Tekst / tekeningen : Jul / Achdé
Lucky Comics, 48 blz., SC : 7,95 euro Lucky Luke schuwt de controverse niet Lucky Luke erft van een van zijn fans, Constance Pinkwater, een grote katoenplantage in Louisiana. Hij ziet zichzelf echter niet meteen als plantage-uitbater. Afstand van de erfenis wil hij echter niet anders riskeren de werknemers om allemaal werkloos te worden. Daarom besluit hij toch maar naar het zuiden te trekken. Hij wil de volledige plantage aan de zwarten schenken die er dag in dag uit werken. Maar dat is niet naar de zin van Quincy Quarterhorse aka QQ, de blanke eigenaar van de omliggende plantage. De gemoederen raken snel verhit in de nasleep van de Amerikaanse Secessieoorlog. De slavernij mag dan wel officieel afgeschaft zijn. Dat is echter niet meteen te merken. Racisme is nog overal heel sterk voelbaar. Het thema van zwarte slavernij in de VS in een album verwerken in een jaar waar de ‘Black Lives Matter’-burgerrechtenbeweging fel in de schijnwerpers stond, lijkt me geen foute keuze. In 2016 verwerkten scenarist Jul en tekenaar Achdé met het antisemitisme al een ander heet hangijzer in hun verhalen. Nu trekken ze van leer tegen racisme in de VS. Als lezer ontmoet je ook Tom Sawyer, Huckleberry Finn, US Marshall Bass Reeves, de Ku Klux Klan… Uiteraard zijn ook de Daltons van de partij. Ze slagen er voor de zoveelste keer in om uit de gevangenis te ontsnappen en ook Lucky Luke achterna te gaan. Dit verhaal is zeker het lezen waar. Maar ik miste toch meer grappige situaties. Er is wel humor maar het had wel wat meer gemogen. Zonder de verschijning van de Daltons was er quasi geen sprake van humor geweest in dit album. Dat vind ik toch wel jammer. Het is zeker goed dat in de albums van Lucky Luke maatschappijkritiek voorkomt maar dan liefst enkel als ‘sausje’. Je leest een Lucky Luke toch vooral om een halfuurtje heerlijk te ontspannen. Hopelijk beseft cenarist Jul dit ook. Het mag allemaal wat lichtvoetiger in een volgend album.
0 Comments
Tekst / tekeningen : Béka / Munuera
Dupuis, 56 blz., SC : 7,95 euro Hommage-album of nieuwe start? Londen, 1861. William Howard Russel is een journalist van The Times. Hij durft de zaken te beschrijven zoals ze zijn. Zo verslaat hij een staking in een Britse fabriek. Hij kiest vrij duidelijk de kant van de werknemers. Dat vinden de machthebbers in Groot-Brittannië maar niets. Daarom sturen ze hem de Oceaan over om verslag uit te brengen van de Amerikaanse burgeroorlog. Zo zijn de Engelsen van hem af. In de States zullen ouwe getrouwen Chesterfield en Blutch de begeleiders worden van Russel. Russel wil echt op het slagveld aanwezig zijn. Hij wil de lezers duidelijk maken welke de verschrikkelijke gevolgen oorlogen hebben. In die tijd waren zulke praktijken ‘not done’. Dit album is op alle niveaus een buitenbeentje. Tientallen albums lang was het brein achter De Blauwbloezen scenarist Raoul Cauvin en tekenaar Willy Lambil. Dit album is gemaakt door een nieuwe tandem, scenarist BeKa en tekenaar Jose Luis Munuera. Daarenboven verschijnt dit 65ste album zonder dat het 64ste album al verschenen is. Dat 64ste album zal het laatste van de hand van Raoul Cauvin worden. Veelschrijver Cauvin besloot recentelijk om ermee te stoppen. Tekenaar Lambil wil wel nog graag verdergaan. Kan je nog volgen? Wat de toekomst brengt, weten we vooralsnog niet. Wat mij betreft mag de gloednieuwe tandem BeKa en Munuera verdergaan. Ik houd wel van de zwierige en dus hippere, hedendaagse stijl van Munuera. Die past wonderwel (beter dan ik had verwacht eigenlijk) bij deze reeks. Het scenario van BeKa is wel gelaagder en wat complexer dan we gewend zijn. Zo zorgt de verhaallijn van Daisy, de jonge bazin van een weeshuis voor extra diepgang. Het feit ook dat Daisy een relatie heeft met een zwarte ex-slaaf maakt het nog allemaal wat complexer. Vandaar dat dit album vooral in de smaak zal vallen bij de iets oudere lezers. Er zijn ook opgemerkte cameo’s van Willy Lambil en Raoul Cauvin (blz. 36) en de looks van soldaat Bryan doen wel heel erg denken aan Guust Flater. Misschien is dit allemaal als hommage-album bedoeld maar ik vind dat hier meer in zit… Tekst / tekeningen : Xavier Giacometti / Derib
