Tekst / tekeningen : François Bourgeon
Daedalus, 88 blz., HC : 24,95 euro Mooi getekende geschiedenisles Klervi Stephan, een Bretoense jonge vrouw, komt aan in Parijs in februari 1885. Op weg naar het station van Montmartre komt ze terecht bij de uitvaartplechtigheid van Jules Vallès. Vallès was een beroemd Frans journalist-schrijver. Hij nam deel aan de Parijse Commune van 1871. Na het neerslaan van de Commune werd Vallès ter dood veroordeeld maar hij wist te ontsnappen en leefde verbannen in Londen. Tussen de menigte maakt Klervi kennis met Clara en dokter Lukaz. Klervi spreekt geen Frans. Ze komt in een vijandige omgeving terecht waar geweld uit het niets kan ontstaan. Een omgeving ook vol geweld en armoede. Allemaal nieuwe invloeden voor Klervi. Zo begint de achtste episode van het epos ‘De Kinderen van de Wind’. De titel Het Bloed van de Kersentijd (in het Frans : Temps des cerises) verwijst naar een bekend Frans lied dat de opstandelingen onder de Franse Commune voortdurend zongen. De vorige cyclus (van twee delen) uit deze reeks dateert al van 2009-2010. De eerste cyclus verscheen nog veel langer geleden, tussen 1980 – 1984. Rasverteller en rastekenaar François Bourgeon dompelt de lezer onder in Parijs op het einde van de 19de eeuw. Parijs in volle opbouw. Montmartre begint zich te ontplooien. Artiesten zoeken elkaar op terwijl de Sacré-Cœur nog in de steigers stond. Het is dus een mooi getekende geschiedenisles maar het is ook meer dan dat. De relatie tussen Klervi en Carla staat echt centraal. Het is een relatie die zich traag ontwikkelt tussen twee vrouwen die qua leeftijd en afkomst compleet verschillend zijn. Klervi komt uit een kleinschalig Bretoens dorpje terwijl Carla de drukte en het geweld van de grootstad gewend is. Tekenaar en verteller Bourgeon is een grote naam binnen de stripwereld. Hij heeft geen uitgebreid œuvre maar zo goed als al zijn verhalen groeiden uit tot klassiekers. Van het sublieme middeleeuwse epos De Gezellen van de Schemering, via het sciencefictiongenre met De Cyclus van Cyann tot De Kinderen van de Wind. De man weet dus hoe hij een verhaal moet vertellen. Zijn manier van tekenen blijft van een heel hoog realistisch en tegelijk elegant niveau. Hij wisselt emotionele scènes tussen de personages af met grote overzichtstekeningen. Personages die worstelen met zichzelf, die nadenken over hun eigen leven en hun twijfels. Niets dan lof dus? Ik wil toch één kanttekening maken. Het verhaal is inderdaad historisch en dat ligt er bij momenten wel erg dik op. Als lezer word je om de oren geslagen met verwijzingen naar historische feiten, personages, liederen, gedichten, romans… De vele voetnoten moeten het geheel verduidelijken. Deze uitleg staat niet onderaan de pagina’s maar worden allemaal achteraan het album gebundeld. 4 bladzijden vol uitleg van gebruikte citaten, liedjes in oud-Bretoens… Als lezer moet je dus voortdurend naar achteraan bladeren om daar de uitleg/vertaling op te zoeken. Het lezen van dit verhaal voelde voor mij niet vlot aan. Bij momenten was het meer alsof je in een historisch naslagwerk aan het lezen was dan in een avonturenstrip. Geen snelle hap dus. Als tekenaar staat hij nog altijd op een eenzame hoogte maar zijn manier van vertellen wordt steeds zwaarder en bombastischer. Het krijgt een didactisch ondertoontje. Hij wil te veel laten voelen hoeveel tijd en werk hij gestopt heeft in het zich documenteren. Hopelijk komt er in het vervolg wat meer passie en actie. Dat kan dit verhaal best wel gebruiken.
0 Comments
Leave a Reply. |
Archives
April 2024
|