hele stad. Dat willen Blake en Mortimer absoluut vermijden. Nadat eerder Bob de Moor, André Juillard, Ted Benoît, Etienne Schréder, Peter van Dongen, René Sterne, Chantal de Spiegeleer… in de voetsporen traden van grootmeester Edgar P. Jacobs is het nu de beurt aan François Schuiten. Samen met regisseur en goeie vriend Jaco Van Dormael, schrijver Thomas Gunzig en inkleurder Laurent Durieux maakten ze met De Laatste Farao ‘hun’ versie van Blake en Mortimer. Hun aparte visies werden tot één verhaal gesmeed. De vier makers zagen elkaar gedurende anderhalf jaar één keer per week. Zo ontstond beetje bij beetje het definitieve verhaal. Het tekenwerk van François Schuiten is bijzonder knap. Ruim drie jaar heeft hij aan dit album gewerkt. En dat merk je als lezer. Hier en daar liet hij al doorschemeren dat De Laatste Farao misschien zijn allerlaatste stripalbum zal worden. Zijn zwartwittekeningen zijn van een heel hoog niveau. De inkleuring stond Schuiten (tegen zijn gewoonte) af aan Laurent Durieux. Durieux is in zijn eigen land niet echt een bekende naam. In het buitenland heeft zijn werk nochtans bekende fans als regisseurs Coppola en Spielberg. Beide heren roemen zijn werk als illustrator en ontwerper van alternatieve filmaffiches. Heel veel adelbrieven dus maar ik vond zijn manier van inkleuren niet echt passend bij een verhaal van Blake en Mortimer. Zijn inkleuring is apart te noemen. Het brengt de tekeningen van Schuiten naar een andere dimensie. Maar niet naar een hogere, wat mij betreft. De zwartwit-pagina’s van Schuiten zijn voor mij veel sterker dan na de inkleuring. Maar over smaken en kleuren… Kosten noch moeite werden gespaard om de verschijning van dit album extra in de spotlights te zetten. Sinds deze week loopt een expositie in het Maison Autrique en rijdt er een heuse Blake en Mortimer-tram door Brussel. Marketingtechnisch gezien een voltreffer. Naast de reguliere SC-versie verscheen in het Nederlands ook een HC-versie op 1000 exemplaren. Op het moment van het schrijven van deze recensie zijn die wellicht al allemaal de deur uit. Tekentechnisch een straffe Schuiten. Verhaaltechnisch niet echt een Blake en Mortimer maar eerder Blake en Mortimer die in een verhaal uit Schuitens epos De Duistere Steden opduiken. Geestelijke vader Jacobs kwam uit Brussel maar Brussel is bij zijn albums nooit echt het centrum van de actie geweest. Schuiten ademt Brussel uit en het was voor hem dan ook niet meer dan logisch dat Brussel de plaats zou worden voor ‘zijn’ Blake en Mortimerverhaal. Train World, de Kruidtuin, de Basiliek van Koekelberg, het Martelarenplein, de Grote Markt… Schuiten brengt al deze Brusselse trekpleisters met veel brio in beeld. Het echte hoofdpersonage is echter het Justitiepaleis en niet het beroemde speurdersduo. Oh ja, ga niet op zoek naar de eeuwige rivaal Olrik. Die komt niet in het album voor. Volgens de makers een bewuste keuze. Een parel deze hommage. Voor de vele fans van Jacobs werk maar ook voor liefhebbers van (Brusselse) architectuur. Aanrader!
