Tekst / tekeningen : Christophe Pelinq & Melanÿn / Vincent
Daedalus, 48 blz., HC Een nieuw lijk in de kelder Parijs, 1887-1888. Gustave Eiffel bouwt zijn toren, Ferdinand de Lesseps probeert financiën te vinden om ‘zijn’ Panamakanaal te graven, Vincent van Gogh probeert de eindjes aan elkaar te knopen en Guy de Maupassant timmert ook nog aan zijn schrijverscarrière. In de vorige albums leerden we al het Parijse luxebordeel De Purperen Parel kennen. Het bordeel wordt met harde hand geleid door Madame Gisèle. Zij had vroeger zelf een mooie loopbaan als danseres Olympe. Haar bordeel groeide snel uit tot een succesverhaal. Het had een hoogstaande reputatie van Londen tot Moskou en van Amsterdam tot Wenen. Het vorige album in deze reeks verscheen vier jaar geleden in het Nederlands. Ik raad jullie dus aan om zeker de vier voorgaande delen te herlezen vooraleer je je tanden in dit vervolgalbum zet. Even kort opfrissen: Chimère komt als 13-jarige in De Purperen Parel terecht. Heel veel gasten hebben veel geld over om van haar maagdelijkheid te mogen proeven. Chimère raakt er ook bevriend met Oscar. Hij wordt halsoverkop verliefd op Chimère. In het tweede deel ontdekt ze dat Madame Gisèle haar biologische moeder is, ze raakt ook betrokken bij een in scène gezette fotosessie waarbij de beroemde Ferdinand de Lesseps in compromitterende omstandigheden wordt vereeuwigd. Het brein achter deze foto is de Amerikaan Winston Burke. Hij wil maar één ding en dat is de concessie voor de bouw van het Panamakanaal in Amerikaanse handen krijgen. Wanneer Burke vermoord wordt in het bordeel en in de kelder wordt begraven, gaan de poppen echt aan het dansen. De Amerikanen sturen de mulattin Apollonie naar Parijs om daar te infiltreren in De Purperen Parel. Chimère wil nog één ding zeker weten en dat is wie haar biologische vader is. Ze is tot veel bereid om dit te weten te komen. Zelfs het op akkoordje gooien met de Amerikanen. In ruil voor het ontdekken wie haar vader is, wil Chimère het bewuste ‘negatief’ van de bewuste compromitterende foto ruilen. Ondertussen gaat de gezondheid van Madame Gisèle wel snel achteruit. Ze is bedlegerig en heeft heel veel opium nodig tegen de pijn. Opnieuw veel spanning dus naar het einde toe: Chimère trekt naar Panama om Ferdinand de Lesseps te ontmoeten. Daar ontdekt ze ook de échte liefde en reist ze nadien af naar Amsterdam op zoek naar haar beroemde papa… Cocaïne, hoeren, omkoperij, slavernij, afpersing, moord, geweld… Het zijn niet meteen elementen die je linkt aan scenarist Christophe Arleston. Van hem zijn we fantasy en (grove) humor gewend met reeksen als Lanfeust van Troy en Trollen van Troy op zijn naam. Onder de naam Christophe Pelinq trekt hij met Chimère(s)1887 een totaal andere kaart. Weinig tot geen humor, wel actie, veel seks, veel blote tieten en heel veel geweld. Als fan van het werk van tekenaar Vincent volg ik deze reeks al vanaf het begin. Vaart zat er al in vanaf het begin. Spanning, cliffhangers… vaste ingrediënten. En die lijn trekt Pelinq door in elk nieuw album. Het krasserige tekenwerk en de verwrongen gezichten (heel vaak overviel me een déjà-vu-gevoel naar de albums van Peter Pan van grootmeester Régis Loisel) die het handelsmerk van Vincent zijn, passen prima bij het verhaal. Al moet ik toegeven dat het sinds album 3 allemaal iets afgelikter wordt. Het schetsmatige is er wat uit. Maar dat vind ik niet storend. Het tekenwerk evolueert. De klemtoon ligt nu nog meer op de psyché van de personages. Daarom zijn de gelaatstuitdrukkingen nu meer dan ooit heel belangrijk. In het Frans verscheen dit album al vier jaar geleden. Het zesde en allerlaatste album in deze reeks verscheen bij onze zuiderburen in 2018. Hopelijk moeten we niet opnieuw vier jaar op een vertaling wachten. Ik zou heel erg graag weten hoe het allemaal afloopt met Chimère (en Oscar… oeps… sorry… spoilerke…).
0 Comments
Leave a Reply. |
Archives
April 2024
|