Tekst / tekeningen : Lupano / Fert
Standaard Uitgeverij, 144 blz. : 29,95 euro Rassenhaat in de VS 1832, Canterbury. Schooljuf Prudence Crandall staat aan het hoofd van een lokale kostschool met een twintigtal meisjes. Op een dag ontvangt ze er ook Sarah met open armen. Daar lijkt niets mis mee tot blijkt dat Sarah een zwart meisje is. De blanke bevolking is in shock. Sarah wordt onmiddellijk als een bedreiging gezien. Vele ouders dreigen ermee om hun dochters weg te halen als Sarah blijft. Zwarten zijn in die tijd immers wel ‘vrij’ maar ze hebben geen enkele vorm van burgerrechten. Een jaar voor dit verhaal zich afspeelt, vond een bloederige slavenopstand plaats onder leiding van Nat Turner. Deze revolte liet een diepe indruk na. Vele blanken leefden sindsdien in panische angst voor de zwarte medemens. Wat volgde was een reeks maatregelen als lynchpartijen, publieke ophangingen en een samenscholingsverbod voor meer dan drie zwarten. Toch blijft Prudence bij haar besluit en ze laat de zwarte Sarah toe. Meer nog, door alle negatieve reacties van de blanken, wil ze haar kostschool exclusief openstellen voor zwarten. Een totaal onverwachte zet en dat dertig jaar voor de afschaffing van de slavernij in de Verenigde Staten. Mijn bespreking komt wellicht heel zwaarwichtig over. Verwacht je echter niet aan bloederige taferelen of een complexe plot. Scenarist Lupano (vooral bekend voor de topper Krasse Knarren) vertelt zijn verhaal dat gebaseerd is op ware feiten op een wel heel toegankelijke manier. Te simplistisch wat mij betreft. Hier had ik zoveel van verwacht maar het is al bij al toch een tegenvaller geworden. De tekeningen van de voor mij onbekende Stéphane Fert zijn karikaturaal. Zijn decors zijn in feite slechts contouren van gekleurde vlakken. Alles krijgt een soort kinderlijk tintje. Op zich kan je met dit soort tekeningen wel een stevig verhaal vertellen. De tekeningen van Fert deden me onmiddellijk denken aan het tekenwerk van de Vlaamse stripmaker Simon Spruyt (Junker, Bouvaert en recent De Tamboer van Borodino). Alleen slaagt hij er wel in om hardere thema’s in zijn ogenschijnlijk kinderlijke stijl op een boeiende manier te vertellen. Dat effect hadden de tekeningen van Fert totaal niet. Een realistischere tekenaar was toch een betere keuze geweest voor dit soort verhaal, vind ik. Wat me ook opviel was de tientallen (44 om precies te zijn, jaja… ik heb het nageteld) tekstloze pagina’s. Ik heb daar helemaal niets op tegen maar ‘trop is trop’. Ik was heel snel door de ruim honderd bladzijden heen en bleef toch op mijn honger zitten. Een slechte strip is dit zeker niet maar dertig euro is dit oneshot zeker niet waard. Soms liggen mijn verwachtingen te hoog… Oh ja, er is ook een nawoord van vijf bladzijden vol historische uitleg door de conservator van het Prudence Crandall-museum. Daar is wel nog wat leeswerk aan.
0 Comments
Leave a Reply. |
Archives
April 2024
|