Tekst / tekeningen : Bruneau / Taranzano
Daedalus, 56 blz., SC + HC Aanleiding van de beroemde Trojaanse oorlog In het Frans verschenen al 24 albums in deze conceptreeks. Een succesverhaal dus bij onze zuiderburen. Een vertaling naar het Nederlands kon dus niet uitblijven. Dat kan ik als leerkracht geschiedenis van de Klassieke Oudheid alleen maar toejuichen. Luc Ferry is een Franse filosoof-politicus die na meerdere filosofische werken sinds kort zijn pijlen helemaal richt op de stripwereld. Hij heeft zelf een grote passie voor de Griekse antieke cultuur. Hij wil met de reeks De wijsheid van de mythes nieuw leven in de eeuwenoude verhalen blazen. Strips zijn daar het ideale medium voor. Op het einde van elk album is een dossier voorzien voor volwassen lezers. Daarin kan je de achtergrond, psychologische betekenis en het cultureel erfgoed van de verschillende mythes terugvinden. Ferry wil bovendien trouw blijven aan de originele teksten. Uitgeverij Daedalus brengt op enkele maanden tijd de vertaling van vier titels uit deze reeks op de markt. Laat de andere vertalingen maar snel volgen. Ik kijk nu al uit naar de verstripping van Herakles, Antigone, Oedipus, Tantalus, Antigone, Gilgamesh… Dankzij het kassucces van de Hollywoodfilm Troy uit 2004 zijn ook vrij jonge lezers vertrouwd met het verhaal van de Trojaanse oorlog. De nog jongere generatie krijgt nu een nieuwe kans om dit beroemde verhaal te (her-)ontdekken. Grieken en Trojanen stonden jarenlang lijnrecht tegenover elkaar. En dat begon allemaal door een vrouwenkwestie. Deze beroemde aanleiding komt uitgebreid aan bod in dit eerste album. Het verhaal van de gouden twistappel wordt prima in beeld gebracht. De jonge Trojaan Paris moet een gouden appel geven aan de Griekse godin die hij de allermooiste vindt. Geen simpele keuze als de drie kandidaten Athena, Hera en Aphrodite heten. Zijn keuze valt op Aphrodite. Dit tot groot ongenoegen van Hera die nu alleen maar wil dat Troje vernietigd wordt. Menelaos, de Spartaanse koning, was razend nadat Paris, ondertussen prins, zijn beeldschone echtgenote Helena had gekidnapt. Het scenario van Clotilde Bruneau focust niet puur op de gevechten. Er wordt veel aandacht geschonken aan de prominente rol van de goden in het conflict tussen Griekenland en Troje. Het tekenwerk van Pierre Taranzino is bijzonder realistisch en knap. Geen sinecure want hij moet wel heel veel verschillende personages tekenen die een voor een herkenbaar moeten blijven. Het hoogtepunt is de schitterende dubbelpagina op bladzijde 12 – 13 waar Taranzino de strijd tussen de Griekse legers en de Trojanen toont terwijl in de lucht tien Griekse goden het geheel overschouwen. Ik kende het werk van Taranzino niet. Als binnenkomer kan dit album wel tellen. Heel knap!