0 Comments
Tekst / tekeningen : Di Giorgio / Vax
Daedalus, 48 blz., SC : 8,95 euro Waardige afsluiter van trilogie Prinses Yukio leert de knappe prins Sumito kennen. Ze is helemaal het noorden kwijt en wordt halsoverkop verliefd. Sumito slaagt erin om Yukio uit haar isolement te halen. Ze kwam voor hun ontmoeting zelden buiten en zat voortdurend met de neus in de boeken. Wat volgt is een mooie idyllische relatie. Dit romantische avontuur is jammer genoeg van korte duur wanneer Sumito opbiecht dat hij eigenlijk helemaal geen prins is. Hij vertelt dat hun ontmoeting allemaal opgezet spel is, georganiseerd door Yukio’s vader. Wat hij echter niet had verwacht was dat de vonk echt zou overspringen tussen zijn dochter en Sumito… Meer verklappen zou doodzonde zijn. Dus doe ik dat ook niet. Dit album leest heel vlot weg. Het stroomt over van de actiescènes en tekenaar Vax (pseudoniem voor Vicent Cara) brengt alles heel filmisch in beeld. Is dit album verrassend? Nee. Daarvoor is het te veel een aaneenschakeling van clichés als onmogelijke liefde, leugens en wraak. Heb ik deze trilogie graag gelezen? Ja, heel graag zelfs. Senseï is dus absoluut een aanrader voor al wie houdt van het inmiddels uitgebreide universum van Samoeraï. De drie albums vormen een crossover met Samoeraï Origine, die andere reeks van Jean-François Di Giorgio. Dus tot een echt einde komt dit verhaal niet op de laatste bladzijde. Het vervolg is te lezen in het nog te vertalen tweede album van Samoeraï Origine dat recent in het Frans verschenen is. Tekst / tekeningen : Jarry / Deplano
Daedalus, 56 blz., HC + SC Exorcisme in Dwergenland Sriza is een duiveluitdrijver van de Tempelorde. Hij heeft maar één doel: zijn parochianen beschermen tegen de demonen. Als hij het woord neemt en een van zijn beroemde sermoenen houdt, troepen de gelovigen bij elkaar. Toch krijgt Sriza het persoonlijk heel zwaar te verduren in dit album. Hij gaat de confrontatie aan met zijn verleden. De demonische tovenaar Ar’az’erm is immers terug van weggeweest om zich te wreken op Sriza. Tussen al deze duivelse dreiging is er gelukkig ook een beetje plaats voor een komische noot in de persoon van Bragal. Bragal is de Meester van de Grootzegelbewaarders en valt vooral op door zijn nogal vulgair taalgebruik. Het scenario van Nicolas Jarry, die het hele universum van Elfen, Dwergen, Orks en Goblins in goede banen leidt, is deze keer rondom twee niveaus gebouwd: de kindertijd van Sriza (in sepiatinten) enerzijds en zijn avonturen in het heden anderzijds. Het afwisselen van deze twee verhaallijnen is geslaagd. Het heen-en-weer-springen heeft me niet gestoord. Tekenaar Paolo Delplano tekende eerder ook al het derde deel van Dwergen. Zijn tekeningen zijn kwalitatief hoogstaand. Hij excelleert zowel in spectaculaire gevechten als in de meer intiemere scènes. Zijn paginaopbouw oogt bij momenten wel druk. Hij wisselt heel veel grote en minder grote plaatjes af, heel vaak tegen een ook al getekende achtergrond. Bij momenten kan je echt wel van ‘overdaad’ spreken. Nog één ding: het grote voordeel van deze conceptreeks is en blijft de mogelijkheid om elk album apart te lezen. Hopelijk blijft dit zo. Dat maakt de instap voor nieuwe lezers immers veel makkelijker. Tekst / tekeningen : Peru / Bileau & Goux
Daedalus, 56 blz., HC + SC Ben ik een elf, een monster of een draak? Alyana is het dochtertje van Boself Fall en Witte Elf Tenashep. Zelf al voor haar geboorte blijkt dat het een mysterieuze Elf zal worden. Zo werd de moeder van Alyana gespaard tijdens een aanval van bloeddorstige Ghouls zonder enige aanwijsbare reden. Alyana wordt geboren met open ogen en ze kan ook onmiddellijk praten. Ze kiest zelfs haar eigen naam. Alyana groeit razendsnel op en blijkt over bijzondere krachten te beschikken. Zo trekt ze de aandacht van dieren en ook van een handvol wijzen. De wijzen willen haar potentieel evalueren door in haar dromen binnen te dringen… Dit album is echt wel een heerlijke kennismaking met de kleine Alyana. Dit is echt wel een personage dat naar meer smaakt. Het is absoluut een verrijking voor deze reeks. Ik hoop dan ook dat we ze in latere albums nog vaak zullen tegenkomen. Haar intrigerende karakter verdient het om verder uitgediept te worden. Toch één puntje van kritiek: scenarist Peru propt echt wel heel veel informatie in dit ene album. Wellicht was het voor de lezer eenvoudiger geweest om alles vlot te kunnen volgen indien men het verhaal over twee albums had gespreid. Maar aan suspense geen gebrek, dus het verhaal blijft wel boeiend tot het einde. In het Frans verscheen onlangs al het 24ste album van Elfen. De vertaalachterstand wordt dus beetje bij beetje kleiner. Tekst / tekeningen : Jarry / Créty
