Tekst / tekeningen : Ivan Petrus Adriaenssens
Uitgeverij Lannoo, 128 blz., HC : 19,99 euro Spam in een blik By October of 18 Cambrai had fallen. Soon the war would be over and we’d be returning. Zo klonk de Canadese rocker Bryan Adams op één van zijn beste elpees ‘Into the fire’ uit 1987 in het liedje ‘Remembrance Day’. Ik ben al vele jaren fan van zijn muziek. Toch had ik nooit gedacht dat ik tijdens het lezen van een Vlaamse oorlogsstrip aan deze song zou moeten denken. De slag bij Passendale en Cambrai in 1917 vormen dan ook de achtergrond van de derde WO I – graphic novel van de Vlaamse stripmaker Ivan Petrus Adriaenssens. Na zijn eerdere stripromans over de Groote Oorlog ‘Afspraak in Nieuwpoort’ (in 2011) en ‘Elsie en Mairi’ (in 2013) serveert hij ons nu het verhaal van ene Victoria ‘Vicky’ Braedy. Vicky is enig kind en ook laatste telg van het geslacht der Braedy’s. Wanneer ze zelf zwanger is, wil ze samen met haar man Steve op zoek naar haar roots. Ze wil de mysterieuze dood van haar betovergrootvader Ernest onderzoeken. Ernest overleed op het slagveld van Passendale, vlakbij de legendarische tank ‘Fray Bentos’ (genoemd naar de bekende blikjes corned beef) Noch zijn stoffelijk overschot, noch de restanten van de tank werden ooit teruggevonden. Eigenlijk is ‘Fray Bentos’ het hoofdpersonage van dit verhaal. Het is een zware Britse tank van het type Mark IV. De ‘Fray Bentos’ reed zich vast in de slijkerige kleigrond na een felle Duitse aanval ter hoogte van Langemark-Poelkapelle. De soldaten hebben er drie dagen en drie nachten vastgezeten. Volgens Winston Churchill zou het rupsensysteem van de tanks nochtans gemakkelijk de loopgraven kunnen oversteken en het gewicht van de tank zou alle hindernissen van prikkeldraad vernietigen. Maar in werkelijkheid lag het niet allemaal zo eenvoudig. Tijdens de Derde slag bij Ieper, ook gekend als de Slag bij Passendale, vielen 450 000 doden na ongeveer honderd dagen van zware gevechten. Het zou de meest bloederige veldslag uit WO I in Vlaanderen worden. In het album passeren heel wat historische locaties de revue. Uiteraard zijn er Passendale en Cambrai maar ook Flesquières, Sint-Juliaan en Bovington. Dankzij Vicky’s zoektocht volg je als lezer ook de weg die de tanks hebben afgelegd. Een originele insteek die tot stand kwam door fictie en non-fictie te verweven. In zijn nawoord licht Adriaenssens toe wat al dan niet verzonnen is in zijn verhaal. De vier tankspecialisten die Vicky ontmoet, bestaan echt en daarom heeft Adriaenssens hun namen en looks ook behouden in het album. Het verhaal is origineel en boeit van begin tot einde. De twee verhaallijnen die verweven zijn maken het tot een aangename leeservaring. Het tekenwerk van Adriaenssens is op vlak van decors en voertuigen best indrukwekkend. Echte pareltjes vind je op een tekstloze dubbelpagina (blz. 94 – 95) waarop de tweede poging getoond wordt om te bewijzen dat tankaanvallen wél succesvol kunnen zijn. En ook bladzijde 111 zal me altijd bijblijven. De camera lijkt hier uit te zoomen op de achtergelaten tank en het lijk van Braedy. De scènes waarin de claustrofobische sfeer binnenin een tank worden getoond zijn heel sterk. Als lezer word je echt meegezogen in het sardienenblikje. Want dat was het toch: met acht personen (en een koppel duiven) op een heel kleine oppervlakte samenhokken… een marteling, als je het mij vraagt. De personages blijven ook in deze derde oorlogsstrip houterig. Al zit er echt wel evolutie in. Wat me meer stoorde was het knip- en plakwerk van fotomateriaal. Adriaenssens integreert onbewerkte scans van boekcovers, krantenartikels, verkeersborden en echografieën in zijn getekende strippagina’s. Dat is jammer want dat zorgt voor een te groot stijlverschil en komt wat gekunsteld over. Maar dat kan de pret niet bederven. Ik heb genoten van dit verhaal. Het leest bijzonder vlot. Voor je het weet zit je in het verhaal. De 128 bladzijden zal je sowieso in één ruk willen uitlezen. Voor de volledigheid ook nog even vermelden dat dit album ook in het Frans en in het Engels verschijnt. Oh ja, nog één ding: Adriaenssens zit naar eigen zeggen al met een nieuw scenario voor een vierde WO I – striproman in het hoofd. Wordt dus zeker vervolgd…
0 Comments
Dating for geeks n° 6 : Action packed
