Tekst / tekeningen : Jean-Claude Servais
Dupuis, Collectie Vrije Vlucht, 72 blz., HC : 19,95 euro Old school Servais 880. Franse Vogezen. Keizer Karel III, achterkleinzoon van Karel de Grote, verstoot zijn vrouw Richardis omdat ze hem ontrouw zou zijn en geen nakomelingen wil of kan schenken. Richardis trekt zich terug in een klooster. Daar verschijnt een engel die haar beveelt om op de grond die ze ooit als bruidsschat kreeg een abdij te bouwen. Precies op de plek waar een berin met haar jong een put aan het graven is. Als herinnering aan het verleden mogen berenleiders er gratis eten en overnachten. Er werd in de abdij ook een beer gehouden. Het dier groeide uit tot het symbool van de commanderij Andlau. 1760. Franse Vogezen. Een klein dorpje in de Elzas viert feest rondom een dode beer in de vallei van Munster. Matthis, de zoon van de gerespecteerde boer Sutter, werkt zich in de kijker van de tweelingzusjes Eva en Maria. Maar de vader van Matthis wil liever niet dat zijn zoon contact heeft met hen. Eva en Maria staan in het dorp als heksen bekend. Wanneer op een dag Eva verdwijnt nabij de grot van een beer, slaat de paniek toe. Alsof dat nog niet genoeg is, voelt tweelingzus Maria zich zwanger. Maar ze krijgt geen dikkere buik. Ze voelt zich alleen zwanger. Ze heeft dezelfde gevoelens als haar vermiste zus… Twee verhaallijnen. Legende, mysterie en geschiedenis worden verweven. Servais op zijn best. Je voelt aan het verhaal en je ziet aan de tekeningen dat hij zich ook het meest op zijn gemak voelt bij dit soort oneshots. Het historische tweeluik Godfried van Bouillon voelde aan als een opdracht. De vier albums die hij tussen 2014 en 2017 maakte in de reeks Op weg naar Compostella konden me evenmin bekoren. Vorig jaar keerde hij terug naar zijn vertrouwde legenden in de Ardense bossen met Het blauwe chalet. Dat leverde al beterschap op maar met De zoon van de berin zit hij weer helemaal op het juiste spoor. Zijn tekenstijl blijft op een hoog niveau. Het straalt puurheid uit. Een stijl ook waarmee hij zowel tederheid als rauwheid kan oproepen. Een stijl ook die hij alleen beheerst, je merkt onmiddellijk dat het om een album van Servais gaat. Het lijkt wel alsof er zoiets bestaat als het ‘merk Servais’. Veel tekstloze pagina’s om de schoonheid van de natuur te tonen. Ruim zestig bladzijden maar je bent er wel snel doorheen. Maar niemand houdt je tegen om na het puur lezen gewoon nog eens het volledige album opnieuw door te nemen en vooral te ‘kijken’ naar al dat moois. Je houdt ervan of je houdt er niet van. Vernieuwend is het al vele jaren niet meer. Maar ik heb nog altijd een zwak voor dit soort verhalen. Servais heeft een vast lezerspubliek dat hem al jaren volgt en vooral dit soort albums van hem verwacht. Daar reken ik mezelf ook bij. In het laatste nummer van ‘Stripschrift’ verscheen een overzichtsinterview dat Gert Bussens en ik met Servais hadden over zijn volledige oeuvre. Verplicht leesvoer voor de echte fans!
0 Comments
Leave a Reply. |
Archives
April 2024
|