0 Comments
Tekst / tekeningen : Bruneau / Pellegrini
Daedalus, 56 blz., SC + HC Hoogmoed komt voor de val In het Frans verschenen al 24 albums in de conceptreeks De wijsheid van de mythes. Een succesverhaal dus. Een vertaling naar het Nederlands kon niet uitblijven. Dat kan ik als leerkracht geschiedenis van de Klassieke Oudheid alleen maar toejuichen. Luc Ferry is een Franse filosoof-politicus die na meerdere filosofische werken sinds kort zijn pijlen helemaal richt op de stripwereld. Hij heeft zelf een grote passie voor de Griekse antieke cultuur. Hij wil met de reeks De wijsheid van de mythes nieuw leven in de eeuwenoude verhalen blazen. Strips zijn daar het ideale medium voor. Op het einde van elk album is een dossier voorzien voor volwassen lezers. Daarin kan je de achtergrond, psychologische betekenis en het cultureel erfgoed van de verschillende mythes terugvinden. Ferry wil bovendien trouw blijven aan de originele teksten. Uitgeverij Daedalus brengt op enkele maanden tijd de vertaling van vier titels uit deze reeks op de markt. Laat de andere vertalingen maar snel volgen. Ik kijk nu al uit naar de verstripping van Herakles, Antigone, Oedipus, Tantalus, Antigone, Gilgamesh… Daedalus is de geniale hofarchitect van de Kretenzische koning Minos. Voor alles had hij een creatieve uitvinding klaar. Slim dus maar ook ziekelijk jaloers op andere slimme breinen van zijn tijd. Hij was het die de nepkoe ontwierp waarin Minos’ vrouw, koningin Pasiphaë, plaats nam om zich te laten bevruchten door een mooie witte, goddelijke stier afkomstig van de zeegod Poseidon. Hij was het ook die het labyrint ontwierp waarin het bizarre resultaat van deze bevruchting, de Minotaurus (half mens, half stier) werd opgesloten. Hij was ook diegene die de dochter van koning Minos, de bloedmooie Ariadne, hielp om met de Atheense koningszoon Theseus uit het complexe labyrint te ontsnappen. Daarvoor zou Daedalus boeten. Koning Minos was immers fel gekant tegen de relatie tussen zijn dochter en de prins van aartsrivaal Athene. Hij besluit Daedalus en zijn zoon Icarus op te sluiten in het labyrint. Hoe vader en zoon hieruit proberen te ontsnappen is voor vele lezers wellicht een bekend verhaal maar ik wil toch niet te veel spoileren. Het tekenwerk binnenin is van de hand van de Italiaanse stripmaakster Giulia Pelligrini. Haar stijl is realistisch maar niet perfect. In bepaald scènes valt het op dat ze de juiste lichaamsverhoudingen van de personages nog niet voor de volle 100 % beheerst. Hier en daar loopt het ook wat mis met het perspectief. De covertekening is van de hand van Fred Vignaux, die sinds kort de hoofdreeks van Thorgal overnam van grootmeester Rosinski. Dat de cover door een andere tekenaar gemaakt wordt is niet nieuw. Het zorgt voor herkenbaarheid en een zekere continuïteit bij reeksen die door verschillende tekenaars worden gemaakt. Jammer wel dat het afgebeelde personage van Daedalus in een pak zit dat er helemaal anders uitziet dan binnenin te zien is. Het dossier achterin met achtergrondinfo en extra bronnenmateriaal is heel toegankelijk, vlot geschreven en het deed mijn geschiedenishartje sneller kloppen. Een meer dan geslaagd initiatief en een album dat ik zeker nog zal herlezen en in mijn lessen zal integreren. Tekst / tekeningen : Betbéder / Frichet