Tekst/tekeningen : Kenny Rubenis Strip2000, 48 blz., SC : 8,95 euro Snippers n° 8 : Episch verantwoord Tekst / tekeningen : Aimée de Jongh Strip2000, 48 blz., SC : 8,95 euro Actuele nerdy gags en dagelijkse beslommeringen Toen Strip2000 in 2011 startte met het uitgeven van strips was het meteen duidelijk dat ze de humoristische kaart zouden trekken. Snippers en Dating for geeks groeiden ondertussen uit tot twee van de pijlers van deze uitgeverij. De Hollandse stripmakers van dienst Kenny Rubenis en Aimée de Jongh zijn goed bevriend en publiceren allebei in Metro. Beiden zijn het genieën in het bedenken van strookjesstrips. Het oogt allemaal simpel maar dat is schijn. Bij dit soort gags is het geen sinecure om vernieuwend en origineel te blijven. Rubenis vist daarenboven nog in een veel kleiner vijvertje dan de Jongh. Rubenis brengt in deze zesde bundeling alweer een geslaagde opeenvolging van grappen rond cosplayers, fantasyfilmfreaks en dagdagelijkse nerdy problemen. Er komen veel kerstmisgrappen voor en Rubenis heeft ook bijzonder veel aandacht voor actuele hypes als Super Mario Run, de crimi-clowns, de Mannequin Challenge en de uitverkochte Mini Nes. Andere rode draad in dit album is het veelvuldig bezoek van Jasper en Nora aan datingconsulente Yvon. Rubenis serveert twee hommages aan de in 2016 overleden stripmaker Jan Kruis (van Jan, Jans en de kinderen) en prinses Leia-actrice Carrie Fisher. Na zes albums kunnen de nerdy gags me nog altijd bekoren. Ook van Snippers ben ik een fan van het eerste uur. Het was eigenlijk mijn dertienjarige dochter die mij enkele jaren geleden de reeks aanraadde. Ja, het mag ook eens in die richting… ;-) Het is lente in dit achtste album: ideaal om bloemen te verpotten en ouderwetse salopetten uit de kast te halen. Net als bij Dating for geeks passeren ook hier vaak nerdy situaties de revue. Zo wordt er verwezen naar de Star Wars-gekte bij het verschijnen van de nieuwste film Rouge One en de geflipte Pokemon Go-rage. Maatschappijkritiek is er wanneer in enkele gags de terreurdreiging op de korrel wordt genomen. Historische personages als René Magritte, Marie-Antoinette, Van Gogh en Noach duiken eveneens op. Dat Aimée de Jongh ook graag knipoogjes brengt naar muziekgroepen wisten we al. Zo verwijst ze ondermeer naar U2, Nickelback, Rick Astley en Whitney Houston. Welke gagreeks ik het liefst lees? Moeilijke vraag… als ik écht moet kiezen, ga ik voor Snippers. Het brede en bijzonder herkenbare kader waaruit Aimée de Jongh inspiratie kan halen, speelt meer en meer in haar voordeel. Ik vermoed dat Snippers een langer leven beschoren zal zijn dan Dating for geeks. De Jongh kleurt ook graag buiten de lijntjes en combineert verschillende projecten. Zo werkte ze vorig jaar mee aan het hommage-album van De Blauwbloezen. En momenteel werkt ze aan een oneshot op scenario van mijn lievelingsscenarist Zidrou. Een heel grote dame waar we nog veel van zullen horen in de (nabije) toekomst. Daar heb ik echt geen glazen bol voor nodig. Tekst / tekeningen : Charlot / Fourquemin
Blloan, 48 blz., HC : 15,95 euro Begin van laatste tweeluik We schrijven 1921. Lisa komt in opstand tegen de werkgevers die haar project dwarsbomen om een avondschool op te starten in de lokale saloon. Ze wil de wezen het broodnodige onderwijs geven en eist dat de wezen als kinderen en niet als goedkope werkkrachten worden behandeld. Lisa krijgt plots steun vanuit een onverwachte, politieke hoek in de persoon van weduwe Goswel. Zij is de verloofde van de plaatsvervangende sheriff Coleman. Ze is het angstige anti-vrouwengedrag van haar geliefde beu en vindt dat ook vrouwen best leiding kunnen geven. De saloon wordt omgebouwd tot een klaslokaal zodat de drinkebroers elders hun dagelijkse glazen alcohol moeten gaan zoeken. Zoals we ondertussen al gewend zijn wisselt deze verhaallijn zich af met een verhaal dat zich zeventig jaar later afspeelt met dezelfde personages in de hoofdrol. De kleine Joey is hier dus een bejaarde man die vereenzaamt in zijn huisje in Ierland. Zijn enige contact met de grote buitenwereld heeft hij te danken aan zijn radiozendertje. Met dit zevende album begint het laatste tweeluik. De vaart en het leesplezier dat ik in het vorige tweeluik miste, is nu weer helemaal terug. Het scenario van Charlot is boeiend en zet De Wezentrein weer stevig op de rails (en ja, dat mag je in dit geval letterlijk nemen). Emotie, humor en oog voor sociale ongelijkheid aan het begin van de vorige eeuw: al deze elementen komen aan bod. Dat ik al jaren een boon heb voor het tekenwerk van Xavier Fourquemin is geen nieuws. Maar het kan niet genoeg gezegd worden. Hij excelleert zowel in close-ups als in grotere platen met gedetailleerde decors. Tekst / tekeningen : Yann / Schwartz
