Tekst / tekeningen : Diverse stripmakers
Le Lombard, 256 blz., HC : 35 euro Kiezen is verliezen Dit jaar is het 77 jaar geleden dat het eerste nummer van het weekblad ‘Kuifje’ in de winkels lag. Het blad zou uiteindelijk verschijnen van 1946 tot 1993. Ruim 450 reeksen zouden in het blad opduiken. Een hommage-album maken is dan ook geen sinecure. De samenstellers van dit lijvige album hebben dus moeten kiezen. En kiezen is verliezen. Dat is nu eenmaal zo. Ik ben best tevreden met de gemaakte keuzes. Als die hard-fan van Rosinski vond ik het wel jammer dat hij geen ode heeft getekend aan één of andere stripreeks uit het weekblad. De komische westernreeks ‘Chick Bill’ had in mijn ogen ook een ode verdiend. Het is zinloos om een compleet overzicht te geven van alle stripmakers die je in deze mooie HC kan vinden. In de Franse versie zijn het er trouwens nog een pak meer. Dit album telt in het Frans ruim 400 bladzijden. Ik beperk me hieronder dan ook tot enkelen die me het meest zijn bijgebleven. De hommage die Alain Henriet maakte aan Suske en Wiske is heel knap. Voor mij misschien wel de meest geslaagde van het hele album. De Vlaamse Clara Lodewick deed dat ook maar haar ode aan Sus en Wis, die naar het middeleeuwse Leuven geflitst worden op zoek naar lappenpop Schabolleke, is heel knullig getekend. Beschamend zwak zelfs. De tekenstijl in haar debuut ‘Merel’ kon me ook niet bekoren. En deze lijn (haar stijl wellicht) trekt ze ook door in dit kortverhaal. Er was nog een tweede Vlaming die een hommage mocht maken: Nix. Hij bracht het er veel beter van af met zijn versie van een bejaarde Rik Ringers en Commissaris Baardemakers. Opvallend is ook het aandeel van stripmaker François Boucq. Hij duikt maar liefst vijf keer op. Boucq brengt achtereenvolgens odes aan ‘Bernard Prince’, ‘Thorgal’, ‘Serafijn Lampion’, ‘Ton en Tineke’ en ‘Rik Ringers’. Telkens met zijn eigen creatie Fré Van der Mugge in de hoofdrol. In elk kortverhaal probeert Fré verzekeringen te verkopen aan de helden van het weekblad. Tevergeefs weliswaar. Bijzonder knap is ook de samenwerking tussen Hamo en Dellac. Zij serveren een verhaal van 17 bladzijden waarin Hamo zichzelf in beeld brengt als grote fan van de verhalen van ‘Bernard Prince’. Je ziet hoe hij als tiener elke week opnieuw de dagen aftelde om het spannende vervolg te kunnen lezen. Dellac verzorgt in het verhaal de pagina’s waarin verschillende helden uit het weekblad proberen om Barney Jordan te redden uit de handen van een indianenstam. Zowel Bruno Brazil, De Panters, Toenga en Michael Logan springen hiervoor in de bres. Eervolle vermeldingen wat mij betreft voor Aveline Stokart en haar dromerige ode aan ‘Yakari’, Alix Garin met haar hommage aan André Franquin en zijn minder bekende stripcreaties ‘Ton en Tineke’ en de tandem Van Liemt-Yann die hun versie brengen van ‘Blake en Mortimer’. Geef die heren een contract voor een album in de hoofdreeks. Ze zouden dat met verve doen. Tenslotte nog even vermelden dat vier stripmakers wel heel voorzichtig bleven voor dit hommage-album. Cosey houdt het voor zijn ode bij zijn eigen reeks ‘Jonathan’, idem voor Fred Vignaux en zijn ‘Thorgal’, Teun Berserik en ‘Blake en Mortimer’ en Dominique Rousseau en ‘Vasco’. En Kuifje zelf? Die beleeft uiteraard geen nieuwe avonturen. Dat zou Hergé vanuit de striphemel niet goedkeuren (en de erven Moulinsart al evenmin). Toch zit vooraan een dossier van 16 bladzijden waarin een aantal notabelen tekst en uitleg geven bij hun favoriete of meest memorabele plaatje uit één van de albums van de beroemde reporter. Nog één ding: in het Brusselse Stripmuseum loopt tot eind augustus 2024 de expositie ‘Le Lombard: een familiezaak’ om de verjaardag van het weekblad/uitgeverij Lombard te vieren. Wie niet genoeg kan krijgen van deze verjaardag, kan dus ook daar zijn/haar hartje ophalen.
0 Comments
Leave a Reply. |
Archives
April 2024
|