Daedalus, 56 blz., SC + HC Magie en balsport Odenna en haar zus, de heks Urielle, leven allebei in het woud van Brocéliande. Ze werden uit het dorp verbannen. Mathurin Hybois is een arme leerling-timmerman die verliefd werd op Marie-Ange, dochter van een steenrijke grootgrondbezitter. Een onmogelijke liefde? Toch niet. Na lang aandringen stemde de vader van Marie-Ange in met een huwelijk. Jammer genoeg wordt Mathurin bij lottrekking verplicht om voor zeven jaar naar het front te vertrekken. Zo lang kan het huwelijk niet uitgesteld worden. Marie-Ange is immers al dertig. Er blijft nog één optie over: Mathurin moet een rekruut vinden die in zijn plaats naar het leger wil gaan. Daarvoor is geld nodig. Veel geld. Geld dat Mathurin niet bezit. Wanneer hij hoort dat bij het traditionele Normandische en Bretoense balspel, ‘soule’, een hoofdprijs is voorzien van duizend vijfhonderd frank, besluit hij deel te nemen. Winnen zal niet eenvoudig zijn aangezien al vijf jaar na elkaar ene Fanchin ‘de Vilder’ met de overwinning gaat lopen (en dat mag je hier letterlijk nemen). Een beetje magische hulp is dus welkom. Een betoverde talisman van Urielle zou wel eens dé oplossing kunnen bieden… Tekenaar Paul Frichet werkte eerder al vijf keer samen met scenarist Stéphane Betbéder. Zo verrasten ze me heel aangenaam met het drieluik Inlandsis. Ook deel 2 en deel 4 in de reeks Brocéliande kwamen tot stand door hun samenwerking. De tekeningen van Frichet ogen fris, speels en feeëriek. Hij hanteert een heel toegankelijke manier van tekenen. Het scenario leest ook lekker weg. Ik heb dit voorlaatste deel in de reeks met plezier gelezen. Eén van de betere uit de reeks. Nog één album vertalen en uitgeverij Daedalus heeft weer een reeks uit het Frans bijgebeend. Tekst / tekeningen : Jodorowsky / Theo
Daedalus, 56 blz., HC : 19,95 euro Vade retro satana! In de vorige albums van deze reeks konden we al lezen hoe de moorddadige en op seks beluste paus Julius II tijdens de veldslagen in Bologna en Perugia won. Bij zijn terugkeer naar het Vaticaan laat hij lusten botvieren op de kunstwereld. Michelangelo voorziet het plafond van de Sixtijnse kapel van de beroemde fresco’s na meermaals het bed te hebben gedeeld met hem. Ook Rafaël en Leonardo Da Vinci worden bij de paus ontboden voor allerlei klusjes. In dit allerlaatste album staat de strijd van paus Julius II tegen Lodewijk XII centraal. Lodewijk XII wil iedereen doen geloven dat de paus zich enkel met orgieën met jongelingen bezighoudt. Duizenden priesters, niet alleen Franse maar ook Spaanse, Zwitserse en Italiaanse en ook het gepeupel uit Firenze, Venetië en Milaan zijn ervan overtuigd dat paus Julius II een adept van de duivel is. Lodewijk XII wil op zijn beurt enkel en alleen keizer van Italië worden. Dit album begint met een verrassing van formaat. We schrijven februari 1513 en paus Julius II is overleden. Zijn lijkkist wordt door de Zwitserse Garde de Sint-Pietersbasiliek binnengedragen. Via Machiavelli, een van de weinige vertrouwelingen van de paus, krijgen we als lezer te horen hoe de laatste weken en dagen van Julius II verlopen zijn. Na het lezen van dit verhaal was ik eens te meer zwaar onder de indruk van het tekenwerk van de Italiaan Theo Caneschi. Flamboyant brengt hij satanisme en tal van excessieve vulgariteiten binnen de katholieke kerk in beeld. De seks- en tegelijk vechtscène in het pauselijke badhuis telt vier bladzijden en ik zal deze scène niet snel vergeten. Hoe verzint de 90-jarige scenarist Jodorowsky zoiets? Ook het verrassende einde had ik helemaal niet zien aankomen. Een geslaagde afgeronde reeks maar niet voor gevoelige zieltjes. We hebben zes jaar moeten wachten op dit slotdeel. Dat heeft allemaal te maken met de keuze van uitgeverij Dargaud en scenarist Jean Dufaux voor Theo als opvolger van de veel te vroeg overleden Philippe Delaby voor de topreeks Murena. Theo rondde in die tussenperiode het tiende deel van dit Romeinse epos af. Nu zal tekenaar Theo zich focussen op het afronden van het laatste deel van zijn andere historische reeks De Lemen Troon. Daarna gaat zijn volledige aandacht naar het uitwerken van de derde cyclus van Murena. Zijn broodje lijkt gebakken de komende jaren. Dikverdiend ook want wat kan die man tekenen! Tekst / tekeningen : Le Tendre & Loisel / Mallié
