Tekst / tekeningen : Kris / Lambil
Dupuis, 56 blz., SC : 8,99 euro Geen enkele oorlog is het waard om je familie te zien sterven 17 maart 1862, Virginia in het noorden van de Verenigde Staten. Het is Saint-Patrick’s Day. Sergeant Chesterfield is (zoals gewoonlijk) op zoek naar eeuwige deserteur korporaal Blutch. Tijdens deze speurtocht maakt hij kennis met ene kapitein Dougherty aka Paddy, lid van de Ierse brigade. Hij leert Paddy kennen tijdens een steeplechase, een paardenwedstrijd met natuurlijke hindernissen… Waregem Koerse dus maar dan wel in de VS en op het einde van de 19de eeuw. Paddy doet Chesterfield achteraf slaan wanneer hij vertelt dat hij zijn verre neef is. Hoog tijd voor Chesterfield om te onderzoeken of hij inderdaad Ierse roots heeft... Een nieuw album van De Blauwbloezen. Een jaarlijkse gewoonte-aankoop? Ja, dat klopt maar dan wel eentje waar ik zelden of nooit spijt van heb. Het is toch altijd iets waar ik naar uitkijk. Het laatste album was op vlak van scenario dan wel een serieuze afknapper. Dubbel jammer aangezien net dat album het allerlaatste scenario was van de hand van geestelijke vader Raoul Cauvin. Nu neemt Kris dus de pen over en ik moet toegeven dat ik dit verhaal best wel kon smaken. De moraal over de onzin van de oorlog ligt er misschien wel wat te dik op maar dat stoorde me niet echt. Het hoort nu eenmaal bij de setting waarbij er bepaalde Ierse troepen meevochten met de noordelijken terwijl andere Ieren dan weer sympathie hadden voor de zuidelijken tijdens de Amerikaanse Secessieoorlog. Het tekenwerk is nog altijd van de inmiddels 86-jarige Willy Lambil. Het is logisch dat de zwierigheid van de topjaren verdwenen is maar de man kan nog altijd heel knappe plaatjes tekenen. Check maar eens het dansfeest in het Ierse café (blz. 14), het indrukwekkende schip aan de kade (blz. 22) en de aanval op Fredericksburg (blz. 32). Knap werk! De titel Irish Melody is zonder twijfel ook een hommage aan één van de zovele heerlijke albums die stripmaker Franz Drappier (die in 2003 overleed) ons heeft nagelaten. ‘Zijn’ Irish Melody verscheen bij Lombard in 1994. Benieuwd hoe lang Willy Lambil nog verdergaat met deze reeks. Dit album overtreft mijn verwachtingen.
0 Comments
Tekst / tekeningen : Peter Van Gucht / Romano Molenaar
Standaard Uitgeverij, 40 blz., SC: 7,50 euro Galaxa is de uitverkorene Ik was ‘min vier’ jaar oud toen Galaxa in het Rode Ridder-album ‘De Toverspiegel’ voor het eerst opdook in 1973. Bijna vijftig jaar later kreeg ze dit jaar haar eigen reeks. Een spinoff dus van De Rode Ridder. Al is voorkennis totaal niet vereist om deze albums te volgen. Scenarist Peter Van Gucht zette eerder dit jaar zijn tanden in het verleden van deze knappe verschijning. Tekenaar van dienst is Romano Molenaar die vooral bekend is voor zijn albums van Storm en sinds 2014 ook voor De Kronieken van Roodhaar. Ik ben best wel een fan van zijn werk en daarom was ik ook benieuwd naar deze reeks. Ik wachtte tot nu om deze reeks te gaan bespreken. Het eerste deel viel best mee al was het vooral een ‘kennismaking met’. We konden daar lezen hoe de jonge elf Galaxa gevangen genomen werd na een gevecht waarbij ze bevelen van haar meerderen negeerde. Subordinatie heet zoiets en dat is in haar wereld een zware overtreding. Galaxa wordt dan ook gevangen genomen en afgevoerd om haar veroordeling te gaan aanhoren. En die is niet mals. Ze moet het eerst opnemen tegen het onverslaanbaar geachte monster Scorpiaz (zie ook de illustratie op de cover) en nadien wordt ze veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf in de wapensmederij van Miran, een vreselijk strafkamp waar afschuwelijke folteringen plaatsvinden. Het verteltempo in dit album ligt veel hoger dan in het eerste album. Daar zijn de vele gevechten verantwoordelijk voor. Het verhaal is niet bijzonder origineel maar het leest vlotjes. Wanneer Romano Molenaar monsters of close-ups tekent, voelt hij zich duidelijk het best in zijn vel. Dat zie je, dat voel je meteen. Daar zit die vertrouwde vibe van zijn Storm-verhalen in. Veel minder verzorgd vond ik de decors. Het is heel duidelijk dat Romano niet echt veel tijd heeft gekregen om dit tweede verhaal gedetailleerd af te werken. Ik ben van hem meer kwaliteit gewoon. Commercieel een goed idee om van een nieuwe reeks heel snel twee albums na elkaar op de markt te gooien. Alleen kan het toch niet de bedoeling zijn dat het tekenwerk daardoor veel minder aandacht krijgt. Strips blijven toch een belangrijk visueel medium. De inkleuring van Shirow Di Rosso kan gelukkig de meubelen min of meer redden. Galaxa is dan misschien wel de uitverkorene maar een sublieme strip is Galaxa (nog) niet. Tekst / tekeningen : Léo
Dargaud, 62 blz., SC : 8,99 euro Meer robots, minder dieren… weg leesplezier In het eerste deel van dit tweeluik konden we al lezen hoe in juni 2203 een erg primitieve vliegende schotel het ruimtestation Albert Einstein naderde. De vliegende schotel heeft Engelse opschriften en wordt verdedigd door een gevechtsrobot. Er zijn ook mensen aan boord maar die zijn heel primitief gekleed als woudlopers. Nanorobots hebben hen uitgeschakeld. Het vreemde object wordt daarenboven gestuurd door één centraal computersysteem. De Verenigde Naties reageerden onmiddellijk en stuurden er een gewapende expeditie op af. De jonge (pas afgestudeerde) Manon Servoz is één van de vijf bemanningsleden aan boord. Het team ontdekt nog een ander gigantisch schip aan de rand van de planeet Neptunus. Een extra team wordt erbij gehaald met oude bekenden als Kim Keller en Maï Lan. Er blijven voor de VN maar twee opties over: het schip compleet vernietigen of een select groepje op verkenning laten gaan en alle mogelijke geheime info verzamelen. Bij de bespreking van het eerste deel was ik al kritisch. Ik vreesde dat dit tweeluik de ‘cyclus te veel’ zou worden binnen het universum van de ‘Werelden van Aldebaran’. En die vrees is jammer genoeg uitgekomen. Ook dit slotalbum heeft me helemaal niet kunnen bekoren. Wat een tegenvaller. Geen verrassingen, geen exotische dieren maar robots… oersaaie robots. Nee, sorry, Léo. Ik koop al jaren blindelings al jouw albums maar dit is écht niet goed. Heel veel dialoog, heel veel hoogdravende woorden en ellenlange theorieën maar boeien kon dit verhaal me helemaal niet. Tijd voor een compleet nieuw project? Of waarom niet: een nieuw album van Trent zou ik wel heel erg graag lezen. Maar dat zal wel niet snel gebeuren aangezien deze reeks een veel minder groot commercieel succes was dan alles wat met Aldebaran, Betelgeuze, Antares… te maken heeft. |
Archives
April 2024
|