Tekst / tekeningen : Mangin / Dupré
Casterman, 56 blz., SC : 7,95 euro Een donkere en lugubere Dupré ‘grand cru’ Jack is een jonge schoorsteenveger in Londen in 1865. Hij rebelleert na de moord op zijn vader door de zogenaamde ‘Boeman’. Waar hij kan graait hij iets eetbaars mee voor zijn familie. Maar niemand wil geloven dat de ‘Bogeyman’ zijn vader heeft omgebracht. De Londenaars geloven immers niet in de Boeman. Tijdens een publiek ophanging ontmoet hij de rijke jonge erfgename Elizabeth ‘Liz’ Shepherd. Hij wil met haar in contact komen om haar te tonen in welke mensonwaardige omstandigheden heel veel Londenaars moeten proberen te overleven. We mogen terecht fier zijn dat Vlaming Steven Dupré na Kaamelott ook met De Roofdierenclub verder de kaart trekt van de Franse markt die toch nog altijd een pak groter is dan de Nederlandstalige. We wisten al dat hij goed was in het weergeven van een middeleeuws sfeertje en zijn talent toont hij in dit tweeluik opnieuw maar dan in het Victoriaanse Engeland. Hij tekent met bravoure zowel de chique Londense salons als de armtierige achterbuurten. Emoties weergeven bij close-ups zijn ook een van zijn sterke punten. Mooiste bewijs hiervan is plaat 40 waarbij de camera van Dupré vijf keer na elkaar inzoomt op het gelaat van Liz en je als lezer de horror in haar blik ziet toenemen. Knap werk ! Ook het scenario van Valérie Mangin weet te boeien. Ze laat de spanning gestaag toenemen en weet knap de tegenstelling tussen rijk en arm, kinderen en volwassenen, onschuld en cynisme doorheen het hele verhaal te verweven. Het verteltempo moet ook beslist vermeld worden. De sfeer wordt steeds grimmiger tot zelfs ronduit luguber op het verrassende einde. De drie laatste pagina’s zijn echt niet voor gevoelige zieltjes. En dan druk ik me nog heel zacht uit. Elementen genoeg dus om nu al uit te kijken naar het afsluitende tweede album.
0 Comments
Leave a Reply. |
Archives
April 2024
|