Dargaud, 64 blz., SC : 10,50 euro Veel bloed weinig verhaal Ridder Bolster is sinds de dood van Mara’s vader alleen. Gelukkig is er nog zijn trouwe leerling Bulrog. In de vorige albums konden we lezen hoe Bolster in handen viel van een moordlustige sekte, de zogenaamde ‘Orde van het Teken’. Door magie toverden ze Bolsters geheugen weg. Zij manipuleerden Bolster en zetten hem in als ‘wapen’ tegen koning Humon en zijn dochter Mara. Voor de ogen van Mara ziet Bolster hoe zijn moeder vermoord wordt en op zijn beurt vermoordt Bolster (nog steeds in trance) koning Humon. De sekte is eigenlijk maar uit op één ding: de magische hoorn van Ramor te pakken krijgen. Wanneer ridder Bolster uiteindelijk uit zijn betovering ontsnapt, beseft hij welke drama’s hij meegemaakt heeft en zelf heeft veroorzaakt. Hij wil vanaf die dag maar één ding: zich wreken op de ‘Orde van het Teken’. En zij ook op hem. Daarvoor rekent de sekte op de mooie Kryll, een jonge maagd met een bijzonder vreemde kracht. Zij scheidt immers een giftige stof af wanneer ze voor het eerst de liefde bedrijft. Dus Bolster verleiden is haar belangrijkste opdracht… Je hebt van die auteurs die zelden of nooit ontgoochelen. Zo ben ik een fan van het eerste uur van alles wat uit het brein van Régis Loisel komt. Ik volg deze fantasyklassieker dan ook al jaren. Over het tekenwerk blijf ik enthousiast. Of het nu Loisel zelf was, of later Lidwine, Aouamri of nu Mallié. Ze doen het allemaal prima. Het is meer en meer het scenario dat wat begint te wringen bij mij. Het ziet er nog allemaal heel mooi uit. Je hebt de ruim zestig bladzijden heel snel gelezen. Dat is allemaal prima maar er gebeurt zo weinig. Je kan de synopsis van de volledige prequel (die nu toch al aan het zesde deel toe is) in enkele zinnen samenvatten. Dat is toch wat jammer. Ik heb het aantal pagina’s waarop enkel en alleen gevechten te zien zijn niet geteld maar het zijn er in dit album wel veel. Heel erg veel. Te veel? Eigenlijk wel. Het mag best wat vooruitgaan nu. Series nodeloos rekken is uitmelkerij. Dan mogen die nog zo mooi getekend zijn, echt vrolijk word je er niet van. Dus op naar het volgende album en afronden in schoonheid mag zeker als het aan mij ligt. Tekst / tekeningen : Vehlmann / Yoann
Dupuis, 88 blz., SC : 9,95 euro Eat this, Marvel! Het strippersonage van de liftboy met het knalrode pakje ontstond in 1938 in het gelijknamige Belgische stripblad Robbedoes/Spirou. De bedenker hiervan was tekenaar Rob-Vel (alias Robert Velter). We zijn inmiddels 82 (!) jaar later en er verschijnen nog altijd avonturen van Robbedoes. De laatste jaren zelfs meer dan vroeger. De reguliere reeks lijkt wat uitgedoofd maar het aantal spinoffs en afgeleide projecten zijn bijna niet meer bij te houden. Maar een superheld is Robbedoes nog nooit geweest. Daar brengt de tandem Vehlmann-Yoann met deze gloednieuwe trilogie Supergroom verandering in. Vehlmann en Yoann zijn ook het laatste duo dat in de reguliere reeks nog een album heeft gemaakt. Dat dateert ondertussen wel al van 2016. Verwacht je in deze Supergroom vooral aan een pastiche-sfeertje dat toch wel typisch is voor het superheldengenre. Een genre dat de voorbije jaren door de talrijke Marvel-verfilmingen aan een enorm succesverhaal in de bioscoop bezig is. Vertrekpunt van dit verhaal