Le Lombard, 48 blz., SC : 7,50 euro Nieuwe scenarist zonder niveauverlies Yakari kan al tientallen albums lang rekenen op de magische hulp van zijn goede totemvriend Grote Adelaar. Nu zijn de rollen omgedraaid. Grote Adelaar roept Yakari om hulp om klein adelaarsjong te redden. Het kleine adelaarsjong was gewond in een diepe kloof gestort nadat een rukwind hem tegen de rots had geslingerd. Linde de bever besluit op datzelfde moment van thuis weg te lopen en vergezelt Yakari en zijn paard Kleine Bliksem op hun missie om het adelaarsjong te redden. Ook Regenboog, Yakari’s beste vriendinnetje, en de hond Hangoor zijn van de partij. Scenarist Giacometti werkte al een tijdje mee aan de tekenfilmreeks en ook aan de bioscoopfilm rond Yakari. Nu maakt hij ook zijn intrede als stripscenarist. Hij beheerst het universum heel goed. Het album voelt heel vertrouwd aan en past perfect in de traditie van zijn voorgangers. Yakari is voor mij puur jeugdsentiment. Ik leerde de reeks kennen dankzij mijn tien jaar oudere broer. Nadien ben ik ze zelf allemaal beginnen lezen en op latere leeftijd ook gaan verzamelen. Ik blijf ze dan ook trouw kopen. Het tekenwerk van Derib is doorheen de jaren ook niets veranderd. Sierlijke en zwierige pagina’s. Veel aandacht voor de fauna en flora van Noord-Amerika. Knappe decors en duizelingwekkende camerastandpunten. Geen sprake van sleet op een reeks die al in 1969 ontstond. Dat is toch vrij uitzonderlijk. Hopelijk blijven de kinderen de komende generaties ook volop genieten van dit indiaantje. Dan zullen ook nieuwe albums wel blijven volgen. Tekst / tekeningen : Cortegianni / Stallaert
Standaard Uitgeverij, HC, SC en luxe, 60 blz. Geen instant klassieker De sonometer is een uitvinding van professor Tellenbol. Het toestel is in staat om alle omgevingsgeluiden te elimineren. Zo kunnen de mensen weer genieten van pure rust en 100 % stilte. Er zijn echter kapers op de kust. Vele partijen willen heel graag de hand leggen op de sonometer. Suske, Wiske en Lambik komen uiteindelijk in het Japan van de jaren zestig terecht. Het Japan van de ninja’s, samoeraï en sumoworstelen. Tussen 1948 en 1959 werkte de Vlaamse meesterverteller Willy Vandersteen voor het weekblad Kuifje. De acht verhalen van Suske en Wiske die tijdens die periode gemaakt werden, verschillen qua look en stijl van de reguliere ‘rode’ albums. Zo was er nog geen sprake van Jerom of tante Sidonia. De personages zagen er ook allemaal realistischer uit om zo beter in de stijl van de andere verhalen uit het weekblad te passen. Deze acht albums werden bekend als de zogenaamde ‘blauwe reeks’. Ze werden nadien wel opgenomen in de moederreeks en kregen een rood jasje. Toch vinden vele die hards dat deze verhalen tot het beste behoren van wat Vandersteen ooit heeft gemaakt. Dat Vandersteen in 1959 ook aan een negende verhaal begonnen was, is wellicht veel minder bekend. Het bleef echter bij een titel en vier platen. Dit jaar vieren Suske en Wiske hun 75ste verjaardag. Daarom vond Standaard Uitgeverij 2020 het ideale moment om alsnog het negende onvoltooide album uit de ‘blauwe reeks’ af te werken en uit te brengen. Dat huzarenstukje hebben we te danken aan de Vlaamse tekenaar Dirk Stallaert en de Franse scenarist François Corteggiani. Knap dat Stallaert deze taak op zich wou nemen. Het was immers Willy Vandersteen die hem begin jaren tachtig van de vorige eeuw vriendelijk wandelen heeft gestuurd, toen hij bij hem ging solliciteren in zijn beroemde studio’s. Stallaert wordt vaak de kameleon van de Vlaamse strip genoemd. Hij kan zich heel goed inleven in bestaande tekenstijlen. Ook nu heeft Stallaert echt wel heel goed gekeken naar Vandersteens stijl van de ‘blauwe reeks’-albums. Qua tekeningen is dit dus zeker geslaagd. Het scenario van Fransman Cortegianni daarentegen past echter helemaal niet in de sfeer en traditie van de ‘blauwe reeks’. Veel te slap en dunnetjes qua intrige. Het verhaal wordt echt gerekt. Dat voel je op meer dan één moment van het verhaal. De grappen en grollen van Lambik werden in de ‘blauwe reeks’-albums bewust vermeden. Lambik kreeg een veel realistischer en serieuzer kantje. Dat lijkt Cortegianni wel helemaal aan de kant te hebben gezet. De ene domme stoot en/of verspreking van Lambik volgt de ander op. Het album kreeg desondanks de voorbije weken enorm veel aandacht in de media. Op zich is dat voor een te vaak vergeten medium als strips een gouden zaak. Maar wat mij betreft is dit ‘much ado about nothing’. Het feit dat Standaard Uitgeverij dan nog meerdere versies van dit verhaal op de markt brengt, ruikt vooral naar een poging tot geldgewin bij de vele nostalgische Suske en Wiske-verzamelaars. Voor mij volstaat ruimschoots een SC-versie. |
Archives
April 2024
|