Daedalus, 64 blz., HC + SC Wraak van een Ork Beloofd is beloofd. Voormalige krijgsheer en groene kolos Gri’im wil en zal zich wreken. Gri’im zat dertig jaar opgesloten. Hij onderging jarenlange zware folteringen. Hij is nu een gebroken en depressieve Ork. Hij vindt onderdak bij een rondtrekkende karavaan. Op deze tocht leert hij het twaalfjarige mensenkind Syll kennen. Zij zal Gri’im goed van pas komen als ze geconfronteerd worden met een legertje reuzenapen. Orks & Goblins vormt de derde conceptreeks in de zogenaamde ‘Werelden van Aran’. Na 18 delen van Elfen en 8 delen van Dwergen is het nu ook al de beurt aan de vertaling van het derde album van Orks & Goblins. In het Frans zitten ze al aan vijf albums. Over de twee eerste vertalingen die op hetzelfde moment verschenen was ik op deze blog al heel lovend. Dit derde album vond ik qua verhaal wat tegenvallen. De link naar de hoofdreeks Elfen is wel knap gevonden. Tekenaar Stéphane Créty (ondermeer bekend voor zijn medewerking aan reeksen als Drakenbloed en Hannibal Meriadec) voelt zich duidelijk in zijn sas in de middeleeuwse setting. Zijn levendige decoupage zorgt voor een vlot leestempo. Zijn extreem oog voor detail hindert de leesbaarheid totaal niet. Integendeel het zorgt voor een extra dimensie in zijn decors. Tekst / tekeningen : Moënard / deel 1 : Martino & deel 2 : Nenadov
Daedalus, 48 blz., SC : 8,95 euro Rome vernietigen of zelf vernietigd worden Deel 1 : Martius : Tijdens mijn lessen geschiedenis vertel ik elk jaar de legende van Romulus en Remus. Deze beroemde tweeling werd opgevoed door een wolvin en een herdersfamilie. Ze lagen aan de basis van de stichting van Rome. Deze gloednieuwe stripreeks gaat uit van een wel heel origineel vertrekpunt. Wat als de moeder van Romulus en Remus, de Vestaalse maagd Rhea Silvia, nog een derde zoon zou gebaard hebben? Ze zou verkracht zijn door haar oom Amulius. Uit deze vereniging zou een zoon geboren zijn: de zogenaamde ‘derde zoon van Rome’. Het eerste deel voert ons terug naar de 3de eeuw voor Christus wanneer de republiek Rome probeert te overleven tijdens de Punische oorlogen. Het komt tot een treffen tussen de Romeinse generaal Scipio en de beroemde Carthaagse bevelhebber Hannibal. Scipio valt het moederland van Hannibal aan… Daar huist ook de Zwarte Orde van de ‘Derde Zoon van Rome’. Zij willen de geschiedenis van Rome voor eeuwig veranderen. Ik miste wat diepgang in het scenario van dit eerste deel. Jammer ook dat een aantal verhaallijnen even worden opgestart om nadien weer opgegeven te worden. Tekenaar Martino (ook bekend van het eerste deel van Orakel) overdrijft met wel heel erg bloederige gevechtsscènes. Geen overtuigende start. Al ben ik de makers nu al dankbaar voor de eerste zes bladzijden waar de legende van Romulus en Remus heel knap in beeld gebracht. Lekker lesmateriaal! Mijn leerlingen zullen hiervan smullen. Deel 2 : Eunous, de eerste Spartacus : 138 voor Christus. Hoofdpersoon Eunous is één van de duizenden slaven op Sicilië, de graanschuur van de Middellandse Zee en ook de allereerste Romeinse provincie. Sicilië was in Romeinse handen gevallen na hun overwinning tijdens de eerste Punische oorlog tegen Carthago. Eunous heeft voorspellende krachten en is zijn lot meer dan beu. In een visioen had hij zichzelf als Antiochus, koning van de Syriërs, gezien. Zo ontpopt Eunous zich als een soort Spartacus, de beroemdste slavenleider tijdens de Romeinse republiek. Dit deel kon me meer bekoren dan het eerste verhaal. Knap tekenwerk van Nenadov afgezien van de vettige inkleuring. Het aantal pagina’s voelde ik wel aan als een beperking om het volledige verhaal goed te vertellen. Eerst volgen we de slavenopstand, dan volgen de reacties van de