is de ontgoocheling bij Robbedoes wanneer hij merkt dat vandaag superheldenverhalen een groter publiek aanspreken dan klassieke Franco-Belgische strips. Hij lijkt zijn populariteit helemaal kwijt te zijn. En dat doet pijn. Wanneer hij merkt dat ‘zijn’ oude vertrouwde Brussel steeds meer ingepalmd wordt door malafide vastgoedmakelaars, besluit hij het heft in eigen handen te nemen. Hij trekt een strak superheldenpakje en met een jetpack op de rug trekt hij ten strijde tegen onrecht in de straten van Brussel. Maar hij is niet de enige Brusselaar die ontgoocheld is. Robbedoes krijgt als superheld concurrentie van Lubna. Zij is razend op de projectontwikkelaar Power & Partners die haar uit haar huisje heeft gezet. Ze wil zich wreken en trekt ook haar superheldenplunje aan. De dreiging van nog meer onteigeningen door de bouw van een hypermodern winkelcentrum Sky Diamond doen nog meer Brusselaars naar kostuum en wapens grijpen om hun stad te beschermen. Brussel moet bewoonbaar blijven… ook voor de kleine man. Bijster origineel is het allemaal niet. Je hebt het allemaal wel al eens gelezen of gezien. Maar daar heb ik mij niet aan gestoord. Integendeel. De plot is rechttoe rechtaan. Tieners zullen dit meer smaken dan de reguliere albums van Robbedoes en Kwabbernoot. De epiloog is intrigerend en doet me nu al uitkijken naar het vervolg. Eén minpunt moet wel nog vermeld worden: op bladzijde 6, 7 en 8 legt Robbedoes vaste sidekick, eekhoorn Spip, aan de (jonge) lezers uit wie Robbedoes nu weer precies was. Niets mis mee maar bovenaan bladzijde 7 zien we Spip te midden van een stapel oude stripalbums en tijdschriften van Robbedoes staan. Alle afgebeelde albums tonen de Franstalige covers. Weinig respectvol voor de Nederlandstalige lezers. Dit had toch anders gekund. Jammer. Tekst / tekeningen : Blutch / Robber
Dupuis, 78 blz., HC : 23,95 euro Nostalgisch eerbetoon In 1996 verscheen met Het raadsel van kamer 43 het allerlaatste officiële album van de klassieke reeks Baard en Kale, getekend door Alain Sikorski op scenario van Denis Lapière. Daarna werd het stil. Heel erg stil. Te stil. Een reboot of hommage-album… Het moest er toch ooit eens van komen. En jawel. Met Waar is Kiki gebleven? Is dat (voor mij toch) langverwachte album er eindelijk. Verantwoordelijk hiervoor zijn tekenaar Blutch en zijn broer Robber. Het verhaal? Lente, 1986. Kiki, alias gravin Akelina van Zon, wordt ontvoerd. Kiki is een oude bekende voor Baard en Kale. Will, één van de hoofdtekenaars van de reguliere reeks, creëerde met Kiki begin jaren 1970 een knappe, zelfzekere blondine. Baard en Kale hebben dus maar één missie in dit oneshot: Kiki terugvinden. Wat volgt is een vlot getekend en vlot verteld detectiveverhaal in de oude traditie van Georges Simenon en Léo Malet. Pure nostalgie. We zouden het bijna vergeten maar nog niet zo gek lang geleden moesten detectives en politieagenten ook zonder internet en smartphones misdaden oplossen. Dat is dus hier het geval. Bakkelieten telefoons en minitel. Dat was het zowat eind jaren 1980. Verder speelt een kunstroof, een onzichtbaarheidscape en een vernietigingsrobot een hoofdrol in dit verhaal. Het scenario zit goed. Het krasserige tekenwerk van Blutch is even wennen. In sommige plaatjes laat hij het decor ook nog helemaal weg en wordt er gekozen voor een vlakke egale (soms flashy oranje of roze) inkleuring. Je houdt ervan of niet. Ik heb deze hommage heel graag gelezen. Toch bleef ik na het lezen met één vraag zitten. Kan mij iemand vertellen waar de scène op de cover in het verhaal thuishoort? Ik heb ze in elk geval niet gevonden. Vreemd. |
Archives
April 2024
|