Dupuis, 68 blz., SC : 9,95 euro Alle Belgen zijn bangschijters 1947. Robbedoes en Kwabbernoot zitten nog altijd vast in Leopoldstad in de voormalige Belgische kolonie Congo. Ze willen de fetisj naar de stam van de luipaardvrouwen terugbrengen in Urugondolo. Het is aan te raden om het eerste deel van dit tweeluik uit 2014 te herlezen om dit verhaal beter te kunnen volgen. Ondertussen broedt de zwarte Congolese president Joseph Désiré op een megalomaan project. Hij wil met behulp van zijn rijke uraniumvoorraden Brussel bombarderen. Zo zou hij verlost zijn van alle Belgische bemoeienissen en zo enige leider in Afrika worden. Voor de humor zorgen eekhoorn Spip maar vooral Père Debock, een grappige missionaris afkomstig uit de Brusselse Marollen. Hij maakt eigenhandig grappige filmpjes à la Laurel en Hardy maar dan met zwarte acteurs. De gorillarobots van de fetisjpriester ‘De Meester van de Zwarte Hosties’ proberen stevig roet in het eten te gooien en zo de plannen van Robbedoes en zijn vrienden te dwarsbomen. Ik kan me voorstellen dat bovenstaande beschrijving nogal chaotisch overkomt. En dat is ook normaal. Het scenario van Yann swingt alle kanten uit en bevat veel te veel intrige om een vlot leesbaar verhaal te creëren. Hij giet er ook nog een moraliserend sausje overheen om te beklemtonen dat een mens zich nog mag schamen om zijn afkomst of huidskleur. Na het heel erg knappe vorige hommage-album van Frank Pé in deze reeks lag de lat misschien iets te hoog. Maar het niveauverschil tussen dit album en dat van Frank Pé is wel immens. Gelukkig kan het tekenwerk van Olivier Schwartz nog min of meer de meubelen redden. Zijn Robbedoespersonages zijn heel zwierig en soepel getekend. Op verschillende grotere overzichtstekeningen toont Schwartz zijn oog voor sfeerschepping. Dit soort tekenwerk vol details leent zich tot het verwerken van knipoogjes en verwijzingen en dat doet Schwartz dan ook vaak. Zo zijn de looks van de fetisjmeester geïnspireerd op de luipaardman uit De ijzeren klauw in de reeks Alex. Op bladzijde 41 knipoogt hij naar Franquins meesterwerk Het nest van de Marsupilami’s wanneer hij de woonplaats van de luipaardvrouwen in beeld brengt. Op bladzijde 33 vind je een knipoog naar Suske en Wiske op de etalage van een winkel en op bladzijde 62 zien we Quick en Flupke in een straatlantaarn bewonderend kijken naar Manneke Pis. Tekenwerk is dus prima maar hete scenario kom me maar matig bekoren. Jammer. Tekst / tekeningen : Yves H. / Hermann
Le Lombard, 56 blz., SC : 7,95 euro Sterk begin van nieuwe westernreeks Colorado 1866. Mijnwerker Cummings ontdekt goud en verstopt enkele klompjes in een theebus in zijn eigen huis. McCaulky ontdekt deze diefstal en besluit keihard op te treden. Hij brengt een bezoekje aan Cummings waar hij Cummings’ vrouw en dochtertje in koelen bloede neerschiet. Deze laffe moordpartij is een doorn in het oog van hulpsheriff Duke Finch. Aangezien hoofdmarshall Sharp niets doet, besluit Duke zelf achter de laffe moordenaars aan te gaan. Duke is vastbesloten om bij een volgende misstap af te rekenen met McCaulky… zeker wanneer Peg, Dukes vriendinnetje erbij betrokken raakt. Inderdaad, deze Duke is niet voor watjes. Het is een zeer somber verhaal. Van scenarist Yves H. zijn we dit soort verhalen ondertussen al gewoon. Zijn 78-jarige vader Hermann is nog altijd in grootse doen. Zijn werktempo ligt nog steeds heel hoog. Terugkeren naar een westernreeks lijkt voor mij een prima zet. Ik heb erg genoten van dit eerste album. Hermann ontpopt zich als een filmregisseur (invloed van Sergio Leone is nooit veraf) en brengt het verhaal bijzonder filmisch in beeld. Tekstloze pagina’s zorgen voor bijzondere sfeerschepping. Zo vond ik het landschap van Dukes huis op bladzijde 42 heel knap. Op de eerste tekening zie je het huis tijdens de herfst en het plaatje eronder toont hetzelfde zicht maar tijdens de barre winterkoude. Ook op bladzijde 29 wordt een halve bladzijde gebruikt om gewoon te tonen in welke omgeving het verhaal zich afspeelt. Je waant je een vogel die vanop grote hoogte de canyons overschouwt. Knap, razendknap allemaal. Een ontdekking en superaanrader. Ook een pluim voor het coverontwerp. Het lettertype is in blinkend goud en met reliëf afgedrukt. Mooi gedaan. Sisters n° 11 : Ze is gewoon zo !