Romeinen hierop en tenslotte komt de opstand terug tot die wordt neergeslagen. Het moet allemaal heel snel gaan. Zo is het niet mogelijk om de nodige suspense tot ontwikkelen. Rode draad (en dat mag je letterlijk nemen) lijkt wel een overdaad aan slachtingen te worden in deze reeks. Het aantal onthoofdingen is niet te tellen. En je kan je afvragen wie er zit te wachten op een tekening waarbij een pasgeboren baby’tje de keel wordt afgebeten door een hond… Toch vind ik dat het in stijgende lijn gaat met deze reeks... zowel qua verhaal als qua tekenwerk. Al mogen het aantal bloederige pagina's wat minder in het derde deel. Tekst / tekeningen : Colman / Maltaite
Dupuis, 86 blz., HC : 19,95 euro Wie zit er achter dat masker? Meneer Stomp dook voor het eerst op in 1955 in het album Baard en Kale tegen de Witte Hand. Hij ontpopte zich al snel tot een van de meest iconische slechteriken uit de 9de Kunst. Altijd strak in het pak, met ridderhelm op het hoofd en sigaret in de hand. Maar wat hebben we in de voorbije jaren echt over het personage geleerd? Hoe is hij ertoe gekomen om de bende van de Witte Hand op te richten? Veel vragen, maar heel weinig antwoorden. Het begin van dit derde en laatste deel is indrukwekkend. We komen in september 1955 terecht om het moment van de pogroms in Istanboel. Na amper vijf pagina’s sterft Meneer Stomp na een dolle achtervolging. Hij had zopas de ‘Constantinopel’ Bank overvallen. Wat volgt is een verhaal vol suspense waarbij beetje bij beetje het drama van het verleden van Meneer Stomp onthuld wordt via tal van flashbacks (vooral tijdens het nazi-Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog). We maken kennis met de jonge Britse politie-inspecteur Harold Fixchusset. Hij weigert te geloven dat de échte Meneer Stomp gestorven is. Hij start een enquête naar de precieze omstandigheden van de bankoverval in Turkije… De trilogie doorkruist een aantal decennia uit de vorige eeuw. In tal van flashbacks worden heel wat puzzelstukjes gepresenteerd uit Stomps verleden. Het is aan de lezers om die in elkaar te passen. Dat is geen sinecure. Herlees dus zeker de twee voorgaande delen voor je je tanden zet in dit slotalbum. Je duikt van het ene wereldconflict in het andere. Het verhaal wordt ook nu niet rechtlijnig verteld. Je moet er als lezer je hoofd bijhouden. Misschien was het wel mogelijk om heel het verhaal in twee albums te vertellen. Af en toe had ik het gevoel dat Eric Maltaite heel vaak grote vakken gebruikt heeft om toch aan 86 bladzijden te geraken. Spionage, detective, actie, geweld… al deze genres worden harmonieus samengebracht door scenarist Colman. Maltaite besteedt heel veel aandacht aan het inkten. Dat kan je vooral zien in de Franse integrale die volledig in zwart-wit is uitgegeven. Hij hanteert een rauwere stijl dan de hoofdreeks Baard en Kale. Zijn pagina’s ogen bij momenten erg spectaculair. Het is echt wel een nostalgische trip voor de talrijke liefhebbers van de Franco-Belgische strip. Een waardig eerbetoon aan het oeuvre van zijn vader, Will. Oh ja, op de achterkant staat vermeld dat deel 1 vier prijzen in de wacht heeft gesleept ondermeer op het prestigieuze stripfestival van Angoulême en de Nederlandse Stripschappenning. Commercieel gezien een slimme zet als je het mij vraagt. Tekst / tekeningen : François Dermaut
Glénat, 56 blz., HC : 16,95 euro Het lange wachten méér dan waard In 2015 verscheen het eerste deel van dit tweeluik. Voor mij was het toen één van de beste albums van het stripjaar. Maar toen werd tekenaar en scenarist François Dermaut ziek. Zwaar ziek. Zo ziek dat deel twee wel heel lang op zich liet wachten. Dermaut werkt op de artisanale, arbeidsintensieve manier met ‘couleur directe’. Gelukkig herstelde Dermaut voldoende om alsnog dit prachtige tweeluik af te werken. Toch nog even opfrissen. Rosa’s echtgenoot, Mathieu, is bedlegerig. Hij lijdt aan een terminale vorm van tuberculose. Rosa verzorgt hem zo goed als ze kan. Ze zijn negentien jaar getrouwd. Geen simpel huwelijk. Daarvoor is Mathieu een te grote rokkenjager die al te vaak ladderzat thuiskomt en Rosa vernedert. Ondanks alles wil Rosa hem toch naar het sanatorium brengen om daar beter verzorgd te worden dan zij thuis kan doen. Daarvoor is geld nodig. Centen die Rosa niet heeft. Maar misschien brengt een bijzondere weddenschap daar wel verandering in. De mannen van het dorp willen immers stuk voor stuk bewijzen dat ze de beste minnaar zijn. Rosa stelt voor dat zij daarover wil beslissen door met elke man afzonderlijk drie dagen en nachten door te brengen. In ruil voor een flink deel van de inzet zal ze dus met al die mannen naar bed gaan… Wanneer de lokale dorpspastoor over dit zogenoemde ‘gulptoernooi’ hoort, verbiedt hij Rosa de toegang tot de kerk. Dat zou hem zijn ingefluisterd door corrupte burgemeester Sena die bij Rosa had aangedrongen om zijn kind te dragen. Wanneer Rosa’s man uiteindelijk toch overlijdt, rijst de vraag of de weddenschap nog wel zin heeft… Wat een heerlijk verhaal is dit! Je vindt vandaag nog zelden strips waar het bonte allegaartje aan personages zo psychologisch uitgediept worden. De dialogen zijn spits geschreven. Je krijgt als lezer een inkijk in het sociale leven van een Normandisch plattelandsdorpje met zijn dagelijkse beslommeringen en politiek gekonkelfoes. Je beleeft vanop de eerste rij de emancipatie op moraal vlak van Rosa. Zalig gewoon. Bij dit verhaal horen uiteraard enkele seksscènes. Maar Dermaut vulgariseert nergens. Hij brengt alles heel delicaat en respectvol in beeld. Absoluut geen gratuite vrijpartijen dus. Dikke aanrader met een verrassend einde. Dit album was het lange wachten écht wel waard. Tekst / tekeningen : Le Gris / Dellac
Glénat, 52 blz., SC + HC Niet voor watjes Islandia, verblijfplaats van de god Loki. Ulf Kelundar ontdekt tussen de resten van een gestrande drakar een zwaargewonde man. Het gaat om Elrik de Orkadiaan, een van de drie legendarische berserkers. Keludar wil hem eerst doden maar besluit dat uiteindelijk niet te doen. Gelukkig maar want Keludar zal de sterke krachten van berserker Erik heel goed kunnen gebruiken bij de strijd tegen aartsvijand Rolf-de-Verbrande en zijn kinderen Haraldur en de knappe Nessa. Wanneer Elrik Rolf doodt, staan de deuren open voor een grote oorlog. En daar zal bloed bij vloeien. Heel veel bloed… Scenarist Jérôme Le Gris (vooral bekend van de trilogie Horacio van Alba) en tekenaar Benoît Dellac geven zich voor de volle 100% over aan dit verhaal. Aan de ene kant serveren ze een somber en brutaal verhaal van wraak tegen een mythologische achtergrond. Aan de andere kant wordt krachtig tekenwerk gekoppeld aan een knappe inkleuring van Sébastien Bouet. Tekenaar Dellac werkte ondermeer mee aan conceptreeksen als Dwergen, Orks en Goblins en Man van het jaar. Dat hij kan uitmunt in realistisch tekenen, wisten we dus al. Bossen, bergen, scènes die zich binnen afspelen, scènes die zich buiten afspelen…: hij slaagt er telkens in om alles heel levendig op papier te krijgen. Niets dan lof over dit eerste deel? Eigenlijk wel. Al zullen muggenzifters wellicht zeggen dat je wel heel snel door het album heen bent. Maar wat kan je anders verwachten van een avonturenverhaal vol gevechten en avontuur? Grote lappen tekst horen niet meteen bij dit soort strips. In het Frans verscheen het tweede deel heel snel na het eerste. Hopelijk is dat ook het geval in het Nederlands. Tekst / tekeningen : Pierre Christin / Jean-Claude Mézières
Dargaud, 56 blz., SC Enkel voor de échte fans De sciencefictionserie Ravian ontstond in 1967 in het Franse weekblad Pilote. Tot 2010 verschenen 21 delen en viel er een doek over deze reeks. In 2014 besloot de tandem Christin-Mézières nog een vervolg te breien aan hun succesreeks. Ze kozen ervoor om verschillende kortverhalen te bundelen. Verhalen die voortbreien op leemtes die in de hoofdreeks waren overgebleven. Zopas verscheen een tweede ‘buiten reeks’-album ligt nu in de winkels. Deze keer worden vijf kortverhalen gebundeld, afgewisseld met tekstloze paginagrote illustraties in ‘couleur directe’. Over het tekenwerk geen klachten maar de scenariootjes van Christin zijn niet samenhangend genoeg en niet origineel genoeg om interesse op te wekken. De knipoogjes naar stripfiguren als Corto Maltese, Abdallah uit Kuifje en Iznogoedh. Conclusie : enkel leesvoer voor de diehardfans. Nieuwe lezers zullen hun neus optrekken voor dit album. |
Archives
April 2024
|