Tekst / tekeningen : Cazenove / William BFF’s n° 3 : Modelvriendinnen Tekst / tekeningen : Cazenove / Fenech Ballon, 48 blz., SC : 6,95 euro Hoe meer strips voor meiden, hoe beter Strips lezen, verzamelen, festivals afdweilen op zoek naar ontbrekende albums, dédi’s scoren na urenlang in rijen te staan aanschuiven… het is toch nog altijd een mannenwereldje. Daarom kan ik het alleen maar toejuichen dat echte meidenstrips als Girlz, Dance Academy, Hartendiefjes, BFF’s en Sisters vertaald blijven worden naar het Nederlands. De strapatsen van de zusje Wendy en Marine zijn al heel vertrouwd na elf albums. Toch werkt de humor van de tandem Cazenove (scenarist) en William (tekenaar) nog altijd. Ook album elf is verfrissend eigentijds en het tekenwerk blijft op een hoog niveau. Rode draad deze keer is de favoriete boom van Wendy. Toen ze twee jaar oud werd, plantte ze met haar vader een klein boompje in de tuin ter gelegenheid van de geboorte van de kleine Marine. Tussen deze boom en Wendy ontstond een soort vertrouwensband. Wendy beschouwt de boom nu nog altijd als ‘haar dagboek’ waarmee ze lief en leed deelt. Een boom is dan ook een speelkameraad. Je kan erin schommelen. Ze geeft je schaduw in de zomer en je kan er jungle girl in spelen. Wendy verzorgt haar boom dan ook tot in de puntjes. Ze zorgt regelmatig voor bemesting en wanneer het vriest, wikkelt ze zelfs een dekentje rond de stam. Naast de gags is het ook leuk om op zoek te gaan naar de talrijke knipogen naar animatiefilms (Frozen, The Incredibles, Zootropolis, Toy Story, Chicken Little…) of strips (Jommeke, Mooie Momenten van Jim…). Jessica, hoofdpersoon uit die andere meidenreeks BFF’s, gaat nog maar drie albums mee. Toch slaagde ook deze reeks erin om het hart van mijn dertienjarige dochter (en ook een beetje van mij) te veroveren. Scenarist van dienst is opnieuw Cazenove. Het tekenwerk is van Fenech en oogt toch wat minder afgewerkt dan de tekeningen van William voor Sisters. Al te vaak vallen decors weg en wordt alleen gefocust op de hoofden van de personages. Dat vind ik toch een minder sterk punt van deze komische reeks. “Vriendinnen heb je nooit genoeg”, wordt vaak gezegd. Toch gaat Jessica daar niet helemaal mee akkoord. BFF’s moet je écht wel beperken. Trop is écht te veel op dit vlak. Jessica zit dus met stress want ze vindt dat ze keuzes moet maken. Maar wie moet je als BFF dumpen en wie dan weer niet? Geen simpele zaak. Zal ze kiezen voor Karin die altijd loopt te zaniken over haar glutenvrije dieet? Laat ze betere de rijke maar bazige Dorien vallen of kiest ze ervoor om Betty, verleidster-op-krukken te dumpen? Of heeft ze genoeg van het knorrende varkenslachje van Sophie of de krenterige Isa of de gespierde Oceane of gothic girl Christy? Veel twijfels die leiden tot hilarische toestanden. |
Archives
April 2024
|